Feniks 3e ed/LRN-line - Hoofdstuk 4 - Imperium Romanum oefentoetsen & antwoorden

  a) In een republiek worden telkens nieuwe leiders gekozen en wordt de macht gedeeld. Het leiderschap in een republiek is dus niet erfelijk. b) Het politieke, religieuze en economische centrum van een Romeinse stad. c) De jacht op aanhangers van een verboden godsdienst. Als christenen werden opgepakt en christen wilden blijven, dan kregen ze de doodstraf. d) Het Romeinse Rijk. Soms alleen gebruikt voor het Romeinse Rijk in de keizertijd. e) In de senaat zaten de rijke en machtige Romeinse mannen, die ervaring hadden in het bestuur van het Rijk. In de republiek bepaalde de senaat lange tijd de politiek. In de keizertijd was de keizer de baas, maar hij luisterde meestal goed naar de ervaren senatoren. f)  ‘Veto’ betekent: ik verbied het. Iemand met vetorecht kan besluiten tegenhouden. In Rome hadden in de republiek volkstribunen en later de keizer vetorecht. In onze tijd heeft bijvoorbeeld de president van de V.S. vetorecht. g) Gedwongen verspreiding van de joden over het Romeinse Rijk. h) De grens van het Romeinse Rijk. De limes werd bewaakt door een wal met droge grachten erdoor, wachttorens, forten (castella) en een groot legioenskamp (castra). i) In de Romeinse republiek waren twee consuls de hoogste bestuurders. Ze waren opperbevelhebber van het leger en voorzitter van de senaat. j) In 313 liet keizer Constantijn met een officieel bevel (edict) weten dat voortaan alle godsdiensten (tolerant) met elkaar moesten leven.     a) Polytheïsme b) Augustus c) Grieks-Romeinse cultuur d) Keizer e) Oost-Romeinse Rijk  1 - b2 - a3 - e4 - d5 - cTip: Vind je jaartallen onthouden lastig? Maak een tijdlijn en zoek er zoveel mogelijk afbeeldingen bij van gebeurtenissen, mensen enz.   Carthago (in Noord-Afrika) was een gevaarlijke concurrent. Oorspronkelijk kwamen de Carthagers uit Phoenicië. De Phoeniciërs (in het Latijn: Puniërs) zwermden, net als de Grieken, uit over het Middelandse_Zeegebied om kolonien te stichtten. Een deel van Sicilië , dat een soort graanschuur voor Italië was, en ook Sardinie, waar volop ersten werden gedolven, was in Carthaagse handen. Zo begon de Eerste Punische oorlog.     De twee manieren waarop de Romeinen lieten merken dat ze de baas waren in een overwonnen gebied waren: a) De overwonnen stammen moesten voedsel of vee als belasting betalen. b) Jonge mannen moesten dienen in het leger. Tip: Herhaal een deel van de vraag in je antwoord.     Nadat Rome een republiek was geworden kreeg het volk het niet beter. Er was wel ( net als in Athene)  een volksvergadering (drie zelfs), maar daarin hadden alleen de rijkste mensen invloed. Het volk ging staken. Daarna kwamen er volkstribunen om de gewone mensen te beschermen en te steunen. Elke volkstribuun had namelijk vetorecht: hij kon een beslissing van de consuls tegenhouden.      a) In het hele rijk werd werd een belasting ingevoerd om het leger te voeden, voor het eerst ook in het stamland Italië. b) Veel boeren hoorden voortaan bij de grond die ze bewerkten, dat was handiger voor de belastingheffing. c) In de stad gingen bedrijfjes verplicht over van vader op zoon. (ook dat was handiger i.v.m. de belastingheffing). d) Er kwamen ambtenaren bij om alles te controleren. e) Het Romeinse Rijk werd in tweeën gedeeld om het rijk beter te kunnen besturen en verdedigen. (het West-Romeinse rijk en het oost-Romeinse Rijk). Ieder met een eigen keizer en onderkeizer met eigen bevoegdheden. f) De verdediging van de grenzen werd anders aangepakt.   De Bataven in de Romeinse tijd vonden dat ze behandeld werden als slaven en dat ze werden uitgebuit. De opstandelingen tijdens de Bataafse revolutie in de 18e eeuw herkenden zichzelf daarin. Ook zagen zij de Bataven uit de Romeinse tijd als voorlopers van het Nederlandse volk. Tip: Lees nog een keer goed de toespraak van Julius Civilis (3) om de redenen voor de opstand tegen de Romeinen te begrijpen. a) Feit. b) Mening. c) Mening. d) Feit. e) Feit. Tip: Vind je het lastig om feit en mening uit elkaar te houden? Lees dan de tekst in paragraaf 4 (groen) over feiten en meningen nog een keer goed door.     Bij rivierovergangen en belangrijke wegen kwamen stevige forten. Zo bleven belangrijke punten in handen van de Romeinen. Dit zie je in de afbeelding want dit is een Romeins fort met stevige muren, uitkijktorens en gelegen aan een rivier.  Als een christen iemand ontmoette van wie hij hoopte dat die ook een christen was, tekende hij een vis in het zand of op een muur. Vis in het oude Grieks, ichthus, werd als geheim symbool gebruikt als afkorting van Iesous Christos Theou Huios Sooter, dat betekent: Jezus Christus, Gods Zoon (onze) Redder. Christen zijn was wat je geheim hield voor anderen.