Toets Geschiedenis

Memo MAX 5.1 deel A+B - Hoofdstuk 3 - Oorlog en crisis oefentoetsen & antwoorden

MAX
Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: WOI, Russiche revolutie, Verdrag van Versailles, consumptiemaatschappij, fascisme, wapenwedloop, communisme, bondgenootschappen, vrijemarkteconomie, economische crsis, massaproductie, propaganda, loopgraven
Memo MAX 5.1 deel A+B
Toets Geschiedenis
Memo MAX 5.1 deel A+B
Online maken
Toets afdrukken
a) Een ‘wedstrijd’ (of race) tussen landen, waarbij elk land probeert het sterkst te zijn door meer en betere wapens te produceren b) Een politieke stroming die streeft naar een samenleving waarin iedereen ongeveer evenveel macht en bezit heeft. c) Een politieke stroming die een samenleving wil bereiken die geleid wordt door een sterke leider, extreem nationalistisch is en waarin geweld normaal wordt gevonden. d)  Een afspraak tussen twee of meer landen om elkaar te helpen, bijvoorbeeld bij een oorlog. e) Een economie waarin vraag en aanbod de prijzen en lonen bepalen. f) Een periode waarin het slecht gaat met de economie en waarin veel mensen werkloos zijn. g) Het maken van grote hoeveelheden producten, bijvoorbeeld aan de lopende band.  h) Het verdrag dat in 1919 gesloten werd tussen de geallieerden en Duitsland. i) Gebeurtenissen in Rusland vanaf februari 1919 waardoor het keizerrijk veranderde in een communistisch land j) Politieke reclame om mensen te overtuigen van en te laten gehoorzamen aan de ideeën van een bepaald persoon of politieke partij.     a) Planeconomie. b) Consumptiemaatschappij. c) Geallieerden d) Centralen (ezelsbruggetje: de Centralen waren de landen die ook centraal gelegen waren in Europa)e) Massacommunicatie. Tip: Vind je de begrippen lastig? Lees dan de tekst die erbij hoort nog een keer goed door.         1 - a 2 - e 3 - b 4 - c 5 - dTip: Vind je jaartallen lastig? Maak een tijdlijn waar je jaartallen koppelt aan gebeurtenissen én begrippen allemaal samen verwerkt.   1) Nationalisme. Veel Europeanen waren trots op hun vaderland. Ze vonden dat hun land het beste en het sterkste was en dat andere landen minder waren of zelfs vianden. Kinderen leerden dit ook op school. 2) Modern imperialisme. De wens om veel koloniën te hebben leidde tot veel spanning tussen veel Europese landen. Toen Duitsland ook koloniën wilde, leidde dat tot spanningen met Frankrijk en Groot-Brittannië. 3) Wapenwedloop. Door de groeiende spanningen ontstond een race tussen de Europese landen; elk land probeerde het sterkst te zijn door meer en betere wapens te produceren. Dankzij de industrialisatie was het mogelijk om in fabrieken op grotere schaal wapens te maken.4) Bondgenootschappen. Landen beloofden elkaar te helpen in geval van oorlog. Er ontstonden twee belangrijke bondgenootschappen; de centralen ( Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en het Ottomaanse rijk) en de geallieerden ( Frankrijk, Rusland en Groot-Brittannië)  Tip: Niet vergeten: vanaf 1917 waren de verenigde Staten ook een bondgenoot van de geallieerden. Extra info: De industrialisatie, met alle nieuwe uitvindingen zorgde er ook voor dat er veel nieuwe wapens ontwikkeld werden.     1) In februari 1917 werd de keizer afgezet en kreeg Rusland een nieuwe regering. Maar de oorlog werd wel voortgezet. In deze periode van onrust en ontevredenheid beloofden de communisten ‘brood, vrede en land’ aan de Russen. Die leus sloeg in en hun aanhang groeide.2)  In oktober 1917 lukte het de communisten om de macht te grijpen. De nieuwe communistische regering trok zich terug uit de oorlog.Extra info: De Russische keizer werd ‘Tsaar’ genoemd. In oktober 1917 werd hij en zijn gezin gevangen gezet en niet lang daarna werden ze vermoord.     1) Vanaf oktober 1917 was er nog maar één partij toegestaan: de Communistische Partij. 2) Volgens het communisme waren alle mensen gelijk. Dat betekende dat in de Sovjet-Unie iedereen dezelfde rechten kreeg. 3) Grond en fabrieken werden het bezit van de Sovjet-Unie. Landbouwgrond werd opnieuw verdeeld en voortaan bepaalde de regering wat én hoeveel er gemaakt werd in de fabrieken. 4) De Communistische Partij wilde mensen opvoeden tot communisten: goede communisten werkten hard en hielpen zo de Sovjet-Unie vooruit. Hiervoor maakte de Communistische Partij gebruik van propaganda via massacommunicatie.   a, c, d     1) Duitsland kreeg de schuld van de oorlog 2) Duitsland moest 132 miljard in goud aan de geallieerden betalen. 3) Duitsland raakte grondgebied en koloniën kwijt. 4) Het Duitse leger mocht niet groter zijn dan 100.000 soldaten 5) Duitse soldaten mochten niet in het grensgebied met Frankrijk en België komen.      In 1929 kwam er een einde aan de groei van de  Amerikaanse. economie. Bedrijven verkochten minder  producten   en maakten minder winst . Veel Amerikanen wilden hun aandelen  verkopen. Dat ging helemaal mis. Op één dag werden miljoenen aandelen te koop aangeboden, daardoor daalde de prijs en waren ze bijna niks meer waard.     a,b,e   Je ziet op de afbeelding soldaten in loopgraven. In België en Noord-Frankrijk kwam de Duitse opmars tot stilstand. De Duitse soldaten moesten zich kunnen verdedigen en groeven daarom loopgraven. De Britten, Fransen en Belgen deden hetzelfde. Daarna lukte het geen van beide partijen nog om gebied op de ander te veroveren.Tip: http://www.schooltv.nl Kies drie van de volgende opties: 1) Je ziet een boer met een stralende zon wat symbool staat voor een nieuwe dag, een mooie nieuwe toekomst. (In een communistisch land waar iedereen gelijk was) 2) Je ziet dat het paard een kroon vertrapt wat aangeeft dat er geen tsaar meer is en dus meer vrijheid voor de burgers. 3) Je ziet dat het paard een zak met geld vertrapt wat betekent dat er geen rijke mensen (kapitalisten) meer zijn en iedereen gelijk is. 4) Je ziet dat de boer er gezond en gelukkig uitziet dus dat het communisme hem veel goede dingen brengt. 5) De boer en het paard zien er ‘stoer’ uit, ze werken samen op het land om zo een onderdeel te zijn van de communistische samenleving Hitler gaf van veel problemen die er waren de schuld aan de Joden. Hij was antisemitisch  (Jodenhaat) en wilde alle Joden eerst uit Duitsland verjagen maar later wilde hij alle Joden ook uitroeien. Dit idee werd ook aan de Duitsers overgedragen door middel van propaganda zoals bijvoorbeeld met deze film. Op de afbeelding zie je dat terug omdat de Joodse man als een ‘soort crimineel’ is afgebeeldDit is niet een aspect van het fascisme en dus een verschil. Verder hadden de nazi’s en de fascisten dezelfde ideeën.Extra info om je te helpen met je toets: http://www.schooltv.nl - WOI http://www.schooltv.nl - WOI (2) https://www.schooltv.nl - Russische Revolutie

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in