Feniks 3e ed/LRN-line - Hoofdstuk 2 - Jagers, boeren en farao's oefentoetsen & antwoorden

Langzame ontwikkeling.Mensen zonder vaste woonplaats, zij trekken rond. Een kleine groep mensen met veel aanzien en macht. land met duidelijke grenzen, dat valt onder een bestuur. Godsdienst waarin meer goden tegelijk worden vereerd.   De juiste volgorde is: 1-2-5-3-4. Hierboven zie je per gebeurtenis in welke periode die zich ongeveer afspeelde.1. De laatste ijstijd komt ten einde. rond 10.000 v. Chr.2. De bandkeramiekcultuur ontstond. rond 5300 v. Chr.5. De trechterbekercultuur ontstond. rond 3500 v. Chr.3. Het hiërogliefenschrift ontstond. rond 3100 v. Chr.4. De eerste farao krijgt de macht over het oude Egypte. rond 3100 v. Chr.   a) De juiste volgorde is: 3-2-1.b) De juiste combinaties zijn: 1-II2-I3-III  Bij de nomadische samenleving trokken de jager-verzamelaars rond van plek naar plek, op zoek naar voedsel. De ontdekking van de landbouw zorgde ervoor dat deze mensen zelf gewassen konden verbouwen en dieren konden houden. Daardoor verdween de noodzaak om van een stuk grond weg te trekken, en gingen de mensen zich juist permanent vestigen op een plek. Zo werd de nomadische samenleving een agrarische samenleving.  Drie van de volgende vijf gevolgen: er ontstonden (boeren)dorpen doordat boeren  zich op één plek gingen vestigen.mensen gingen stevige boerderijen bouwen in plaats van simpele hutten.Boeren bouwden ook tempels en grafmonumentendoordat het werk van de boeren anders werd, ontstonden er ook andere werktuigen. Er werden bijvoorbeeld ploegen gebruikt voor de akkers, maalstenen om de granen te malen en aardewerken potten om voorraden op te slaan.Boeren hadden veel meer spullen dan jager-verzamelaars.  We spreken hier van een evolutie, omdat de ontwikkeling van de mens heel langzaam ging, en niet in een korte tijd was ‘afgerond’.Bij een evolutie gaat het om een langdurige, langzamere ontwikkeling die zich geleidelijk doorzet. De veranderingen en ontwikkelingen waren zo ingrijpend in een relatief korte tijd, dat we spreken over een revolutie. Toelichting: Een evolutie is dus een ontwikkeling die geleidelijk loopt, zoals de evolutie van de mens die duizenden jaren duurde. Een revolutie is een snelle, ingrijpende verandering, zoals een plotselinge opstand van het volk. De situatie is dan in een korte tijd erg veranderd.Hoewel er discussie bestaat of de landbouwrevolutie wel écht een revolutie was, wordt deze ontwikkeling wel zo genoemd. Voornamelijk omdat de gevolgen van groot belang waren voor de rest van de geschiedenis.  Doordat de bevolking sterk groeide en er veel zaken geregeld en genoteerd moesten worden, zoals het innen van belasting en het opstellen van wetten, werd er een manier ontwikkeld om deze zaken op te schrijven: het hiërogliefenschrift.   a)Irrigatielandbouw is een systeem waarmee op een kunstmatige manier gezorgd wordt voor een voldoende toevoer van water voor de akkerbouw. Dit gebeurt bijvoorbeeld door het graven van kanalen en vijvers, of het bouwen van dammen om zo het water te reguleren. Op die manier konden de mensen het water inzetten in droge periodes als hun grond water nodig had.b) Door de irrigatielandbouw werden de oogsten groter en daarmee ook de voorraden. Er was dus voldoende te eten en zo kon de bevolking groeien: mensen bleven gezond, leefden langer en kregen meer kinderen. Dorpen konden tot steden uitgroeien door steeds meer mensen die bij elkaar leefden.c) Door de grotere opbrengsten en overschotten als gevolg van de irrigatielandbouw hoefde niet iedereen meer als boer te werken. Mensen konden zich dus gaan richten op andere beroepen en werkzaamheden, zoals het bouwen van huizen, het maken van kleding, gereedschappen en werktuigen. Toelichting: de mensen die zich in dit soort werk gingen specialiseren worden ambachtslieden genoemd. In het oude Egypte stond de farao aan het hoofd van de samenleving. Hij bepaalde de wetten en gaf leiding aan zijn staat. Om alles zo overzichtelijk mogelijk te houden werd het hiërogliefenschrift ontwikkeld. Dit schrift bestond uit kleine afbeeldingen. De Egyptenaren dachten dat verschillende goden verantwoordelijk waren voor natuurverschijnselen. Het geloof in meerdere goden wordt ook wel polytheïsme genoemd. Om de goden tevreden te houden, werden er rituelen uitgevoerd, zoals het offeren van eten aan de goden.   In het huidige Pakistan vonden mensen rond 7000 v.Chr. de landbouw uit. Meer dan duizend dorpen werden steden. Archeologen noemen al deze steden bij elkaar de Indusbeschaving. Mohenjodaro was een van de grootste steden en had rond 2500 v.Chr. 80.000 inwoners. Deze archeologische vondst behoort tot landbouwsamenleving. Dit gereedschap werd namelijk gebruikt om graan te malen, dat betekent dat er voor het gebruik ook daadwerkelijk granen werden verbouwd. Na de landbouwrevolutie ontstond er bijvoorbeeld akkerbouw, waarbij granen werden verbouwd, gezaaid, beschermd en geoogst.  De piramides dienden als graftombes, vooral tussen 2600 en 2100 v. Chr. Hierin werden vooral farao’s, de staatshoofden van het oude Egypte, begraven.