MEMO MAX 2021 deel A+B
- Hoofdstuk 3 - De Tweede Wereldoorlog
oefentoetsen & antwoorden
MAX
Klas 3|Havo
Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: de opkomst van Hitler, de ontwikkeling van Duitsland tot een totalitaire dictatuur, het verloop van WO II, de holocaust en de bezetting van Nederland (1940 - 1945), nationaalsocialisme, indoctrinatie, genocide, holocaust / shoah, antisemitisme, bezetting.
Toets Geschiedenis
MEMO MAX 2021 deel A+B
Online maken
Toets afdrukken
a) Asmogendheden (2) = Duitsland, Italië en Japan: de landen die elkaar tijdens de Tweede Wereldoorlog als bondgenoten steunden.
b) Collaboratie (4) = samenwerking met de bezetter van een land
c) Concentratiekamp (1) = kamp waar mensen die volgens een regering niet thuishoren in de samenleving, zonder proces worden opgesloten
d) Interneringskampen (2) = kamp waar burgers of militairen zonder vorm van proces worden opgesloten om ze buiten de samenleving te houden; vergelijkbaar met een concentratiekamp, maar dan gebruikt voor Japanse kampen, bijvoorbeeld in Nederlands-Indië
e) Pogrom (3) = georganiseerde en gewelddadige aanval op joden.
f) Shoah (3) = een ander woord voor holocaust, in het Hebreeuws betekent het letterlijk ‘ramp’.
Tip: Om begrippen te leren bestaan er verschillende online tools die je kunt gebruiken, bijvoorbeeld om flipkaartjes te maken. Alleen helpt het je bij geschiedenis niet zoveel verder als je begrippen uit je hoofd op kunt zeggen. Als je bijvoorbeeld de betekenis van nationaliseren weet, maar niet kan uitleggen wat het met communisme te maken heeft, heb je weinig aan die kennis. Daarom is een woordweb bij geschiedenis vaak beter. Dan leer je de samenhang tussen begrippen zien. Alleen de woordjes die je maar niet in je hoofd krijgt, kun je met een flipkaartje oefenen.
De juiste combinaties zijn: a-5 / b-1 / c-2 / d-3. Je houdt 4 over.
a) Hitler was de reichskanzler van Duitsland (1933 - 1945), leider van de NSDAP , dictator en verantwoordelijk voor het laten uitvoeren van de moord op bijna zes miljoen joden.
b) Truman was de Amerikaanse president (1945 - 1953) die deelnam aan de Conferentie in Potsdam (1945).
c) Anne Frank (1929 - 1945) was een joods meisje dat slachtoffer werd van de genocide die de nazi’s op joden pleegden. Zij hield tijdens haar onderduikperiode een dagboek bij dat later werd uitgegeven en wereldberoemd werd.
De juiste volgorde is: 4 - 6 - 1 - 5 - 3 - 2
Bij het sluiten van het Verdrag van Versailles (gebeurtenis 1) zaten de betrokken politiek leiders nog vol haat richting Duitsland. Dat leidde tot een verdrag dat Duitsland vernederde. Dit leidde tot de kritiek dat Duitsland op den duur wraak zou willen nemen / de kans op een toekomstige oorlog toenam (gebeurtenis 2).
Omdat de Engelsen wilden voorkomen dat Duitsland wraak zou nemen / er een nieuwe oorlog zou komen, steunde men de appeasement (gebeurtenis 3). (1)
Tip 1: Houd de structuur van de vraag aan. In de vraag staan duidelijk drie gebeurtenissen genoemd. Die moet je in jouw antwoord dan ook duidelijk terugzien.
Tip 2: Gebruik de gegeven informatie als uitgangspunt. Ga niet zelf hele theorieën bedenken of zelf nieuwe gebeurtenissen erbij halen. In dit geval: gebeurtenis 2 vormt een directe reactie op het vredesverdrag van Versailles (gebeurtenis 1). Deze kritiek is eigenlijk wel logisch: als je een land vernedert, is het te verwachten dat dat land wraak wil. Tussen gebeurtenis 2 en 3 zit weliswaar twintig jaar, maar de vraag gaat over het verband tussen deze twee. Je hoeft dus niet in te gaan op alles wat er tussen 1919 en eind jaren dertig / 1938 is gebeurd.
De twee keerpunten zijn:
Slag bij Stalingrad (januari 1943), omdat hier de opmars van de Duitsers aan het oostfront werd gestopt / vanaf dit moment het Rode Leger op begon te rukken richting Duitsland.
D-Day / Invasie Normandië / Operation Overlord (juni 1944), omdat hier de opmars van de westelijk geallieerden begon / de Duitsers zich steeds verder terug moesten trekken
Tip: WO II kent talloze veldslagen, bombardementen, militaire operaties, enz. Om het verloop van WO II in het oog te houden, is het van belang dat je enkele hoofdlijnen kent, zodat je al die losse gebeurtenissen beter kunt plaatsen. Een trucje om de grote lijn in de gaten te houden, is gebruik te maken van een verhaallijntje met de onderwerpen groei - hoogtepunt - neergang.
In dit geval: Duitsland groeit tussen 1939 en 1942 door middel van oorlogvoering. Het bereikt in 1943 zijn grootste omvang. Vanaf 1943 begint de neergang (met de nederlagen tegen het Rode Leger / USSR en tegen de westelijk geallieerden bij D-Day).
