Talent MAX 3.1 deel A+B - Hoofdstuk 3 - Weer geleerd oefentoetsen & antwoorden

• Aan wie / voor wie + gezegde + onderwerp + (lijdend voorwerp)?

• a) Keti nam een fles wijn mee voor Fass.
  • Pv = nam mee (maak een vraagzin en je ziet dat dit woord vooraan staat en dus de pv is. Het woord ‘’mee’’ hoort erbij, want het ww. is meenemen)
  • Wg = nam mee (alle werkwoorden uit de zin) 
  • Ow = Keti (Stel de vraag wie/wat + pv) Antwoord = Keti, dus is Keti het ow)
  • Lv = een fles wijn (Stel de vraag wie/wat + gezegde + onderwerp. Antwoord = een fles wijn, dus dat is het lv)
  • Mv = voor Fass (Stel de vraag aan/voor wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp. Antwoord = voor Fass, dus is dat het mv.
• b) Heb jij de fiets voor de deur geparkeerd?
  • Pv = heb (maak een vraagzin en je ziet dat dit woord vooraan staat en dus de pv is.)
  • Wg = heb geparkeerd (alle werkwoorden uit de zin) 
  • Ow = jij (Stel de vraag wie/wat + pv) Antwoord = jij, dus is jij het ow)
  • Lv = de fiets (Stel de vraag wie/wat + gezegde + onderwerp. Antwoord = de fiets, dus dat is het lv)
  • Mv = / (Voor de deur geeft een plaats aan en is dus geen persoon of een ding.)
• c) Fedde schijn ik vorig jaar mijn pen geleend te hebben.
  • Pv = schijn (maak een vraagzin en je ziet dat dit woord vooraan staat en dus de pv is.)
  • Wg = schijn geleend te hebben (alle werkwoorden uit de zin + te als deze voor een heel ww. staat) 
  • Ow = ik (Stel de vraag wie/wat + pv) Antwoord = ik, dus is ik het ow)
  • Lv = mijn pen (Stel de vraag wie/wat + gezegde + onderwerp. Antwoord = mijn pen, dus dat is het lv)
  • Mv = Fedde (Stel de vraag aan/voor wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp. Antwoord = Fedde, dus is dat het mv.

• a) De agenten hielpen de toeristen na de beroving.
• b) De vervanger van onze docent gaf dat huiswerk op.
• c) De hovenier zaagde plotseling de boom achter ons huis om.

• Meerdere antwoorden mogelijk. Een voorbeeld van een goed antwoord is: 
  • Lijdende vorm: Op maandag bezorgt de Jumbo ons boodschappenpakket voor de hele week. 
  • Bedrijvende vorm: Op maandag wordt door de Jumbo ons boodschappenpakket voor de hele week bezorgd.

• Aardrijkskundige namen - maanden van het jaar - straatnamen - windrichtingen - dagen van de week - namen van merken - jongensnamen.

•  a) In de showroom staat ook een tweedehands Mercedes. (begin van de zin, naam van een merk.)
• b) ‘s Nachts varen er geen boten over de Rijn. (begin van de zin eerste letter van een woord, ‘s is de laatste letter, aardrijkskundige naam)
• c) In de herfst komt de wind vaker vanuit het oosten, zegt Piet Paulusma.   (begin van de zin, voornaam en achternaam. Seizoen en windrichting geen hoofdletter)

• a) zuchtend
• b) gebeurd
• c) verkocht
• d) Bonzend
• e) ijsberend
• f) behandeld
• g) kijkend
• h) opgeofferd

• Roerloos betekent zonder te bewegen. -loos betekent zonder.

• a) confronteren met
• b) verbijsterd 
• c) articuleren 
• d) initiatiefrijk
• e) royaal

• Een feit is iets wat waar is of wat niet waar is.
• Of het feit waar of onwaar is, kun je controleren.
  • Voorbeeld: Mijn moeder is 55 jaar.

• Een mening is wat iemand vindt van iets.
• Met een mening kun je het eens zijn of oneens.
• Een mening kun je onderbouwen met argumenten.

• Voorbeeld: Ik vind witlof niet lekker.

• Een argument geeft aan waarom je een bepaalde mening hebt.
• In een tekst vind je argumenten door te zoeken naar signaalwoorden, zoals want, omdat, namelijk en immers.
• Achter deze signaalwoorden vind je vaak argumenten die een bepaalde mening onderbouwen.
  • Voorbeeld: Ik vind witlof niet lekker, omdat de smaak erg bitter is.

