Geschiedeniswerkplaats Historisch Overzicht 2e ed - Tijdvak 6 - Tijd van regenten en vorsten oefentoetsen & antwoorden

a)  Fout: Amsterdam, Antwerpen Het moet zijn: Antwerpen Amsterdam (beide steden zijn omgedraaid). b)  Fout: Molukken, China Het moet zijn: China, Molukken (beide gebieden zijn omgedraaid). c)  Fout: Drenthe Het moet zijn: Noord-Brabant / Zeeuws-Vlaanderen / Limburg. d)  Fout: hoogste bestuurder Het moet zijn: legerleider e) Fout: kerken Het moet zijn: burgers f)  Fout: ontleedde insecten Het moet zijn: ontdekte de zwaartekracht   2-4-1-3-6-5   Een juist antwoord bestaat uit de volgende elementen. 1. Een uitleg van economische betekenis van aandelen. Bijvoorbeeld: Door aandelen worden economische risico’s gespreid. 2. Een uitleg waarom dit verstandig was. Bijvoorbeeld: Zo waren meer mensen bereid om te investeren in de VOC (omdat de risico’s klein waren).   Een juist antwoord bestaat uit de volgende elementen. 1. Een beschrijving van de historische context. Bijvoorbeeld: Reizen over dergelijke lange afstanden was tijdrovend. 2. Een uitleg waarom in deze context het geven van grote bevoegdheden aan de VOC verstandig was. Bijvoorbeeld: De VOC moest wel snel kunnen reageren op nieuwe ontwikkelingen. Daardoor was het wel verstandig om de VOC veel bevoegdheden te geven.   Juiste antwoorden gaan in op het belang van houtzagerijen voor de scheepsvaart. Bijvoorbeeld: Schepen waren nodig om de handel vormgegeven. Deze waren gemaakt van hout. Dit hout werd geproduceerd in houtzagerijen.   Een juist antwoord bestaat uit de volgende elementen. 1. Een uitleg van wat mercantilisme is. Bij mercantilisme beschermt de overheid de economie. 2. Een uitleg waarom dat beter past bij Frankrijk dan bij de Republiek. Bescherming veronderstelt een overheid die centrale besluiten neemt. Die overheid was er wel in Frankrijk, maar niet in de Republiek.   Goede antwoorden gaan in op het feit dat mensen gingen kijken wat er gebeurt (in plaats van dingen aannemen). Bijvoorbeeld: Door te kijken hoe dingen in de wereld werkten, wilde men niet wetenschappelijke ontdekkingen doen.   a) Een juist antwoord bestaat uit de volgende elementen. 1. Een uitleg waar de Gouden Eeuw voor staat. Bijvoorbeeld: De Gouden Eeuw staat voor grote rijkdom en welvaart. 2. Een uitleg waarom de bron daar niet bij past. Bijvoorbeeld: De bron laat zien dat er ook (veel) mensen arm waren. b) Een juist antwoord bestaat uit de volgende elementen: 1. Een uitleg waar de Gouden Eeuw voor staat. Bijvoorbeeld: De Gouden Eeuw staat voor grote rijkdom en welvaart. 2. Een uitleg waarom dit gegeven klopt. Bijvoorbeeld: In de Gouden Eeuw was de Republiek in economisch, politiek en wetenschappelijk opzicht toonaangevend in Europa.   Een juist antwoord bestaat uit de volgende elementen. 1. Een uitleg waarom Lodewijk XIV in het middelpunt staat. Bijvoorbeeld: Lodewijk XIV staat in het middelpunt van de belangstelling. Dit doet hij om de macht vast te houden.  2. Te benoemen bij welk kenmerkende aspect dit past. Bijvoorbeeld: Dit past bij het volgende kenmerkende aspect: het streven van vorsten naar absolute macht    a) Juist antwoorden gaan in op de oorlog tussen Spanje en de Republiek. Bijvoorbeeld: De Republiek zocht een bondgenoot in de oorlog tegen Spanje. b) Juiste antwoorden gaan in op de protestantse achtergrond van de predikanten. Bijvoorbeeld: De protestantse predikanten wilden niet dat hun geloofsgenoten werden aangevallen.   a) Juiste antwoorden gaan in de hoge belastingdruk op armere mensen. Bijvoorbeeld: Armere mensen betaalden relatief veel belasting. Dat wordt tegenwoordig niet meer gezien als rechtvaardig.  b) Juiste antwoorden gaan in op het ontbreken van een sterke staat. Bijvoorbeeld: De Republiek was had geen krachtige overheid, waardoor het niet mogelijk was om op een andere manier belasting te heffen.   1594 past bij: Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie. De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek. Uitleg: Nieuwe wegen vinden zorgt voor nieuwe handelscontacten / een bloeiende economie. 1596 past bij: De Wetenschappelijke Revolutie Uitleg: Deze kennis was door waarneming verzameld. 1597 past bij: De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek Uitleg: Het beheer van geld duidt op enige welvaart.