Het antisemitisme / de haat tegen joden kende een lange geschiedenis, vanwege:
afwijkend geloof
afwijkende kleding
eigen taal en gebruiken
wonen in aparte wijken.
Tip: antisemitisme (en vreemdelingenhaat in het algemeen) is gebaseerd op angst. En mensen vrezen meestal dingen die afwijken, anders zijn dan zij zelf gewend zijn. Omdat joden vanaf de oudheid al verspreid over Europa leefden, behoorden zij vrijwel nergens tot een dominante groep / de meerderheid. Het gevolg is dat de anderen hen steevast als de uitzondering zagen.
Als de westelijk geallieerden erin zouden slagen de Rijn over te steken, lag de weg naar het Ruhrgebied / industriële hart van Duitsland open. Als dat veroverd was, zou Duitsland geen oorlog meer kunnen voeren.
Nadat de Duitsers de westelijk geallieerden bij Arnhem tegenhielden, vernielden zij veel wegen, bruggen, dijken in West-Nederland om de opmars van de geallieerden te vertragen. Gevolg was dat dit gebied geïsoleerd raakte en de Duitsers al het bruikbare materieel en veel voedsel naar Duitsland vervoerden.
Tip: bij geschiedenis spelen jaartallen en gebeurtenissen een belangrijke rol. Die kun je net als je woordjes bij Frans of Duits uit je hoofd leren, maar je onthoudt ze beter als je ze in oorzaak-gevolg verband kunt zetten. Jaartallen worden dan geen losstaande feitjes, maar gebeurtenissen die met elkaar te maken hebben.
Goebbels was minister van propaganda. Dat gebruikt je om reclame te maken voor jouw politieke partij / overtuiging. Propaganda indoctrineert mensen, zodat zij die boodschap uiteindelijk klakkeloos overnemen. Goebbels vond de Volksempfänger een goed idee, omdat (noem twee van de volgende):
1. De partij arbeiders aan zich bond, door ze via het werk een radio in het vooruitzicht te stellen.
2. Er alleen Duitse zenders te horen waren en mensen dus alleen de programma’s konden luisteren die de NSDAP had goedgekeurd.
3. De eenheid in het land zou toenemen als iedereen dezelfde programma’s (met politieke boodschap) op de radio hoorde.
Tip: Bij deze opgave komt ineens Goebbels om de hoek kijken. Je hebt misschien nog niet over hem gehoord. Wel weet je wat propaganda is en waarom dat voor een totalitair systeem (zoals nazi-Duitsland) zo belangrijk is. Dat leg je dan ook eerst uit. Daarna noem je twee argumenten die je met behulp van dit voorbeeld (de Volksempfänger) kunt gebruiken.
In 1936 stuurde Hitler soldaten naar het Rijnland / grensgebied met Frankrijk, terwijl dat van het Verdrag van Versailles niet mocht.
Low waarschuwt dat Hitler zijn gang zal gaan, zolang de leiders van de democratische landen niet ingrijpen. Dit kun je zien aan:
Hitler die een lange neus maakt
Low vindt dat de democratische leiders geen ruggengraat hebben (= zich niet verzetten), waardoor Hitler over ze heen loopt.
Het woord waarschuwing in de vraagstelling is een beetje vreemd: wat willen ze daar precies horen? Twee tips hierbij:
1) Gebruik de vraag als geheel. Je hebt bij het eerste onderdeel al iets gezegd over het feit dat Hitler zich niet aan het Verdrag van Versailles houdt. Het tweede onderdeel zal niet over een heel ander onderwerp gaan. Sterker nog: de makers van de toets willen dat je verder gaat op het feit dat Hitler zich niet aan de afspraken houdt.
2) Gebruik wat je geleerd hebt. Je hebt geleerd dat na de soldaten in het Rijnland nog de samenvoeging met Oostenrijk, de Conferentie van München (inpikken Tsjechoslowakije) en de inval in Polen volgen. Zonder deze gebeurtenissen te kunnen voorspellen, waarschuwt de tekenaar voor de verdere opmars van Hitler.
Door het aanbrengen van deze tatoeages werden mensen alleen nog maar een nummer, zonder voor- of achternaam. De nazi’s gebruikten in de vernietigingskampen ook alleen deze nummers. Het indelen in groepen (om te werken, om naar de gaskamers te sturen, enz.) ging dan veel sneller en dat droeg bij aan de vernietiging van de joden.
Tip: De holocaust of shoah is van zo’n grote omvang en zo kwaadaardig dat het moeilijk is je er een voorstelling van te maken. Iets wat daarbij helpt, is telkens het einddoel van de nazi’s als uitgangspunt te nemen. De nazi’s spraken over het Jodenvraagstuk dat moest worden opgelost. De term daarvoor was Endlösung, de eindoplossing (definitieve oplossing), als alle Europese joden zouden zijn uitgeroeid. Vanaf januari 1942 (Wannsee-conferentie) stonden alle maatregelen in dat teken.
Deze stelling is onjuist, omdat je op basis van deze ene foto niets over het belang van de NSB in heel Nederland kunt zeggen.
Tip: Deze vraag gaat over representativiteit. Representatief betekent of dit ene voorbeeld ook algemeen geldend is. In dit geval zie je NSB-ers die hun krantje op straat verkopen. De vraag is of de rest van de Nederlandse bevolking zich ook zo gedroeg. Dat kun je op basis van een foto niet zeggen.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.