Stepping Stones 7e ed - Hoofdstuk 5 - Your world oefentoetsen & antwoorden

a) wing (TW) b) grommen (TW) c) onderzoeker (G) d) soorten (A)  e) druk (C) f) vibrant (F) g) vote (G) h) dorp (F) i) beschutting (A) j) proud (C) k) prey upon (A) l) (coral) reef (TW) m) vervangen (C) n) opvallen (G) o) zorgen voor (A) p) (to) make a difference (TW) q) landelijk (F) r) surgery (C) s) rangorde (G) t) rush (F) Let op: soms zijn er meerdere vertalingen voor een woord, let dan goed op de zin waarin het woord gebruikt wordt.    a) Our guinea pig squeaks when it is afraid. (Stone 13) Let op: vanuit het Nederlands hebben we eerder de neiging om he or she te gebruiken voor een huisdier. In het Engels is het heel gewoon om it te gebruiken wanneer je naar een dier verwijst. b) There isn’t/is not much food in the desert. (stone 14) c) I take shorter showers and skip baths to save water. (Stone 15) d) Does your cat like other people and animals? (Stone 13)  e) At home, I print on both sides of the paper. (Stone 15) f) These animals only eat worms and other small animals. (Stone 14)   a) neighbour’s son                                        b) top of the building                                     c) lid of the pan                                              d) tigers’ whiskers                                          e) most beautiful animal of the rainforest       f) the largest city of Ireland g) the first floor of the department store h) Rose’s hair i) Niels’ motorcycle/Niels’s motorcycle j) the biggest mountain of India   a) much  b) many c) much d) many  e) many f) many   1 talked 2 were 3 told 4 climbed 5 amazed 6 saw 7 did not recycle 8 bought 9 refused 10  changed   a) ii, vi b) i, iv c) iii, v  a) Een vraagzin zonder hulpwerkwoord begin je met do. Deze verwijst naar dichtbij en meervoud dus these. Na do krijg je het hele werkwoord (live). Een gedeelte van het bos betreft niet een persoon of dier dus krijg je of. Antwoord: Do these bears live in a specific part of the forest? b) Die verwijst naar meervoud en ver weg dus those. Eat is het enige werkwoord in de zin, vandaar dat only daarvoor geplaatst wordt. Bij meervoud komt de -s er altijd aan vast (seeds). Antwoord: Those birds only eat seeds. c) Have is het hoofdwerkwoord dus komt often daarvoor. To have an argument on something is een vaste combinatie.  Antwoord: My brother and I often have arguments on what we can do to help the environment.  d)  Zij is hier meervoud dus they. Wanneer ‘off’ bij een werkwoord hoort, krijgt het meestal dubbel f. Contribute to is weer een vaste combinatie.  Antwoord: They turn off the lights at night and contribute to the environment.  e)  Bij een vraagzin zonder hulpwerkwoord krijg je do. Hierbij wordt het gebruikt bij dog (te vervangen door he) dus krijg je does. Na does krijg je het hele werkwoord dus growl.   Antwoord: Does your dog growl when it sees another dog?   a) paid b) flew c) fought d) learnt e) broke f) said g) won h) chose i) bit j) sang De onregelmatige werkwoorden (irregular verbs) is iets wat je uit je hoofd moet leren. 70% van de werkwoorden die je het meest gebruikt zijn onregelmatig, je zult ze dus veel nodig hebben. a)  De verleden tijd van use is used (regelmatig). Parties is telbaar en dus krijg je many. Antwoord: We used more volunteers for the many parties.  b)  Bij bezit bij dieren krijg je ‘s. De verleden tijd van protect is protected, maar hier gaat het om een ontkenning dus krijg je did not/didn’t protect.  Antwoord: The butterfly’s wings did not protect it from the rain. c)  Rivers is meervoud en telbaar dus many. De verleden tijd van improve is improved. Flora en fauna en omgeving zijn geen persoon of dier dus gebruik je of. Antwoord: Many rivers improved the flora and fauna of the area. d)  Veren en papegaai krijgen ‘s omdat het om een dier gaat. De verleden tijd van have is had. Let op de schrijfwijze van colours; in het Amerikaans Engels wordt het zonder -u- geschreven.  Antwoord: The parrot’s feathers had beautiful colours.