Nieuw Nederlands 6e ed - Hoofdstuk 3 - Smaak oefentoetsen & antwoorden

Juist. Zie onderstaand voorbeeld waarbij we ‘haar zusje’ hebben toegevoegd aan de zin om het duidelijk te maken. Bij het vermenigvuldigen vergiste Jojanneke haar zusje vaak. Hoe kan Jojanneke haar zusje vergissen bij het vermenigvuldigen? Dit is grammaticaal niet juist. Je kunt hier geen ander persoon invullen. a) Ik heb mijn pen graag in mijn zak. Ik = pers. Vnw. (Persoonlijke voornaamwoorden noemen (meestal) personen zonder ze bij naam te noemen. Ze staan ook weleens in plaats van een dier of ding in de zin.) Mijn = bez. Vnw. (de pen is mijn bezit) Mijn = bez. Vnw. (de zak is mijn bezit) b) Wij schudden elkaar de hand Wij = pers.vnw. (Persoonlijke voornaamwoorden noemen (meestal) personen zonder ze bij naam te noemen. Ze staan ook weleens in plaats van een dier of ding in de zin.) Elkaar = wedig. Vnw. (Het wederkerig voornaamwoord is elkaar en vormen van elkaar zoals: mekaar en elkander. Wederkerige vnw. verwijzen naar meer personen.) c) Zij heeft zich erg vergist in hem. Zij = pers.vnw. (Persoonlijke voornaamwoorden noemen (meestal) personen zonder ze bij naam te noemen. Ze staan ook weleens in plaats van een dier of ding in de zin.) Zich = wed.vnw. (Het wederkerend voornaamwoord komt alleen voor in combinatie met een wederkerend werkwoord. Voorbeelden van wederkerende werkwoorden: zich schamen, zich ergeren, zich vergissen.) Hem = pers. Vnw. (Persoonlijke voornaamwoorden noemen (meestal) personen zonder ze bij naam te noemen. Ze staan ook weleens in plaats van een dier of ding in de zin.)   a) Het overleg b) Dit gereedschap c) De behandeling van het slachtoffer d) Dit cadeau krijgen e) De gemeente a) Is dit het lokaal waar we de toets moeten maken? b) De klant met wie ik had afgesproken, kwam later. c) Het bedrijf waar we eerder zaken mee deden, is nu failliet verklaard. d) Kun jij de persoon aanwijzen aan wie ik dit cadeau mag overhandigen? e) Het fototoestel waarmee ik de modellen zou fotograferen, kostte een fortuin. f) We verwijderen asbest uit het gebouw waar we nu staan. g) Is de regisseur op wie we al een uur staan te wachten, ons misschien vergeten? h) De uitbreiding waarover een tijdje terug sprake van was, gaat niet door. i) Is dit alle ruimte waarover jullie beschikken? j) De accountant met wie je je financiën bespreekt, belde zojuist.   a) Wie = betr. vnw. m.i.a. Uitleg: Je kunt het vervangen door 'Degene die'. b) Wat = betr. vnw. Uitleg: 'wat' verwijst naar de hele voorgaande zin c) Wat = onb. vnw. Uitleg: Je kunt 'wat' vervangen door 'iets'.    Die = aanw. vnw.    Die = betr. vnw. Uitleg: 'die' staat achter het zelfstandig naamwoord waarnaar het verwijst.   stelling waar niet waar voor de tientallen tot honderd gebruik je cijfers   x voor hele getallen van één tot twintig gebruik je letters x   voor maten en bedragen gebruik je getallen x   voor data en tijdstippen gebruik je letters   x voor tijdsduur gebruik je letters x       a) Op 14 augustus 1992 stond It’s my Life van Dr. Alban al zes weken op nummer één in de Top 40. b) Van de 26 topatleten verschenen er 21 aan de start en maar 12 wisten er te finishen bij een temperatuur van 42°C. a) 20% b) tweeënhalf c) drie vijfde van de scholieren d) Het duurt in totaal vier uur. e) twintigduizend f) We verzamelen om 15.00u stipt.   