Toets Geschiedenis

MEMO MAX 2021 deel A+B - Hoofdstuk 4 - De Koude Oorlog oefentoetsen & antwoorden

MAX
Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: De Koude Oorlog (1945 - 1991). Het ontstaan van de verdeling van de wereld in twee machtsblokken (VS tegenover USSR) in Europa, conflicten buiten Europa (Korea, Cuba, Vietnam) en het einde van de Koude Oorlog en de vereniging van Europa, communisme, kapitalisme, wapenwedloop, kernoorlog, wederzijdse afschrikking, Europese eenwording, perestroijka, glasnost.
MEMO MAX 2021 deel A+B
Toets Geschiedenis
MEMO MAX 2021 deel A+B
Online maken
Toets afdrukken
a) Euroscepsis = een kritische houding ten opzichte van de Europese samenwerking b) Glasnost = (openheid) de door partijleider Gorbatsjov ingevoerde politieke hervormingen in de Sovjet-Unie: meer vrijheid van meningsuiting en inspraak voor burgers, en het recht om een politieke partij op te richten. c) Guerrillaoorlog = militaire strijd waarbij lokale strijders een goed bewapende vijand proberen te verslaan door middel van kleine, onverwachte aanvallen met lichte wapens in plaats van grote veldslagen met tanks en vliegtuigen d) Warschaupact = militair bondgenootschap van de Oostbloklanden onder leiding van de Sovjet-Unie, bedoeld als tegenhanger van de NAVO e) Wirtschaftswunder = Duits voor ‘economisch wonder’. Het snelle economisch herstel van West-Duitsland na de Tweede Wereldoorlog f) IJzeren gordijn = de bijna ondoordringbare grens die tussen 1945 en 1990 het communistische oost-Europa scheidde van het kapitalistische West-Europa Tip: Om begrippen te leren bestaan er verschillende online tools die je kunt gebruiken, bijvoorbeeld om flipkaartjes te maken. Alleen helpt het je bij geschiedenis niet zoveel verder als je begrippen uit je hoofd op kunt zeggen. Als je bijvoorbeeld de betekenis van glasnost weet, maar niet kan uitleggen waarom dat bijdroeg aan de val van het communisme, heb je weinig aan die kennis. Daarom is een woordweb bij geschiedenis vaak beter. Dan leer je de samenhang tussen begrippen zien. Alleen de woordjes die je maar niet in je hoofd krijgt, kun je met een flipkaartje oefenen. De juiste combinaties zijn a-3 / b-5 / c-2 / d-1. Je houdt 4 over. a) Josef Stalin = leider van de Sovjet-Unie tussen 1928 - 1953 (tijdens WO II en begin Koude Oorlog). b) Mao Zedong = leider van communistisch China (1949 - 1976) c) Michael Gorbatsjov = leider van de Sovjet-Unie tussen 1985 - 1991, voerde hervormingen in het communisme door die uiteindelijk leidden tot de val van het systeem. Tip: Ga bij jezelf na of je kunt aangeven waarom het belangrijk is om bij dit onderwerp deze personen te kennen. Als je dat kunt, is dat een aanwijzing dat je de stof al wat beter begrijpt. Net als bij losse begrippen heb je er bij geschiedenis weinig aan als je het uit je hoofd op kan zeggen, maar niet echt weet waar het mee te maken heeft. De juiste volgorde is: 3-5-1-6-4-2 Tips! Zet op een kladblaadje de cijfers 1 t/m 6 en vul daarachter de jaartallen in die je kent, daarna kun je ze op volgorde zetten. CONTROLEER ALTIJD OF JE ZES CIJFERS HEBT! Probeer oorzaak-gevolg-relaties te ontdekken Gebruik je ‘gezond verstand’. Bij deze opgave: De onafhankelijke socialistische republiek Vietnam kan pas ontstaan na een koloniale oorlog → 5 komt in tijd dus voor 6! 1) In 1947 was Europa in twee delen verdeeld: kapitalistisch (met de VS) en communistisch (met de Sovjet-Unie). 2) Beide kampen wilden niet dat de ander groter werd / Stalin wilde niet dat de invloed van de VS zou groeien. 3) Bij het Marshallplan geven de VS geld aan Europese landen. 