Geschiedenis Werkplaats 3e ed - Hoofdstuk 3 - Monniken en ridders oefentoetsen & antwoorden

a) Militair te paard  - Ridder (1) - b) Woning van een edelman - Hof (3) - c) Iemand een andere godsdienst aan laten nemen ( zich bekeren: een andere godsdienst aannemen).  - Bekeren (2) - d) Edelman die een gebied bestuurt in opdracht van een leenheer. - Leenman (1) - e) (heilige strijd) - Jihad (4) - 1. Innerlijke strijd om een goed moslim te zijn en de strijd om de islam te verdedigen. 2. Plicht van moslims om hun godsdienst te verspreiden, zo nodig met geweld. f) Halfvrije boer. - Horige (3) - g) Bestuur, regering. - Heerschappij (1) - h)Voorrecht, speciaal recht. - Privilege (3) - i) Islamitisch rijk. - Kalifaat (4) - j) Bestuurssysteem met leenheren en leenmannen.  Leenstelsel (1) - Tip: Vraag je docent of je ook de uitleg tussen haakjes van de begrippen moet leren. a) Leenheer: Vorst of hoge edelman die een gebied laat besturen door een leenman. (1) :  b) Hofstelsel: Economisch systeem met horigen op domeinen. (3) c) Koran: Heilig boek van moslims. (4)  d) Zelfstandig: Als een persoon of een gebied voor zichzelf zorgt. (1) e) Heide: Iemand waarvan wordt gezegd dat hij niet het goede geloof heeft. (2)  1 - b 2 - e 3 - c 4 - d 5 - a   Tip: Vind je begrippen onthouden lastig?: Maak flip cards. (kartonnen kaartjes met op de ene kant het begrip en op de andere kant de uitleg) je kan dan steeds jezelf oefenen en ‘overhoren’.  Bedenk ezelsbruggetjes. Probeer zoveel mogelijk te begrijpen wat er met een begrip wordt bedoeld...kan je het in eigen woorden vertellen? a) De leenman moest zorgen voor orde en veiligheid en hij moest militairen leveren voor het leger van de koning b) De leenman mocht inkomsten halen uit zijn gebied.    a) Niet waar. b) Waar. c) Niet waar. d) Waar. e) Niet waar. Tip: Had je een antwoord niet goed? Lees de tekst in paragraaf 2 nog een keer goed door. Zij die bidden: geestelijken. Zij die strijden: edelen. Zij die werken: boeren. Extra info: Deze groepen vormden elk een aparte stand. Tot welke stand je hoorde werd bepaald door je geboorte. a) Waar. b) Waar. c) Waar. d) