Stepping Stones 7e ed - Hoofdstuk 6 - Let's go! oefentoetsen & antwoorden

a) dammen (TW) b) gelijkspel (TW) c) ronde (G) d) strength (A)  e) bron (C) f) sound (F) g) toeschouwer (G) h) grown-ups (F) i) goed zijn in (A) j) ophouden, opgeven (C) k) stretch (A) l) stomach (TW) m) truc (C) n) voorspellen (G) o) gymnast (A) p) referee (TW) q) in dienst (F) r) seperate (C) s) mistake (G) t) komen opdagen (F) Let op: soms zijn er meerdere vertalingen voor een woord, let dan goed op de zin waarin het woord gebruikt wordt.    a) I go to dance class at the local gym on Wednesday. (Stone 16)  b) He is a better dancer than I thought. (stone 17) c) Federer changed the game of tennis. (Stone 18) d) What do you like about skating? (Stone 16)  e) What makes Usain Bolt such a great athlete? (Stone 18) f) Sara is the most talented singer in our class. (Stone 17)   a) exciting                                                      b) taller                                                       c) neater                                                        d) emptier                                                      e) faster                                                          f) least g) meanest h) newest i) energetic j) good   a) Correct; To be is een hulpwerkwoord dus heb je geen extra hulpwerkwoord nodig. b) Correct; Would is de verleden tijd van het hulpwerkwoord will. Er is dus geen extra hulpwerkwoord nodig. c) Incorrect; Did is je persoonsvorm al, daarna krijg je het hele werkwoord (de infinitief). d) Incorrect; Had is hier geen hulpwerkwoord dus heb je did nodig; Did you have enough entrance tickets?  e) Correct; cough is geen hulpwerkwoord dus moet je zelf did toevoegen. f) Incorrect; worked is geen hulpwerkwoord dus je voegt did toe. Na did krijg je het hele werkwoord.   1. Did this store sell the best candy? 2. Was she born in 2012? 3. Can they not count all the numbers? 4. Did the purple dress look chique? 5. Was Secret Garden one of my favourite books? 6. Did I do the laundry yesterday? 7. Did the plane land a little over seven? 8. Did you score the winning goal? 9. Was the coffee still extremely hot? 10. Did Theo write a long letter to his wife?   1. Sam didn’t play an amazing match. 2. He didn’t search for information on the Internet. 3. Lennon didn’t pack his bags for Paris. 4. Nick didn’t visit his grandparents last week. 5. The author of the book wasn’t proud of his work. 6. I didn’t watch an episode of Snowpiercer. 7. Nigel didn’t edit this document 9 times. 8. He didn’t put his cap on backwards. 9. My mother didn’t set my alarm clock extra early. 10. The window cleaner didn’t come every week. a) Better is de vergrotende trap van goed. Bij de vergrotende trap krijg je than (let op de schrijfwijze, then is van een tijdstip). Antwoord: Demyan is a better singer than basketball player. b) Na you krijg je het hele werkwoord ‘row’. Row is geen hulpwerkwoord dus moet je bij een vraagzin do toevoegen.  Antwoord: Do you row a lot/often? c) De verleden tijd/past simple van winnen is won.    Antwoord: You won three silver medals at the Olympics.   d)  De woorden in de stones-zinnen kun je door allerlei woorden vervangen, de opzet blijft verder hetzelfde.  Antwoord: We are really nervous because it is dangerous.  e)  What is je vraagwoord in deze zin, hierna hoeft geen hulpwerkwoord gebruikt te worden om een vraagzin te maken. Michael Jackson kan vervangen worden door he dus krijgt make een -s erachter. Original begint met een klinker dus krijg je an.   Antwoord: What makes Michael Jackson such an original artist?   a)  Humble bestaat uit twee lettergrepen, maar eindigt op -le. Dit is een uitzondering waarbij je wel gewoon de -er achter het woord krijgt. Er staat al een -e dus vervalt de -e van -er. Antwoord: Is JayZ humbler than Kanye West?  b)  Dit is een vraagzin in de past simple, maar did is niet nodig omdat was al een hulpwerkwoord is. Patient heeft twee lettergrepen dus krijg je more in plaats van -er.  Antwoord: Was Mary more patient than Cain? c)  Hebben is hier geen hulpwerkwoord dus heb je did nodig. Na did krijg je het hele werkwoord (have). Strong wordt hier niet gebruikt in een vergelijking. Antwoord: He did not/didn’t have a strong back. d)  Were is al een hulpwerkwoord dus not mag er gewoon achter. De vergrotende trap van little is less.  Antwoord: In my youth/when I was young, martial arts weren’t less popular than now. e)  Play is geen hulpwerkwoord dus moet je did toevoegen voor een vraagzin in de past simple.  Antwoord: Did you rather play baseball or basketball? Tip: Maak een grammaticaschema (link).   1. That video is funnier than what I saw. 2. Her painting is the most creative painting I have ever seen. 3. I like you more than Jim. 4. Is Karen/Allen more beautiful/more handsome/smarter than I? 5. This street is broader than London Street. 6. The music is loudest near the boxes/He is the toughest boy in class. 7. This sweater is the thickest in the store. 8. Have you seen the highest top of the mountain? 9. This pair of jeans is newer than my T-shirt. 10. Your line is straighter than mine.