Op Niveau 2e ed - Hoofdstuk 4 - oefentoetsen & antwoorden

Om snel het lijdend voorwerp te kunnen vinden, stel je de volgende vraag: Wie of wat + gezegde + onderwerp? Kijk maar: Lisa geeft dit weekend een feestje. Wie of wat geeft Lisa? Antwoord: een feestje = lijdend voorwerp. Zin: PV WWG OND LV Kim gaf Pieter een boek in het park. gaf   (verandert in geeft als je de tijd verandert.) gaf   Kim (wie gaf?) Een boek (wat gaf Kim?) Heb jij pap gebeld? Heb   (Ww vooraan de vraagzin) Heb gebeld Jij   (Wie ?) Pap     (Wie heb jij gebeld?) Na het eten hebben wij onze gasten een heerlijke wijn geserveerd. Hebben   (verandert in geeft als je de tijd verandert.)   Hebben geserveerd Wij   (wie hebben geobserveerd?) Een heerlijke wijn   (Wat hebben wij geserveerd?) Op de A2 heeft een enorm ongeluk plaatsgevonden. Heeft  (verandert in geeft als je de tijd verandert.) Heeft plaatsgevonden Een enorm ongeluk   (wat heeft plaatsgevonden?) - Fedde schijn ik vorig jaar mijn pen geleend te hebben. Schijn   (verandert in geeft als je de tijd verandert.) Schijn geleend te hebben Ik   (wie schijnt geleend te hebben?) Mijn pen   (wat schijn ik geleend te hebben) Bijvoorbeeld:  a) Joris scheurt een bladzijde uit zijn boek. b) Wie werkt de volgende opdracht voor Nederlands uit? c) Studenten proberen soms hun docent om te kopen voor een hoger cijfer. Deze uitspraak is juist. Denk maar aan “goedemorgen” en “spinnewiel”. Goede is een bijvoeglijk naamwoord en spinne komt van spinnen en is hier een werkwoord. a) groentesoep (twee meervoudsvormen) b) apetrots (versterking, figuurlijk) c) zonnebank (één zon) d) pannenkoek (meervoud op -en) e) stationsstraat (stationsbord) a) Omaatje (Bij woorden die eindigen op een lange klinker moet je de klinker verdubbelen.) b) A4’tje (Je gebruikt ook een apostrof bij cijfer- en letterwoorden.) c) Cafeetje (Bij woorden die eindigen op een lange klinker moet je de klinker verdubbelen.) d) Poginkje (Bij woorden die eindigen op -ng schrijf je -nkje of -etje.) e) Wangetje  (Bij woorden die eindigen op -ng schrijf je -nkje of -etje.) Drie van: herken delen van een woord, zoek een synoniem, zoek een antoniem, zoek een definitie, gebruik een woordenboek. a) Eerste optreden b) Tussen werelddelen c) Beter, belangrijker d) Wennen aan het klimaat e) Afgezonderd We geven hieronder voorbeelden van mogelijke antwoorden. Er zijn verschillende zinnen mogelijk. Controleer of je de juiste betekenis van het woord in je zin hebt opgenomen. a) Voorbeeldzin 1: Ik had expliciet vermeld dat ik geen kaas wilde op mijn kapsalon. Betekenis van het woord: Nadrukkelijk b) Voorbeeldzin 2: Google verzamelt allerlei data van ons als we bepaalde apps gebruiken. Betekenis van het woord: gegevens / feiten c) Voorbeeldzin 3: Mijn beste vriendin is overleden aan een overdosis van drugs. Betekenis van het woord: te grote hoeveelheid De zin waarin de belangrijkste mededeling van de alinea staat. a) Hij b) Zijn c) Het d) Dit e) Deze Sims 4 krijgt reality(compettie)show Een Sim. Een afvalrace. Doel: informeren Soort: informerende tekst Vorm: nieuwsbericht B, onderwerp benoemen Kernzin: De Sims is een simulatiegame waarin spelers een poppetje, een Sim, kunnen creëren en voor deze Sim een levensloop kunnen uitstippelen. B, voorbeeld Kernzin: De realityserie is een afvalrace die bestaat uit vier afleveringen waarin de deelnemers uitdagingen moeten voltooien. Tip: in deze alinea is de laatste zin de kernzin, omdat de eerste zin een toelichting is van de afvalrace. Deze zin is geen kernzin, omdat dit een toelichting is op de informatie uit de eerste zin (de kernzin).