a) Downloadden (Ik-vorm + den, want 2e persoon meervoud, verleden tijd en de d zit niet in ‘t Kofschip) b) Flirtte (Ik-vorm + te, want 3e persoon enkelvoud, verleden tijd en t zit in ‘t Kofschip) c) Subsidieerde  (Ik-vorm + de, want 3e persoon enkelvoud, verleden tijd en de r zit niet in ‘t Kofschip) d) Kleedde (Ik-vorm + de, want 2e persoon enkelvoud, verleden tijd en de d zit niet in ‘t Kofschip) e) Koos (Sterk werkwoord, dus verandert van klank.) f) Ontkrachtten (Ik-vorm + ten, want 2e persoon meervoud, verleden tijd en de t zit in ‘t Kofschip) g) Startten (Ik-vorm + ten, want 3e persoon meervoud, verleden tijd en de t zit in ‘t Kofschip. h) Geloofde (Ik-vorm + de, want 2e persoon enkelvoud, verleden tijd en de v zit niet in ‘t Kofschip.  i) Brandde (Ik-vorm + de, want 3e persoon enkelvoud, verleden tijd en de d zit niet in ‘t Kofschip. j) Surfte (Ik-vorm + te, want 2e persoon enkelvoud, verleden tijd en de f zit in ‘t Kofschip.  Je benoemt het geheel in plaats van een deel. Het hele land wordt hier genoemd, maar het gaat om een groepje Belgen en Nederlanders, niet de gehele bevolking. We geven hieronder een voorbeeld  van een mogelijk antwoord. Er zijn verschillende zinnen mogelijk. Controleer of je de juiste betekenis van het woord in je zin hebt opgenomen.Wanneer komt die babyface van je weer een keer langs? Hierin wordt met babyface een persoon bedoeld die een jong uitziend gezicht heeft.   Argument 1: Het is namelijk gezond om buiten te zijn.Argument 2: ..want het regent en het is koud. Argument 3: ..omdat ze eigenlijk zin heeft in een loempia van de kraam verderop. Argument 4: Er zitten weinig groenten in en ze zijn hartstikke vet.   a) De schrijver wil de irritatie duidelijk maken en kiest daarom voor een negatieve toon. OOk kiest de schrijver hiervoor om de lezers te overtuigen bepaalde dingen niet meer te doen in de sportschool. b) Alinea 2 t/m 6 c) Want   d) Bij het signaalwoord ‘ook’ hoort een opsomming als tekstverband. e) Stop met irritant gedrag in de sportschool f) Sociaal doen in de sportschool Er te mooi uitzien in de sportschool Selfies maken in de spiegel Onnatuurlijke geluiden maken Spullen niet opruimen g) Irritatie Argument Nevenschikkend Onderschikkend irritatie 1 hoofdargument: Ik kom om te werken aan een fit lichaam hoofdargument: om mijn hoofd leeg te maken hoofdargument: en om de beste versie van mijzelf te worden. x   irritatie 2 hoofdargument: De sportschool is géén modeshow en er ligt géén rode loper. subargument: Hun outfits afgestemd op elkaar. subargument: Daarnaast zitten hun haren alsof ze net van de kapper komen. subargument: En geen zweetdruppel te bekennen      sub-subargument: want hun make-up zou zomaar kunnen uitlopen.   x irritatie 3 hoofdargument: Ze hebben nog geen dumbbell, gewichtsschijf of battle rope aangeraakt. subargument:  Ik sta mezelf suf te deadliften   x irritatie 4 hoofdargument: Zo onnodig x   irritatie 5 hoofdargument: Dat hebben we vroeger allemaal geleerd. hoofdargument: Als je naar de gym komt om groot te worden, moet je ook groot genoeg zijn om je rotzooi bij je te houden. x