Libre Service Junior LRN-line A+ B - Unité 4 - C'est où ça ? oefentoetsen & antwoorden

a) de slaapkamerb) de badkamerc) het vertrekd) de stoele) het dorpf) het balkong) het centrumh) te voet/lopendi) winkelenj) het flatgebouw a) Il est comment, ton appartement ?b) Oui, j'habite au troisième étage. c) Vous allez à droite.d) Sur le bureau, il y a un ordinateur.e) J’aime bien le vert et le bleu. a) continuer b) le rond-point c) tout près d) de rien e) chercher f) en face de g) la couleur h) parce que a) Mon bureau est à côté de la fenêtre b) Tu es content de ton appartement? c) C’est au troisième étage. a) je vais b) tu vas c) il, elle, on va d) nous allons e) vous allez f) ils, elles vont a) Een bijvoeglijk naamwoord gebruik je om iets te vertellen over een zelfstandig naamwoord (persoon of ding) b) Als een bijvoeglijk naamwoord vrouwelijk is voeg je een e. c) Als een bijvoeglijk naamwoord meervoud is voeg je een s. a) En face de la boulangerie il y a une boucherie. b) Tourne à gauche au rond-point. c) La couleur préférée de ma mère est le vert. d) Pour aller au centre commercial il faut continuer tout droit. e) Il m'a dit "merci" et j'ai répondu "de rien". f) Elle est en retard parce qu'elle a raté le bus. g) Le magasin de sport n’est pas loin, c’est tout près. h) Pardon monsieur, je cherche le parking, c’est où?  a) Le samedi, nous allons au centre-ville. b) Je vais au collège à pied. c) Vous allez à droite au rond-point. d) Ils vont au restaurant ce soir. e) Tu vas où ce week-end? f) Il va en vacances en voiture. Tip: luister naar het liedje le verbe aller op youtube, het helpt goed om het rijtje te onthouden en is ook nog leuk!  a) Tu as une grande soeur? b) J’aime la couleur verte. c) Ma tante est française. d) Elle porte une robe rouge. e) Le français est une matière difficile. * difficile eindigt al op een e, jij hoeft dus niets toe te voegen f) Mes soeurs sont blondes.Toelichting:Om de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord te kiezen, volg deze stappen:Kijk eerst goed naar het zelfstandig naamwoord waar het bijvoeglijk naamwoord iets zegt: - is het mannelijk enkelvoud: dan hoef je niets toe te voegen- is het vrouwelijk enkelvoud: dan voeg je een e toe- is het mannelijk meervoud: dan voeg je een s toe- is het vrouwelijk meervoud: dan voeg je een es toe