Biologie voor Jou MAX (release 6.1) deel A - Thema 3 - Genetica oefentoetsen & antwoorden

De waarneembare kenmerken van een individu Dat twee genotypes even sterk in het fenotype tot uiting komen Een monohybride kruising XY Genen die op hetzelfde chromosoom liggen. Nature-nurturediscussie     Dit individu is van het mannelijk geslacht. Dat kun je zien aan de 2 chromosomen rechtsonderaan. Deze zijn ongelijk van lengte, wat dus een X- en een Y-chromosoom inhoudt. Onjuist. Recombinatie vindt plaats tijdens meiose I. Meiose I vindt plaats in de eierstokken. 1, alleen Rr, dus ruwharig. Omdat de vrouw zelf XX heeft, en dus altijd een X zal doorgeven. De man heeft XY en zal dus of een X- of een Y-chromosoom doorgeven. Hierbij bepaalt de man dus door welk chromosoom in de zaadcel zit die de eicel bevrucht, wat het geslacht van de nakomeling wordt. Omdat bij gekoppelde overerving bepaalde combinaties van genen aan elkaar gelinkt zijn, kunnen niet alle combinaties van allelen gemaakt worden. Deze zullen dan ook niet voorkomen bij gekoppelde overerving, terwijl dat bij ongekoppelde overerving dan wel zou kunnen. Omdat een twee-eiige tweeling genetisch van elkaar verschilt, en daardoor niet één-op-één met elkaar te vergelijken zijn. AGTAATCGCCGTATGCCGATAA (Basisstof 1).TCATTAGCGGCATACGGCTATT De genen voor speekselproductie zijn in huidcellen geinactiveerd Maya: AaTess: aa Maya = heterozygootTess = homozygoot  zzZZzZzzzzzz 50% à 2 van de 4 mogelijkheden resulteren in 2 recessieve allelen (zz) en dus hangoren. 0% à de vrouw zal altijd het dominante gen doorgeven omdat ze homozygoot is voor de eigenschap. Nee, want dan zou nog steeds de vrouw altijd het dominante gen doorgeven aan alle nakomelingen, en zou de kans op 0% blijven. In je experiment beschreven worden:Dat er een controlegroep en een testgroep is + de aantallenDat beiden dezelfde behandeling krijgenDat de behandeling bestaat uit het toedienen van marihuana bijv dmv rook, maar dat er dan ook rook met dezelfde ingrediënten maar zonder de marihuana moet worden toegediend aan de controlemuizen. Ook moet worden aangegeven hoe vaak de behandeling plaatsvindt.Dat de muizen binnen een groep (controle of test) met elkaar moeten reproduceren, en de nakomelingen bestudeerd moeten worden op genotype en fenotype. Onderzoeksvraag: Een goede onderzoeksvraag begint met een vragend voornaamwoord en geeft zo veel mogelijk detail, maar is niet te lang. Bij het experiment van de vorige vraag zou de onderzoeksvraag bijvoorbeeld kunnen zijn:’In hoeverre ondervinden er nakomelingen van ouders die zijn blootgesteld aan rook met marihuana fenotypische en genotypische veranderingen plaats?Hypothese: Geeft je verwachting weer als antwoord op de onderzoekvraag. Bij dit experiment zou dat bijvoorbeeld kunnen zijn:’Er wordt verwacht dat het genotype geen daadwerkelijke veranderingen zijn ontstaan, maar wel in de expressie van verschillende genen. Daarom worden er ook in het fenotype verschillen verwacht.  GGGGGGGgGgGg In het kruisingsschema komt geen individu voor met het genotype gg. Er zal dus geen individu dood gaan aan de lethale factor. De twee heterozygote individuen (Gg).