4) Stalin beschuldigt de VS ervan landen om te kopen om in hun kamp te komen. Door met dollars te strooien, gaan de Europese landen overstag en kiezen de kant van de VS.  5) Conclusie: De invloed van de Amerikanen / het kapitalisme in Europa neemt toe door dollars te geven. Dat zou je een vorm van imperialisme (= het stichten van een groot rijk) kunnen noemen. Tip: Het woord dollarimperialisme staat niet in het boek. Leg de woorden van Stalin daarom stap voor stap uit en begin met de zaken die je wel weet, die in het boek staan en die je hebt geleerd. De stappen zie je terug in het antwoord met de dikgedrukte 1 t/m 5: 1) korte beschrijving van de situatie over Europa in 1947 en de rol van de VS en USSR. 2) weergave van de spanning tussen de twee grootmachten. 3) Korte omschrijving Marshallplan 4) Uitleg waarom Stalin negatief is over het Marshallplan (dat volgt uit stap 1 en 2) 5) Conclusie waarin je het begrip dollarimperialisme in stukjes terug laat komen. Er zijn een aantal mogelijke effecten: De USSR beschikte sinds 1949 over een eigen atoombom; die zou het tegen de VS kunnen gebruiken. De USSR zou China kunnen gaan steunen, waardoor er een sterk communistisch bondgenootschap ontstond. De VS zouden de sympathie van andere landen (in Azië) kunnen verspelen door het gebruik van de atoombom en dat zou hun positie ten opzichte van de USSR verzwakken. Tip: In de Koude Oorlog staat de politieke spanning tussen de VS en Sovjet-Unie centraal. Die spanning heeft een aantal vaste onderdelen. Als je die goed begrijpt, kun je bijna alle vragen over de koude Oorlog beantwoorden: 1) kapitalisme (vrijheid, winst maken, democratie) tegen communisme (planeconomie, dictatuur, gelijkheid) 2) het idee dat de ander de wereld wil veroveren 3) wapenwedloop en dreiging kernoorlog 4) bij beide partijen terughoudendheid om kernwapens in te zetten, omdat deze allesvernietigend zijn. (Ik weet dat…) De buitenlandse politiek van Gorbatsjov was dat de Sovjet-Unie niet langer ingreep in de landen in Oost-Europa / dat de landen in Oost-Europa hun eigen afwegingen konden maken. (In de tekst lees ik dat…) Hongarije besluit een verdrag over uitreisvisa met de DDR op te schorten. Dit durven zij, omdat de Sovjet-Unie niet zal ingrijpen. (En dus…) Hongarije neemt dus een eigen besluit, zonder angst voor een reactie uit de Sovjet-Unie. Hongarije laat 60.000 Oost-Duitse toeristen vertrekken, zonder te controleren of hun uitreisvisa op orde zijn. Dat betekent dat de inwoners van de DDR via Hongarije een vrije doortocht naar West-Europa / West-Duitsland hebben. (Zij verlaten massaal het land). Tip: Je ziet schuingedrukt tussen haakjes vaste zinnetjes (formuleringen) die je kunt gebruiken bij vragen met een stukje tekst als informatie of bron. Stap 1 is opschrijven wat je al weet / geleerd hebt (over de buitenlandse politiek van Gorbatsjov). Stap 2 is duidelijk verwijzen naar de informatie of bron. Stap 3 is de conclusie. Je laat daarbij een stukje van de vraag in je antwoord terugkomen.  De Navo (Noord-Atlantische Verdragsorganisatie) is een militair bondgenootschap onder leiding van de VS gericht op het terugdringen van het communisme. Nederland werd daar lid van, omdat het niet aan het communisme ten prooi wilde vallen (en daarvoor een sterke bondgenoot nodig had). Tip: Laat je niet afleiden door allerlei overbodige informatie. Dat Nederland tot 1940 neutraal bleef, doet er bij deze vraag helemaal niet toe: bekijk goed welke informatie je nodig hebt om je antwoord te kunnen geven. Redeneer dan ook altijd terug naar dat