Feniks 3e ed/LRN-line - Hoofdstuk 3 - Op stoom oefentoetsen & antwoorden

a) Vereniging van werknemers die zich inzet voor het verbeteren van de arbeidsomstandigheden. b) Naam voor mensen die in de 19e eeuw meer invloed op het bestuur wilden, ten koste van de macht van de koning. Liberalen willen dat de overheid zich zo min mogelijk met de samenleving bemoeit. Mensen moeten in vrijheid hun eigen keuzes kunnen maken. c)  Macht en aanzien van een land vergroten door gebieden te veroveren. d) Situatie waarin kinderen betaald werk doen. e) Mensen die vinden dat de overheid iedereen die het moeilijk heeft, moet helpen. f) Door het volk gekozen groep mensen. In ons land de naam voor het parlement. (eerste- en Tweede Kamer samen.) g) Kiesrecht voor iedereen. h) Overdreven trots zijn op je land, volk en cultuur. i) Verandering in de manier van produceren, waarbij machines in fabrieken het werk overnamen van thuiswerkers. j) Plicht van alle kinderen om tot een bepaalde leeftijd naar school te gaan.    a) Kiesrecht b) Politieke partij c) Feministen d) Nederlands-Indië e) Cultuurstelsel:      1 - d 2 - b 3 - a 4 - c 5 - e Tip: Vind je jaartallen onthouden lastig? Maak een tijdlijn en zoek er zoveel mogelijk afbeeldingen bij van gebeurtenissen, mensen enz.   Vroeger waren Nederland en België één land: het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Toch waren de inwoners van het noorden en het zuiden erg verschillend van elkaar.In het zuiden, het latere België, waren de meeste mensen katholiek. In het noorden, Nederland, waren ze juist protestants. Daarnaast sprak men in het noorden Nederlands en in het zuiden Frans en Vlaams.Veel Belgen vonden dat de koning de Nederlanders voortrok. Daardoor waren ze erg ontevreden. Uiteindelijk kwamen ze in opstand en in 1830 werd België een nieuwe, onafhankelijke staat.Tip: Bekijk het kaartje (bron 5) in je boek nog eens om te kijken hoe het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden er uitzag voordat België onafhankelijk werd.  De lonen waren laag. Daarom konden gezinnen niet van één salaris leven. Daarom werkten kinderen ook in de fabriek.Extra toelichting: Kinderen verdienden nog minder dan de mannen. Door de kinderarbeid konden kinderen ook niet naar school.  Drie van de volgende: De eerste sociale wet werd het Kinderwetje genoemd. Deze wet uit 1874 verbood fabrieksarbeid voor kinderen onder de twaalf jaar.Daarna werd geregeld dat arbeiders een kleine uitkering kregen bij ziekte, ongeval of ouderdom.De leerplichtwet werd ingevoerd (na 1900) Alle kinderen tot twaalf jaar moesten verplicht naar schoolDe achturige werkdag werd ingevoerd.Extra info: Over Kinderwetje onder andere: https://schooltv.nl  Veel Europese landen waren trots op hun eigen land en cultuur. Door dit nationalisme wilden ze hun de macht en aanzien van hun land vergroten. Een manier om dat te doen is door het veroveren van nieuwe gebieden.Extra info: Niet alleen nationalisme was een reden om gebieden te veroveren. Door de industrialisatie hadden deze landen ook grondstoffen nodig die ze zelf niet hadden. Ook konden ze producten weer goed verkopen in de kolonies. In 1848 mochten alleen mannen die een bepaald (hoog) bedrag aan belasting betaalden stemmen. Vrouwen en andere mannen hadden dus nog geen kiesrecht en daarom was er nog niet echt een democratie. Urbanisatie is de groei van steden doordat mensen van het platteland naar de stad verhuizen.Door de Industriële revolutie werden er veel fabrieken gebouwd. In de fabrieken werd dankzij de machines snel en goedkoop producten gemaakt.De boeren en ambachtslieden die tot die tijd thuis producten maakten, konden hier niet tegenop. Hun inkomen daalde snel doordat ze hun producten niet meer verkocht kregen.Veel boeren zagen maar één oplossing: verhuizen naar de stad. Ze hoopten daar werk in een fabriek te vinden, en zo een beter bestaan.Tip: begin je antwoord altijd met de uitleg van het begrip. Socialisten wilden kiesrecht voor iedereen: algemeen kiesrecht.Arbeiders zouden dan volksvertegenwoordigers kunnen kiezen die voor hun belangen opkwamen. Zoals bijvoorbeeld: betere lonen, betere omstandigheden in de fabrieken, betere woningen enz.  Eduard Douwes Dekker werkte in Nederlands-Indië als ambtenaar. Hij zag hoe de Nederlandse regering de Indische bevolking onderdrukte. Terug in Nederland schreef hij daar een boek over. (Hij gebruikte daarvoor de schuilnaam Multatuli) Veel Nederlanders lazen het boek. Daarna vonden veel mensen dat de Nederlandse regering Nederlands-Indië beter moest besturen. Extra info: https://schooltv.nl