De Wereld Van MAX - Hoofdstuk 4 - Vraagstukken in Nederland oefentoetsen & antwoorden

a) Het gedeelte van een rivier dichtbij de bron b) Menselijk ingrepen gericht op verbetering van de waterstand en de bevaarbaarheid van de rivier c) De verdeling van de afvoer van water over het jaar d) Beleving die bewoners hebben ten aanzien van de veiligheid in hun woonomgeving e) Economie met veel innovatie op het gebied van producten, diensten, processen en technologie   a) Keuze uit: verdroging, verzilting waterkwaliteit en natuur- en recreatiewaarden b) Het kost veel geld om dit beleid uit te voeren, of het kost meer tijd, omdat er veel meer afstemming moet zijn tussen verschillende actoren/betrokkenen   Het antwoord moet ingaan op het volgende: Bij overstromen legt de rivier een laagje sediment neer. Aangezien de rivier in oost Nederland iets sneller stroomt dan in west Nederland, zal daar zand vanuit de bedding op de oevers worden afgezet. In west Nederland stroomt de rivier langzamer, waardoor het zand te zwaar was om op de oevers af te worden gezet. Wel kon er klei blijven liggen. Tip: voor deze vraag is basiskennis over rivieren en sedimentatieprocessen vereist. Je moet weten dat rivieren richting de monding steeds langzamer stromen. Dat betekent ook dat verder richting de monding alleen nog licht verweringsmateriaal in het water zit. zwaarder materiaal is dan al blijven liggen. Klei is lichter/fijner dan zand. Vandaar dat we klei overwegend in west-NL vinden en zand in oost-NL.   a) Keuze uit: zorgen voor een goede waterkwaliteit, zuiveren van afvalwater, voldoende grond- en oppervlaktewater b) Bescherming tegen hoogwater van de zee  a) De Rijn heeft een groter stroomgebied dan de Maas.  b) Keuze uit twee van: Meer verdamping in de zomermaanden, meer watergebruik in de landbouw, meer opname door vegetatie a) Klimaatverandering betekent een onregelmatig neerslagregiem/veel neerslag in korte tijd. Met name in gebieden waar veel verstening heeft plaatsgevonden kan het water niet infiltreren/de grond in trekken, waardoor de overstromingskans toeneemt. b) Twee argumenten zijn: Juist dit deel van Nederland (zuidoost) heeft normaliter last van verdroging/watertekort waardoor ze graag water willen vasthouden voor drogere perioden.  Indien al het water direct stroomafwaarts wordt afgevoerd, ontstaan er in lager gelegen delen/west NL overstromingsgevaren.    Uit je antwoord moet blijken dat jonge kinderen die samen buiten spelen een verbindende schakel vormen. Er is vaak toezicht van ouders tijdens het spelen/zo ontmoeten ouders elkaar, waardoor de sociale cohesie wordt vergroot.   a) Op lokaal niveau: ligt in de nabijheid van Centraal Station/centrum. Op regionaal niveau: ligt tussen belangrijke stedelijke gebieden (Amsterdam en Den Haag in) of: is gelegen aan belangrijke verbindingswegen/snelwegen en spoorwegen.    Op Internationaal niveau: Is goed verbonden met Schiphol Tip: Als je antwoord niet correspondeert met het juiste schaalniveau, oefen dan met het volgende regel: zet het woord “binnen” voor het schaalniveau. Op nationaal schaalniveau betekent dus “binnen een land”. b) Hier is sprake van herstructurering, omdat er ook aandacht is geweest voor het aanpakken van de openbare ruimte (en dus om de -sociale- leefbaarheid te vergroten). c) Publiek-private samenwerking d) Uit je antwoord moet blijken dat de veiligheid in het gebied wordt vergroot, omdat op veel momenten van de dag mensen aanwezig zullen zijn door de verschillende functies die het gebied biedt. Ook vergroot het de fysieke leefbaarheid omdat er veel meer voorzieningen zijn en aandacht wordt gegeven aan de woonomgeving (groen, parken, parkeerruimte).   a) Binnenstad-Zuid - 19e eeuwse wijk  Roomburg - Nieuwbouwwijk Lage Mors -  Vooroorlogse wijk b) Binnenstad-Zuid - 19e eeuwse wijk - hoge bevolkingsdichtheid Roomburg - Nieuwbouwwijk - 85% na 2000 gebouwd/hoge woningwaarde Lage Mors -  Vooroorlogse wijk -  lage woningwaarde/ redelijk hoge bevolkingsdichtheid Tip:19e eeuwse wijken zijn dicht tegen het oude centrum aangebouwd. Dit waren vroeger vaak arbeiderswijken. Het waren wijken met kleine, slechte huisjes die dicht op elkaar werden gebouwd. Nieuwbouwwijken/Vinexwijken zijn vaak ruim opgezette wijken met meer groen. De woningen zijn goed gebouwd, groot en daarom vaak wat duurder. Vooroorlogse wijk kenmerkt zich door laagbouw/eengezinswoningen. Ze liggen iets verder van het centrum vergeleken met de 19e eeuwse wijken. Woningen zijn redelijk groot, van goede kwaliteit, maar er is nog steeds een redelijk hoge bebouwingsdichtheid. Prijzen liggen vanwege afstand tot het centrum tegenwoordig iets lager dan 19e eeuwse wijken    a) Goede argumenten zijn: De Lage Mors ligt in de nabijheid van het CS/centrum, de prijzen van de woningen zijn relatief laag, ligging in de directe nabijheid van het LBSP terrein. b) Waarde van de woningen zullen stijgen, er vindt upgrading plaats, er komen nieuwe voorzieningen in de wijk. c) Uit de tabel blijkt dat slechts een klein deel van de inwoners een koopwoning bezit. De rest is huur. Gentrification betekent dat ook de huurprijzen zullen stijgen. Sommigen zullen dit niet kunnen betalen (en worden gedwongen te verhuizen). a) Oorzaak: door uiterwaardvergraving en obstakelverwijdering heeft de rivier meer ruimte gekregen/is het waterbergend vermogen van de rivier vergroot Gevolg: er stroomt minder water stroomafwaarts door, waardoor de overstromingskans in Rotterdam is afgenomen b) Hoogwatergeul aangelegd en Dijkverlegging c) Hoogwatergeul =  afvoeren bevorderen Dijkverlegging = Bergen d) Demografische dimensie: het is een dunbevolkt gebied/er wonen weinig mensen/ er zijn weinig dorpen en steden.