Feniks 3e ed/LRN-line - Toets Tijdvak 4 - Tijd van steden en staten oefentoetsen & antwoorden

a) Conquistadoresb) Gewestc) Inheemse bevolkingd) Inquisitiee) Ketterf) Landvoogd a)  Fout: Middellandse Zeegebied Het moet zijn: Noordwest Europa b)  Fout: handwerkersgilden Het moet zijn: schepenen c)  Fout: op het platteland Het moet zijn: in de stad d)  Fout: Franse koning/Engelse koning. Het moet zijn: Engelse koning/Franse koning (Beide landen zijn omgedraaid). e) Fout: West-Frankische en Oost-Frankische rijk Het moet zijn: kerk in West-Europa en kerk in Oost-Europa f)  Fout: om Jeruzalem te bevrijden Het moet zijn: mensen die afweken van de christelijke leer (islam; ketters) te bestrijden. 6-1-2-4-5-3Toelichting:6) Willem de Veroveraar verovert Engeland.1) Begin Honderdjarige Oorlog.2) Filips II wordt koning van Frankrijk.4) Jeanne d'Arc motiveert de Fransen om feller te vechten.5) Karel de Stoute sneuvelt. 3) Het Groot Privilege wordt ondertekend. Een juist antwoord bestaat uit de volgende elementen: 1. Het benoemen van een probleem waar de vorst tegenaan liep. Bijvoorbeeld: Vorsten waren door het feodale stelsel een aanzienlijk deel van hun macht kwijtgeraakt. 2. Een uitleg waarom het stichten van steden dit probleem kon verkleinen. Bijvoorbeeld: Het verlenen van stadrechten leverde de vorst geld op. Daarmee kon hij proberen om zijn macht te vergroten / de macht van de leenmannen verkleinen. Een juist antwoord bestaat uit de volgende elementen: 1. Een uitleg van wat het stadsbestuur deed. Bijvoorbeeld: Steden werden bestuurd door de rijke bovenlaag. Deze bovenlaag strafte misdaden van arme mensen zwaarder dan van rijke mensen. 2. Een uitleg waarom het gemeen daar ontevreden over was. Bijvoorbeeld: Tot het gemeen behoorden de arme mensen. Zij waren de dupe van het stadsbestuur. Juiste antwoorden gaan in op de versplintering van het rijk als gevolg van het feodale stelsel. Bijvoorbeeld: Door het feodale stelsel was het bestuur uitbesteed aan leenmannen. Zij bepaalden grotendeels wat er gebeurde in hun gebied (en dus niet de koning). Een juist antwoord bestaat uit de volgende elementen: 1. Een uitleg van de rechten van Bourgondische steden. Bijvoorbeeld: In de loop van de tijd hadden steden rechten gekregen. 2. Waarom steden daarom niet wilde meewerken aan centralisering. Bijvoorbeeld: Centralisering zou betekenen dat steden hun voorrechten weer moesten afstaan. Een juist antwoord bestaat uit de volgende elementen: 1. Een keuze. In dit geval: de paus. 2. Een toelichting. Bijvoorbeeld: Er werd door beide partijen overeengekomen dat de paus bisschoppen zou benoemen en dat de koning de bisschop daarna tot leenman zou benoemen. Een juist antwoord bestaat uit de volgende elementen: 1. Een keuze: B of C 2. Een toelichting: B is bruikbaar omdat een historicus zich erin heeft verdiept. Deze man is expert en zijn conclusies zijn dus betrouwbaar. C is bruikbaar omdat het is geschreven door een ooggetuige. Opmerking: van bron C is het niet duidelijk of het ook gaat over de pest zelf of vooral over het dagelijks leven. Bron B is daarom vermoedelijk het meest bruikbaar. De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden omdat koopmannen in steden wonen / dit schilderij de rijkdom van de steden laat zien (in de kleding). Een juist antwoord bestaat uit de volgende elementen: 1. Een uitleg van wat deze regel inhield voor bisschoppen. Bijvoorbeeld: Geestelijken moesten kuis leven. Dat betekent dat zij geen (wettige) kinderen kregen. 2. Een uitleg waarom bisschoppen daarom aantrekkelijk waren om te benoemen als leenman. Bijvoorbeeld: Dit betekent dat een zoon van de bisschop de leen niet van zijn vader kon erven. De leen zou dus weer terugkeren in handen van de vorst. Een juist antwoord bestaat uit de volgende elementen: 1. Een keuze. In dit geval: de paus. 2. Een uitleg. Bijvoorbeeld: Hiermee kon de paus laten zien dat de koning hem zo belangrijk vond dat hij hem stukken grond schonk.  Juist antwoorden gaan in op de groeiende macht van de paus als gevolg van de kruistochten. Bijvoorbeeld: Door de kruistochten tegen ketters in Europa kon de paus zijn macht uitbreiden.