wat je geleerd hebt: daarover gaat een toets tenslotte. In 1947 voeren de Amerikanen het Marshallplan in. Met deze tekening vraagt de tekenaar de Amerikaanse volksvertegenwoordiging daar haast mee te maken, omdat West-Europa anders aan het communisme ten prooi zou vallen / in chaos zou vervallen. Dat kun je zien aan twee van de volgende elementen: Het Amerikaans parlement wordt verbeeld door de dokter in zijn auto en deze wordt tot spoed gemaand (Step on it, doc). De dokter en roofvogel zijn verwikkeld in een race naar West-Europa. De roofvogel symboliseert het communisme De roofvogel zal chaos brengen. Tip: In de vraagstelling staat de Amerikaanse visie op Europa in 1947. Dat klinkt vaag, want heel algemeen. Wat is die visie dan? Een belangrijke aanwijzing is 1947. Dat jaar kun je aan de Verenigde Staten en Europa koppelen als het om het Marshallplan gaat. In de bron moet je vervolgens de motieven van de Amerikanen herkennen om het Marshallplan in te voeren. Deze vraag geeft aan dat je bij geschiedenis niet alleen de begrippen / gebeurtenissen moet kennen, maar ook aan moet kunnen geven wat er met dat begrip / die gebeurtenis samenhangt. De Amerikanen vochten tegen de Vietnamese onafhankelijkheid, omdat ze bang waren dat de Sovjet-Unie / het communisme ander te veel invloed zou krijgen (, want Vietnam werd door de Sovjet-Unie gesteund / de leider van Vietnam was communist) Deze foto zorgde ervoor dat veel Amerikaanse burgers zich keerden tegen de oorlog in Vietnam / wilden dat de Amerikanen hun troepen zouden terugtrekken (omdat je op de foto onschuldige kinderen als slachtoffer van het Amerikaans ingrijpen ziet). Tip 1: Gebruik alles wat er bij een bron aan informatie staat. In de uitleg bij Info staat de verwijzing naar de steun die Vietnam van de Sovjet-Unie krijgt. Tip 2: Bij deze vraag hoef je geen elementen uit de bron te noemen, maar moet je jouw conclusie wel baseren op wat je ziet. Een foefje is om in dit soort gevallen tussen haakjes te zetten wat je op de bron ziet. Zo kan je leraar jouw gedachten en uitleg beter volgen. De gebeurtenis is de Praagse Lente van 1968 (waarbij een hervormingsgezinde regering in Tsjechië de steun van arbeiders en studenten kreeg en het communisme vrijer en democratischer wilde maken). Herblock beeldt de Sovjet-Unie af als een militair (Brezjnev) die de Tsjechische ziel dooft / het leven uit de Tsjechische ziel haalt. Daarmee zet hij het communisme als een ultiem kwaadaardig systeem neer. Tip: Herblock gebruikt enkele technieken die het kwaad weergeven: de gefronste wenkbrauwen / boze ogen / donkere gestalte / groot en dreigend tegen klein en onschuldig. De tekenaar is kritisch over de Europese samenwerking / eurosceptisch. Hij is van mening dat de belastingbetalers in Europa het goede leven van de Grieken in stand moeten houden, terwijl dat land / hun cultuur op instorten staat. Dat zie je aan (twee van de volgende elementen): - De pijlers van de Griekse tempel zijn wankel- De pijlers zijn gemaakt van Europese belastingbetalers (zij dragen de last)- De Grieken zijn vrolijk muziek aan het maken / wijn aan het drinken. Tip: Als je op het proefwerk mag schrijven, is het aan te bevelen om in spotprenten zaken te omcirkelen en erbij te zetten wat het voorstelt. In dit geval zou je op de pijlers de Europese belastingbetalers kunnen omcirkelen en erbij zetten dat zij Griekenland dragen. Bovendien kun je aan de bovenkant met een paar voorbeelden (luit / druiven / schenkkan) het goede leven van de Grieken omcirkelen.

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in