Biologie voor jou MAX (release 8.1) deel A - Thema 3 - De bloedsomloop oefentoetsen & antwoorden

a) Doden van ziekteverwekkers (§1) b) Voorkomen dat het bloed de verkeerde kant op stroomt (§2) c) Alle cellen zuurstof en voedingsstoffen geven, tezamen met het ophalen van koolstofdioxide en afvalstoffen (§2) d) samentrekken boezems, samentrekken kamers, hartpauze (§3)   a) Nierbekken (§4) b) Antigenen zijn eiwitten die op ziekteverwekkers zitten, antistoffen zijn stoffen die gemaakt worden door witte bloedcellen om ziekteverwekkers te doden (§5) Tip: antigenen zitten op ziekteverwekkers, antistoffen worden gemaakt door witte bloedcellen c) Als je een afweerreactie krijgt op een onschadelijke stof (§5) Tip: sommige mensen zijn allergisch voor pinda’s, katten of stuifmeelkorrels d) Twee voorbeelden uit de volgende opties: niet roken, genoeg bewegen, gezond eten, geen alcohol drinken, stress beperken (§6)   a) Bingedrinking betekent in korte tijd veel alcohol drinken waardoor het alcoholpercentage in het bloed snel stijgt tot 0.8% of hoger.  b) Alle cellen voorzien van zuurstof en voedingsstoffen Tip: weefselvloeistof zit in een weefsel (tussen de cellen)  a) Kleine b) 6 Tip: de leverslagader brengt bloed naar de lever. Het is een vertakking van de aorta c) 2 Tip: in een ader is de bloeddruk altijd lager dan in een slagader d) Nierslagader e) Slagader. Voorbeelden van goede uitleg: het is een vertakking van de aorta / het stroomt naar een orgaan toe / bloed komt vanaf de linkerkamer  Tip: een slagader stroomt altijd van het hart weg, naar een orgaan toe f) 1, het bloed wat naar de longen toe stroomt bevat de meeste koolstofdioxide. Toelichting: Het bloed heeft bij alle cellen koolstofdioxide opgehaald wat ontstaan is bij de verbranding, daarna wordt het teruggevoerd naar de longen zodat je het kunt uitademen.  a) Nee, in een vaccinatie zitten (delen van/dode) ziekteverwekkers van de ziekte waarvoor jij je vaccineert. Je maakt vervolgens antistoffen tegen alleen die specifieke ziekteverwekker. b) Kunstmatige immuniteit, je hebt de ziekte zelf niet gehad c) Hoe meer mensen er gevaccineerd zijn, hoe kleiner de kans dat de ziekte zich kan verspreiden en hoe minder mensen er ziek van zullen worden.  a) Door slagaderverkalking kan er cholesterol blijven plakken aan de wanden van een bloedvat. Hierdoor kunnen bloedcellen verstopt komen te zitten, een orgaan krijgt dan geen zuurstof en voedingsstoffen meer. b) Bloedplaatjes en fibrinogeen c) De nier krijgt dan geen zuurstof en voedingsstoffen meer. De cellen hebben dit nodig om in leven te blijven, zonder deze stoffen zullen ze afsterven. De nier zal hierdoor beschadigen.  d) Als de nier niet werkt zal de hoeveelheid afvalstoffen toenemen doordat de nier dit niet kan afbreken.  a) Door alcohol vermindert je reactievermogen. Hierdoor zal je in het verkeer minder snel kunnen reageren op gevaarlijke situaties en zal de kans op een ongeluk groter zijn.  b) Weefselvloeistof heeft net zuurstof gekregen uit het bloed en moet het nog afgeven aan de cellen. Als het weefselvloeistof zuurstof heeft afgegeven verzamelt het in een lymfevat, dan heet het lymfevloeistof. Lymfevloeistof heeft daardoor veel minder zuurstof.   a) AortaTip: het bloedvat zit vast aan de linkerkamerb) R, dikkere wand en de stroomrichting is naar een weefsel toeTip: let op de wand van het bloedvat en de op de stroomrichting van het bloed c) armader- bovenste holle ader - rechterboezem - rechterkamer - longslagader - longenTip: Bedenk hoe de bloedvaten door je lichaam lopen. Het bloed wat van alle organen weg stroomt wordt als eerste verzamelt in een bloedvat wat vervolgens terug gaat naar het hart. d) R, dat is de eerste vertakking van de aorta. Die brengt de lever zuurstofrijk bloed.Tip: in de aorta zit meer zuurstof dan in de holle adere) Diagram 1, in de grote bloedsomloop wordt zuurstof afgegeven en glucose opgehaald. Toelichting:  In de grote bloedsomloop wordt glucose afgegeven aan de cellen, maar het wordt er eerst opgehaald (de darmen behoren tot de grote bloedsomloop). Je ziet daarom in de grafiek dat de hoeveelheid glucose enorm toeneemt (dan is het bloed in de darmen) en daaraan wordt het langzaam afgegeven aan alle cellen. a) C Het gaat nog minstens twee keer door het hart. Toelichting: Het bloed stroomt vanuit je lever eerst terug naar het hart. Deze kant van het hart bevat zuurstofarm bloed. Vervolgens stroomt het bloed naar je longen om zuurstof op te halen en daarna komt in de linkerkant van je hart terecht. Vervolgens stroomt het naar de nieren.  b) Ja dat klopt. Ureum stroomt via het bloed naar de nieren toe, dit bloed zal de meeste ureum bevatten. Aan de pijlen kun je zien dat 1 richting de nieren gaat. Nummer 2 is het bloed wat al bij de nieten is geweest en dus al gezuiverd is, deze zal daardoor niet veel ureum bevatten.  c) Neemt af, want door alcohol verlies je veel water en heb je een dorstgevoel. d) Weefselvloeistof Toelichting: tussen alle cellen in zit weefselvloeistof die de cellen van zuurstof en voedingsstoffen voorziet, dus ook in de nieren.  a) Lijn P. Als je voor de tweede keer een ziekteverwekker in je lichaam hebt dan heb je al geleerd hoe je antistoffen moet maken, je kan hierdoor heel snel reageren en gelijk veel antistoffen maken. b) Tekening 1. De slagaders lopen dieper in de arm dan de aders. Door de band worden de aders afgesloten. Het bloed stroomt de onderarm in, maar kan niet meer wegstromen. De aders zullen door het teveel aan bloed zwellen en zichtbaar worden. Tip: De band sluit de aders af zodat het bloed de arm in kan stromen, maar niet meer terug. De bloedvaten zullen daardoor opzwellen.  c) Hemoglobine zorgt voor het vervoer van zuurstof in de rode bloedcellen. Minder hemoglobine betekent minder zuurstofvervoer. Doordat er minder zuurstof bij de cellen komt zal er minder verbranding plaatsvinden. Door minder verbranding heeft Trevor minder energie en daardoor is hij vermoeid.  Tip: hemoglobine zorgt voor het vervoer van zuurstof in je rode bloedcellen