Stepping Stones 7e ed - Hoofdstuk 4 - No place like home oefentoetsen & antwoorden

a) roundabout (TW) b) stofzuigen (TW) c) achtertuin (G) d) basement (A)  e) destination (C) f) stofzuigen (F) g) discipline (G) h) chores (F) i) kast (A) j) ramp (C) k) bubbelbad (A) l) het vuilnis buiten zetten (TW) m) drawback (C) n) lade (G) o) erg groot (A) p) (to) (un)load the dishwasher (TW) q) duvet (F) r) zeker (C) s) ingang (G) t) mow (F) Let op: soms zijn er meerdere vertalingen voor een woord, let dan goed op de zin waarin het woord gebruikt wordt.    a) I have a room with a balcony on the third floor. (Stone 10) Let op: in het Amerikaans Engels is de begane grond first floor, in het Brits Engels is de eerste verdieping first floor. b) It’s/It is over there. Keep going for another 200 metres. (Stone 11) c) I’m/I am looking for the village square. (Stone 11) d) Our house has four bedrooms, a kitchen, a living room and a garden. (Stone 10) e) I think Terrence is waiting for his friends at the bus stop. (Stone 12) f) What are you doing (right now)? (Stone 12)   a) is trying                             b) is fishing                                  c) are studying                         d) are taking                            e) are watching                              f) am listening g) are changing h) is eating i) is explaining j) are visiting   a) Don’t eat that much. b) Turn left at the crossing. c) Don’t swim after eating. d) Watch the news.  e) Don’t drive for longer than two hours. f) Listen to what she has to say.   1 F 2 T 3 T 4 F 5 F 6 F 7 T   a) the b) an c) a d) a e) - Let op de uitzonderingen; je krijgt geen lidwoord wanneer het over algemene dingen gaat of wanneer we over het specifieke doel van een gebouw praten. Bij een h, u of afkorting moet je goed letten op de uitspraak van het woord. Spreek je het uit met een vowel sound (klinker), dan krijg je an, geen a. a) could you tell me is iets beleefder dan do you know. Antwoord: Excuse me, do you know/could you tell me where the nearest station is? b) Er kunnen alternatieven voor amazing gebruikt worden, let dan wel op het gebruik van het lidwoord. Antwoord: The bathroom is very narrow, but we have an amazing view. c) Hier gaat het om het specifieke gebouw dus krijg je the ervoor.  Antwoord: I am/I’m looking for the police station.  d)  Je krijgt de present continuous omdat hij daar nu mee bezig is. Let op de schrijfwijze van bank.   Antwoord: He is finishing his homework on the couch. e)  Het wordt op dit moment gedaan, vandaar de present continuous.  Antwoord: We are/we’re tidying (the mess) in the garage.   (a)  Je bent nu de hond aan het uitlaten, dus de present continuous. In de tweede zin wordt de imperative/gebiedende wijs gebruikt. Antwoord: I am walking the dog. Clear the table!   (b)  Ze zijn nu het getij aan het bekijken. Het tweede deel is een waarschuwing en dus krijg je de gebiedende wijs. Antwoord: They are/they’re watching the tide. Watch out for the water! (c)  Je loopt nu in de verkeerde richting, maar dat is eindig. Je krijgt namelijk het advies om links af te slaan bij de verkeerslichten. Antwoord: You are/you’re going in the wrong direction. Turn left at the traffic lights. (d)  Je woont hier niet alleen nu, dat is voor langere tijd. Vandaar dat je geen present continuous krijgt. De h van hospital wordt uitgesproken, je krijgt dus ‘a’ als lidwoord. En voor de medeklinker van detached house, krijg je ook ‘a’. Antwoord: I live next to a hospital, in a detached house. (e)  Er zijn meerdere manieren om hier aan te geven dat iemand op moet passen. Wil je dat iemand oplet of gaat het erom dat het gevaarlijk is? Let op wat je wilt zeggen. Er speelt irritatie mee dat je broertje elke keer de stekker eruit haalt, vandaar dat je de present continuous gebruikt. Antwoord: Pay attention!/Be careful! The plug is not in the plug station. My brother is removing it/taking it out every time. Tip: Maak een grammaticaschema (link).   a) an animal b) the Prince of Norway c) an improvement d) the janitor’s office e) at school f) on top of the university g) an expectation h) play video games i) buy clothes j) in the morning Let op de beginletter en of het om iets specifieks gaat of in het algemeen.