Libre Service Junior deel A+B (oude editie) - Unité 1 - Voyages oefentoetsen & antwoorden

a) aankomen b) de trein c) de bestemming d) de auto e) de aankomst a) le voyage: de reis b) bouchons: files c) la station de service: de tankstation:  d) continuer: doorgaan e) sortir: uitgaan  a) Vous pouvez m’aider s’il vous plaît? b) Je dois recharger ma carte Navigo au distributeur. c) Le RER part de quelle voie? d) Nous sommes restés une semaine à Cannes. e) J’ai fait des randonnées en montagne. a) la grève b) dépêche-toi c) rater d) le quai e) traverser f) itinéraire g) direction h) ligne i) changer j) la queue a) Quel temps fait-il au Luxembourg? b) Heureusement, il a fait du soleil tout le temps. c) A Cannes, il fait toujours beau. d) L’année prochaine, je veux aller à Toulouse en avion. a) je pars b) tu pars c) il, elle, on part d) nous partons e) vous partez f) ils, elles partent a) partons b) es sorti c) partent d) Vous sortez e) Je sors f) Il est parti a) être b) je suis parti(e) a) In het Frans gebruik je meestal bij de passé composé het hulpwerkwoord être als je in het Nederlands het hulpwerkwoord zijn gebruikt. b) Als je het hulpwerkwoord être gebruikt komt er bij het voltooid deelwoord een: e als het vrouwelijk is s als het meervoud is es als het vrouwelijk meervoud is a) Nous attendons le train sur le perron. b) Il faudra descendre à la gare suivante. c) Dépêche-toi! nous allons être en retard! d) et si on est en retard on va rater le train! e) Zut! le train ne part pas à cause de la grève. f) nous devons choisir un autre itinéraire. g) Nous allons prendre le métro, ligne 6. h) Nous devons prendre quelle direction pour aller au centre? a) Je suis rentré hier. (rentrer) b) Tu es allée au restaurant? (aller) c) Vous êtes venus comment? (venir) d) J’ai mangé  une glace . (manger) e) Il est sorti samedi. (sortir) f) Elles sont montées dans le bus. (monter) Tip:  Kijk dus goed of het persoonlijk voornaamwoord mannelijk, vrouwelijk, meervoud is en voeg nog een -e als het vrouwelijk is, een -s als het meervoud is en een -es als het vrouwelijk meervoud is.