• a) Tekst 1

• Als het huidige ‘geen 16, geen druppel’-verbod er al niet voor zorgt dat kinderen van deze leeftijd geen alcohol drinken, waarom zou een verhoging van de leeftijdsgrens dan iets uithalen? We weten allemaal dat de grens van 21 jaar in de VS er bepaald niet voor zorgt dat de jongeren daar geen alcohol drinken. Ik denk zelf dat het beter is om een realistische grens (volgens mij is 16 jaar prima) goed te handhaven en uit te leggen: dan heb je de meeste kans op effect op de echt kwetsbare leeftijdsgroepen.
• Naar: Frederik Slijkerman, de Volkskrant, 5 mei 2012

• b) Tekst 2

• Al sinds de opkomst van de vaste, de mobiele en de smarttelefoon, en de introductie van het mailen, sms’en, pingen, whatsapp’en, facebooken en tweeten, slijpen de tegenstanders hun argumenten. De beste manier om met iemand te praten is face-to-face. Elke vorm van contact die verre afstaat van de directe afwezigheid van je gesprekspartner staat immers lager op de communicatieladder.
• Naar: Anouk van Kampen en Jan Truijens Martinez, NRC Handelsblad, 26 mei 2012

• c) Tekst 3

• De vraag naar ingenieurs van Nederlandse bedrijven is de laatste zes jaar verdriedubbeld. Ze zijn nodig om goede ideeën om te zetten in producten die de wereld aanspreken. Te weinig studenten in Nederland kiezen voor een opleiding tot ingenieur. Dat is zorgwekkend. Momenteel kampt Nederland al met een tekort aan ingenieurs en dat wordt de komende jaren nog groter.
• Naar: James Dyson, de Volkskrant, 5 mei 2012

• d) Tekst 4

• Het meeste onderzoek leert dat honden er twee volledig gescheiden systemen van regels en gedrag op na houden. Één voor honden en één voor de mens. Honden zien ons mensen als een compleet ander soort. Het is een wijdverbreide misvatting dat mensen en honden als het ware één roedel vormen, waarin de mens zijn positie moet vinden. Dat blijkt ook uit het feit dat het spelgedrag tussen mens en hond structureel afwijkt van het spelgedrag tussen honden onderling.
• Naar: Maarten Keulemans, de Volkskrant, 26 mei 2012

• a) Objectief. De kans is statistisch gezien/ bewezen klein dat je iets wint.
• b) Subjectief. Dit is vanuit de beleving van de persoon die het zegt. Het is niet te bewijzen.
• c) Objectief. Het is bewezen dat scooters meer ongelukken veroorzaken. Dit kun je terugvinden in de statistieken.
• d) Subjectief. Dit is vanuit de beleving van de persoon die het zegt. Het is niet te bewijzen. Daarnaast zegt ze dat iedereen levensgevaarlijk is. Dat kan nooit kloppen.
• e) Subjectief. Dit is vanuit de beleving van de persoon die het zegt. Het is zijn/haar mening.

• Mogelijke antwoorden: door, doordat, hierdoor, daardoor, waardoor, zodat, vanwege, als gevolg van, het gevolg is.

• Mogelijke antwoorden: omdat, namelijk, want, daarom, aangezien, immers.

• Mening 1: Ik heb gehoord dat er sinds mijn vertrek uit Darwin op internet en in andere media alweer berichten over mij verschijnen, die echt nergens op slaan.
• Toelichting: Laura vindt zelf dat deze nergens op slaan. Dit is haar mening.
• Mening 2: En ik vind het nog steeds onbegrijpelijk dat er alsmaar weer zoveel onware berichtgeving door de Nederlandse media de wereld in wordt gestuurd.
• Toelichting: Laura schrijft: 'ik vind'. Dit geeft aan dat het haar mening is.

•  a) Beide.
•  b) Meerdere antwoorden mogelijk: Agenten gingen af op een melding en troffen vijftien personen aan in het pand aan de Grote Markt in Groningen. / Alle aanwezige personen hebben een boete van 390 euro gekregen.
•  c) Hij vindt het een ongelooflijk domme actie.
•  d) Het is in strijd met het coronabeleid en ze brengen zo mensen in gevaar.

• a)  
  • Oorzaak: hevige onweersbui
  • Gevolg: bomen zijn omgevallen
  • Signaalwoord: door
•  b)  
  • Oorzaak: bomen op daken van huizen
  • Gevolg: veel reparatiekosten
  • Signaalwoord: waardoor