Biologie voor Jou MAX (release 6.1) deel B - Thema 4 - Evolutie oefentoetsen & antwoorden

Moleculaire eigenschappen en uiterlijke kenmerken De endosymbiosetheorie houdt in dat eukaryoten zijn ontstaan uit grote prokaryoten Dat ze in extreme omstandigheden kunnen overleven Dan worden er plasmides uitgewisseld dmv een holle buis die gevormd wordt tussen de twee bacteriën. Een- of meercelligheid, symmetrie, het soort skelet en resultaten van moleculaire onderzoeken Omdat insecten voor hun stevigheid een exoskelet hebben en mensen niet. Dit exoskelet zorgt er wel voor dat insecten niet goed kunnen groeien, dus om groter te worden moeten ze hun exoskelet afwerpen en een grotere nieuwe vormen. Jean de Lamarck De invloed van factoren uit het (omliggende) milieu op de genetische variatie van een populatie. Organen die dezelfde functie hebben, maar een totaal ander bouwplan. Een weergave (schematisch) van de verwantschap tussen soorten. Organismen behoren tot dezelfde soort als ze in staat zijn onderling voort te planten (op natuurlijke wijze) en daarbij te zorgen voor vruchtbare nakomelingen // de grootste verzameling aan populaties waar uitwisseling van genen tussen kan plaatsvinden. Juist De grootte van het eiland, de afstand tot het vasteland, het aantal soorten dat zich vestigt en het aantal soorten dat verdwijnt van een eiland. Uitsterven De dinosauriërs waren koudbloedig en konden na de meteorietinslag niet zonder zonlicht overleven. Eencellig/geen interne membranen/geen celkern/celmembraan De zaden van naaktzadigen liggen niet in een vruchtbeginsel zoals bij bedektzadigen, maar als het ware naakt Als er veel genetische variatie is in een populatie, is er bij een verstoring (ziekte/veranderende omstandigheden bijv) kans dat er organismen zijn die hierop zijn aangepast. Als het onaangepaste deel van de populatie wordt uitgeroeid, zorgen de goed aangepasten dat de soort kan overleven. Bij minder genetische variatie zijn er dus minder varianten van een organisme, wat zou kunnen betekenen dat bij een verstoring er geen organisme is wat goed is aangepast, en de soort dus uitsterft. Dat de DNA-sequenties van de twee soorten het meest op elkaar lijken. Er zijn hier veel verschillende antwoorden goed, maar je antwoord moet het volgende bevatten:In een originele populatie vindt een event plaats, waardoor er individuen overblijven die de nieuwe populatie opbouwen.Een event kan zijn: een hoop individuen die dood gaan//wegtrekken. De isolatie bij reproductieve isolatie gaat over een isolatie in voortplanting, terwijl bij geografische isolatie het gaat over isolatie die ontstaan is door een natuurlijk verschijnsel wat niet uit de populatie zelf komt. Een dolfijn, want dat zijn beiden zoogdieren Er kwam steeds meer zuurstof op aarde door de cyanobacteriën. Hierdoor gingen de anaerobe bacteriën dood (vanwege de toenemende concentratie zuurstof). De bacteriën die (beter) tegen zuurstof konden, bleven langer leven en konden zich beter voortplanten, waardoor populaties uit bacteriën die beter tegen zuurstof konden gingen bestaan. Bescherming tegen vijanden/in vorm blijven Het doodt alle bacteriën, dus ook de goede. Dit maakt het lichaam kwetsbaar voor schadelijke bacteriën Geleedpotigen Omdat dan voedingsstoffen van de ene naar de andere plek vervoerd hadden kunnen worden. Nu moet alles direct op de locatie van de cel aanwezig zijn en door diffusie getransporteerd worden. Dat kost veel tijd, waardoor de wieren en mossen klein blijven. De witte berkenspanner, omdat deze beter is aangepast aan het leven op het witte berkenschors. Predatoren zullen de vlinder dan niet zien. De boomkikkers die een anderskleurige huid hadden, waren een makkelijker doelwit voor predatoren. Daardoor was hun fitness lager. Zij konden zich minder makkelijk voortplanten, waardoor de populatie voor een steeds groter deel uit groene boomkikkers ging bestaan. De chimpansee is geen voorouder van de mens, maar de mens en de chimpansee zijn uit een gemeenschappelijke voorouder ontstaan. Hoe verwanter de soort, hoe meer het Cytochroom C-molecuul op elkaar lijkt. Er zijn 489 nertsen, waarvan125 bruin/304 gemengd/60 zwartHet totaal aantal genen in de populatie is 489*2 = 978.Gen B komt 2x125 + 1x304 keer (=554x) voor.554/978 = 0,566 * 100(%) = 56,6%.Rond je antwoord af op 1 cijfer na de komma! Seksuele selectie: de neus is niet nuttig voor een extra goede reuk (of iets dergelijks), maar vrouwtjes kiezen er wel hun partner op uit. Door polyploïdie komen er meer allelen in één cel die allemaal eiwitten produceren. Vruchten van polyploïde planten zijn daarom vaak groter en dit levert meer opbrengst op voor de teler. Deze zijn hier vaak terecht gekomen door vroegere ontdekkingsreizigers die op ieder eiland een paar schildpadden achterlieten om later als voedselbron te dienen.