Polaris NaSk - Hoofdstuk 3 - Stoffen oefentoetsen & antwoorden

Juist. Je kan suiker herkennen aan dat het zoet smaakt, dus is dit een stofeigenschap.Onjuist. Als iets corrosief is, dan is het schadelijk voor de huid. Suiker is dat niet.Onjuist. In vaste vorm zitten de moleculen dicht bij elkaar. In de gasfase is de ruimte tussen de moleculen juist groot. Onjuist. De overgang van vast naar vloeibaar heet smelten.Juist. Suiker in thee is een mengsel en geeft een heldere vloeistof. Dit wordt een oplossing genoemd.  Bij een zuivere stof is er één stof aanwezig die één specifiek kookpunt en smeltpunt heeft. Als het een mengsel was geweest, dan waren er meer stoffen aanwezig met elk verschillende kookpunten en smeltpunten. In dat geval zou je een kooktraject en smelttraject in het temperatuur-tijddiagram zien. Het smeltpunt is de overgang van vast naar vloeibaar. Dit is bij 70 oC.Het kookpunt is de overgang van vloeibaar naar gas. Dit is bij 85 oC.Bij sublimeren gaat een stof meteen van vast naar gas. Er zal dus niet een periode zijn waar de stof eerst vloeibaar geworden is. Gegeven:$m = 200 \ g$$V = 27,78 \ cm^3$ Gevraagd:$\rho = ? \ g/cm^3$Formule:$\rho = \frac{m}{V}$Berekening:$\rho = \frac{200}{27,78} = 7,20 \ g/cm^3$ConclusieDe dichtheid van het blokje is $7,20 \ g/cm^3$.Volgens de tabel is dit blokje dus gemaakt van zink.Gegeven:$m = 226,8 \ g$$lengte = 3,5 \ cm$$breedte = 5,0 \ cm$$hoogte = 4,8 \ cm$ Gevraagd:$\rho = ? \ g/cm^3$Formule:$V = lengte \times breedte \times hoogte$$\rho = \frac{m}{V}$Berekening:$V = 3,5 \times 5,0 \times 4,8 = 84,0 \ cm^3$$\rho = \frac{226,8}{84,0} = 2,70 \ g/cm^3$ConclusieDe dichtheid van het blokje is $2,70 \ g/cm^3$.Volgens de tabel is dit blokje dus gemaakt van aluminium.Gegeven:$\rho = 21,5 \ g/cm^3$$m = 500 \ g$ Gevraagd:$V = ? \ cm^3$Formule:$\rho = \frac{m}{V}$ omschrijven geeft $V = \frac{m}{\rho}$Berekening:$V = \frac{500}{21,5} = 23,3 \ cm^3$ConclusieHet volume van het blokje is $23,3 \ cm^3$. Waarnemingen op macroniveau zijn gericht op stofeigenschappen. We kunnen zien dat zout smelt, dus is het een beschrijving op macroniveau.Op microniveau leggen we uit wat de zoutmoleculen doen.In de vaste fase zitten de moleculen dicht tegen elkaar aan en bewegen niet zoveel.Als de temperatuur stijgt en het zout smelt, gaan de moleculen steeds sneller bewegen. Ze gaan ook langs elkaar heen bewegen. Bezinken - De pulp zinkt naar de bodem. Dit noemen we bezinken.Indampen - Door het water uit de saus te verdampen wordt de saus dikker. Dit is dus indampen.Filtreren - Het water gaat wel door het vergiet heen en de aardappelen niet. Dit is dus filtreren.Extraheren - De smaak en geurstoffen uit de muntblaadjes lossen op in het water. De blaadjes zelf niet. Gegeven:$m = 51,6 \ g$$V = 50,0 \ mL$ (1 cm3 = 1 mL)Gevraagd:$\rho = ? \ g/mL$Formule:$\rho = \frac{m}{V}$Berekening:$\rho = \frac{51,6}{50,0} = 1,032 \ g/mL$ConclusieDe dichtheid van het zeewater is $1,032 \ g/mL$Zuiver water bevat alleen maar water. Zeewater is een mengsel en bevat naast water ook zouten en mineralen. Hierdoor neemt de dichtheid iets toe. De moleculen zitten nog wel dicht bij elkaar, maar zijn niet geordend. Het is dus een weergave van benzine als vloeistof.Er is een mengsel ontstaan met evenveel kerosine als benzine. De moleculen zijn willekeurig verdeeld. Als stoffen warmer worden dan gaan de moleculen sneller bewegen. Hierdoor ontstaat meer ruimte tussen de moleculen wat ervoor zorgt dat de ijzeren staaf groter wordt.De ijzeren staaf wordt groter, dus het volume van de staaf neemt toe.De massa van de ijzeren staaf blijft hetzelfde.De formule voor dichtheid is $\rho=\frac{m}{V}$.Als het volume groter wordt, dan wordt de dichtheid kleiner. Wanneer de luchtdruk lager is, dan zijn er minder moleculen aanwezig per volume-eenheid.Een watermolecuul dat verdampt zal sneller bewegen.Als er minder moleculen in de lucht zitten die de watermoleculen tegenhouden, kunnen deze watermoleculen makkelijker ‘ontsnappen’ als gas.Hierdoor is het kookpunt van water minder hoog op grote hoogte. Ga het mengsel indampen. Hierbij zal het water verdampen en blijven het zout en suiker als vaste stof achter.Voeg alcohol als extractiemiddel toe aan het mengsel van zout en suiker. De suiker zal oplossen en het zout niet. Dit is extraheren.Het verkregen mengsel kan worden gefilterd. Het zout blijft als vaste stof achter als residu. Het opgeloste suiker in de alcohol gaat door het filter heen.Om de suiker en alcohol te scheiden kan opnieuw worden ingedampt. De alcohol verdampt en het vaste suiker blijft achter.