Toets Aardrijkskunde

BuiteNLand 4e ed - Hoofdstuk 1 - Landschappen oefentoetsen & antwoorden

4e editie

Deze toets behandelt de volgende onderwerpen: Erosie, Verwering, sedimentatie, landschappen, Hoog-Nederland, Laag-Nederland, gebergten, Gletsjer, bovenloop, middenloop, benedenloop, duinen,  stuwwallen, zwerfstenen, landijs, ijstijd, polders, dijken, terpen

BuiteNLand 4e ed
Toets Aardrijkskunde
BuiteNLand 4e ed
Online maken
Toets afdrukken
  • Een terp is een woonheuvel, oftewel een heuvel (vroeger vaak gemaakt van mest, klei en/of afval) waarop mensen hun huis bouwden, zodat het huis beschermd was tegen overstromingen.
  • In West-Nederland (oftewel vergelijkbaar met Laag-Nederland).
  • Uitleg: omdat grote gedeeltes van West-Nederland onder de zeespiegel liggen en vroeger dus gevuld waren met water/meertjes. Veel van deze meren hebben ze ingepolderd, oftewel omgezet in land = een polder.
  • De juiste volgorde is: Stenen, grind, zand, klei
0-200 meter Laagland
200-500 meter Heuvelland
500-1500 meter Middelgebergte
1500 meter en hoger Hooggebergte
  • ‘Laagvlakte’.
  • Een V-dal wordt gevormd door rivieren. De (snelstromende) rivieren eroderen/schuren vooral de onderkant van het dal uit, waardoor deze steeds dieper komt te liggen en een V vormt. 
  • Een U-dal wordt gevormd door gletsjers. De grote, zware krachtige ijsmassa erodeert/drukt zowel de onderkant als de zijkanten van het dal opzij.
  • Verwering is het kapot gaan/afbrokkelen van stenen.
  • Erosie gebeurt later. Losse stukken steen komen bijvoorbeeld in de rivier terecht en gaan op transport (ze worden door het water meegenomen). Tijdens deze reis schuren de stenen over de bodem. Ze schuren de bodem steeds verder/dieper uit, dit is erosie.
  • a) Laag-Nederland (West-Nederland) ligt laag en overspoelde vroeger vaak. Er waren duinen. Soms sloeg de zee een gat in de duinen en stroomde er water naar binnen (een soort waddenzee). Als het water hierin stil stond, zakten de lichte kleideeltjes naar de bodem en vormde zo na vele jaren dikke kleilagen achter de duinen.
  • b) Soms ging het gat in de duinen weer dicht. Het water achter de duinen (de Waddenzee) veranderde in een groot moeras vol planten. In dit moeras hoopte dode plantenresten zich op. Onder water (zonder zuurstof) rotten ze niet makkelijk weg. Deze plantenresten vormde zichzelf na vele jaren om tot veen.
Jong gebergte Oud gebergte
Diepe dalen Afgeronde toppen
Steile hellingen Veel verwering en erosie
Spitse toppen De Eifel
De Alpen
  • Onjuist. De Po begint in de Alpen, oftewel de bovenloop van de rivier bevind zich in het hooggebergte. De middenloop bevind zich in het middelgebergte/heuvelland. Enkel de benedenloop van de Po gaat door de laagvlakten (het laagland).
  • Twee van de volgende vormen van verwering noemen en uitleggen:
    • Verwering door bevriezing: wanneer water in een rotsscheur bevriest, zet het uit. Doordat het uitzet wordt de scheur groter. Dat gebeurt elke keer bij bevriezing opnieuw, totdat de scheur groot genoeg is en de steen uit elkaar valt.
    • Verwering door temperatuurverschillen: wanneer een rots sterk opwarmt, zet de rots een beetje uit. Als het ’s nachts heel koud is/vriest, krimpt de steen een klein beetje. Dit gaat elke dag en nacht door, waardoor er uiteindelijk scheuren ontstaan en de rots uit elkaar kan vallen. 
    • Verwering door plantenwortels: plantenwortels kunnen in een scheur van een steen groeien. De wortels worden steeds dikker, dus ze drukken de steen steeds verder uit elkaar, totdat deze afbreekt.
    • Verwering door het oplossen in zuren: zacht gesteente zoals kalksteen kan oplossen/verdwijnen als het in contact komt met zuren (zure regen).
  • Rivieren nemen zand en klei mee naar de zee. Een deel van het zand sedimenteert voor de kust, waarbij in het water zandbanken ontstaan. De wind neemt vervolgens zand van de zandbanken mee naar het strand, waardoor het strand steeds wat hoger wordt. Als het zand blijft liggen achter een stuk hout/planten/helmgras, kan het uitgroeien tot (hoge) duinen.
 
  • Toelichting: belangrijk dat je dus het ontstaan van zandbanken noemt, maar óók dat je noemt dat het zand op het strand ergens achter moet blijven liggen.
  • Tijdens de ijstijd waren er grote gletsjers die over Nederland heen schoven. Hierbij duwde ze alle lagen zand, klei en grind voor zich uit. Het zand, klei en grind vóór de gletsjers werd dus vooruitgeschoven en opgehoogd. Na de ijstijd smolten de gletsjers. Wat achter bleef in het landschap waren de stuwwallen/heuvels, tegenwoordig nog steeds soms 100 meter hoog!
  • a) Bij de linkerafbeelding hoort: graniet, (dit is een) stollingsgesteente, fossielen afwezig. Bij de rechterafbeelding hoort zandsteent, (dit is een) sedimentgesteente), fossielen aanwezig.
  • b) In zandsteen komen wel fossielen voor. Zandsteen is ontstaan door een opeenstapeling van heel veel zanddeeltjes. Door hoge druk en hoge temperaturen van honderden meters zand op elkaar verandert de onderkant in zandsteen. Als er vroeger toevallig een dier of plant dood ging en tussen de lagen zand terecht kwam, kan je die nu terug vinden als fossielen. Bij graniet/stollingsgesteente kan dat niet, omdat stollingsgesteente ontstaat na het stollen van vloeibaar magma. Magma is gesmolten gesteente uit het binnenste van de aarde. Geen enkel dier/plant of skelet kan deze temperaturen doorstaan. Daarom zijn hier geen fossielen in terug te vinden.
  • 1. De grote zwerfstenen/zwerfkeien die afkomstig zijn uit Scandinavië (en meegevoerd zijn op het landijs).
  • 2. De aanwezigheid van stuwwallen in ons huidige Nederlandse landschap.
  • 3. De aanwezigheid van smeltwaterdalen in ons huidige Nederlandse landschap.
  • a) Hoog-Nederland (heidelandschappen kom je vrijwel alleen in Hoog-Nederland tegen).
  • b) De jagers-verzamelaars wilden zich met akkerbouw bezighouden. Het probleem was alleen dat op veel plekken bos stond. Het bos werd gekapt om ruimte te maken. De zandgronden waren echter ook onvruchtbaar. Daarom waren schapen en hun mest nodig om de grond vruchtbaarder te maken. De schapen graasde op de heidegebieden en zorgden er zo voor dat er geen bos terug kon groeien. Zo zijn de heidegebieden in Hoog-Nederland ontstaan.
Bovenloop Middenloop Benedenloop
Verwering Erosie Sedimentatie
Stenen Grind Klei
Zwitserland Duitsland Nederland
Spitse bergtoppen Duinen
  • Gemaal.
  • Toelichting: Je ziet hier een gemaal. Een gemaal pompt water van de lagere kant naar de hogere kant, oftewel vanuit een laag gelegen polder naar de hoger gelegen rivier of zee.

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in