Stepping Stones 7e ed - Hoofdstuk 6 - Let's go! oefentoetsen & antwoorden

a) archery (TW) b) tegenstander (TW) c) bijwonen (G) d) concurreren (A)  e) gemeenschap (C) f) bewerken (F) g) distance (G) h) break (F) i) difficult (A) j) kunst (C) k) balance (A) l) ruggengraat (TW) m) invest (C) n) contest (G) o) passen (A) p) confident (TW) q) buiten lesprogramma (F) r) meedoen (C) s) buitenlands (G) t) area (F) Let op: soms zijn er meerdere vertalingen voor een woord, let dan goed op de zin waarin het woord gebruikt wordt.    a) I love BMX because I like racing others (Stone 16)  b) She is the most talented photographer I’ve ever seen. (stone 17) c) She sets an example because her style is unique and innovative. (Stone 18) d) Playing tennis can be fun, but I could be better at it. (Stone 16)  e) Why do you admire him? (Stone 18) f) This sport resembles basketball, but it has a larger court. (Stone 17)   a) larger                                                         b) hot                                                        c) smallest                                                     d) the smartest                                               e) farther/further                                             f) worse g) the longest h) highest i) brightest j) happier   a) Incorrect; Kevin didn’t/did not sleep late yesterday. b) Incorrect; How many questions did you form? c) Correct; listen is geen hulpwerkwoord en heeft dus de hulp van did nodig. d) Correct; were is de verleden tijd van to be en mag als hulpwerkwoord vooraan in de zin. Let op de schrijfwijze.  e) Incorrect; je mist de ontkenning. Dit is geen vraagzin of ontkennende zin. De verleden tijd van teach is taught, maar dit is geen hulpwerkwoord. Het goede antwoord is didn’t teach. f) Correct; get is geen hulpwerkwoord dus je voegt did toe.    1. Did my father never work in a factory? 2. Did WWII end in 1945? 3. Did the bus driver tell us to sit down? 4. Did the sunflower grow very big last year? 5. Did I finish my book yesterday? 6. Did the baby fall asleep on my lap? 7. Did the little girl play in the sandbox? 8. Did the boys kick the ball all around the field? 9. Did my favourite show start 15 minutes ago? 10. Did Jeff clean his room this weekend?   1. He didn’t walk five miles in the pouring rain. 2. Your meeting didn’t last three hours. 3. The teacher didn’t copy the reader thirty times. 4. The renovation of Big Ben didn’t start in 2018. 5. Katey didn’t finish all her homework in time. 6. The staircase didn’t look clean and tidy. 7. The bikes didn’t all fall down. 8. The new coffee machine wasn’t white. 9. Francis didn’t buy nineteen candy bars. 10. Drake didn’t publish seven books. a) Zij is hier gebruikt als meervoud. Icon begint met een klinker dus krijg je an. De snelste (overtreffende trap) krijgt -est aan het eind. Antwoord: They are an icon because they are the fastest players around. b) Na you krijg je het hele werkwoord ‘surf’. Surf is geen hulpwerkwoord dus moet je bij een vraagzin do toevoegen. Een ander woord voor three times is thrice. Antwoord: Do you surf three times/thrice per month? c) Dammen schrijf je als meervoud, maar krijgt het werkwoord in enkelvoud. In de ontkenning heeft resembles een hulpwerkwoord nodig (does).   Antwoord: Checkers does not resemble chess but they are both boardgames.   d)  De verleden tijd van show is showed. Na to krijg je het hele werkwoord.  Antwoord: She showed me why it’s important to be humble.  e)  Always komt voor het hoofdwerkwoord (behalve bij to be). My father kan vervangen worden door he en krijgt dus een -s achter het werkwoord.   Antwoord: My father always tells people to be passionate/ they have to be passionate.   a)  Find is geen hulpwerkwoord dus heb je in een vraagzin ondersteuning van did nodig. Er zijn meerdere manieren om leukst te vertalen. Funniest is het grappigst, dat zou hier geen geschikte vertaling zijn. Let er in elk geval op dat jouw woord eindigt op -(e)st. Antwoord: Did you like climbing best/most?  b)  See is geen hulpwerkwoord dus moet je did toevoegen. Die verwijst naar iets wat verder weg gebeurt en enkelvoud is dus krijg je that. Let op de schrijfwijze van foul.  Antwoord: Did you see that foul? c)  Hebben is hier geen hulpwerkwoord dus heb je did nodig. De -s komt er bij het meervoud altijd aan vast. Antwoord: He did not/didn’t have pain in his knees. d)  De verleden tijd is hier geen vraagzin of ontkennende zin en dus blijven de werkwoorden won en was zonder toevoeging van did of didn’t. De beste wordt vertaald met best. Antwoord: The team won the finale and was the best of the competition.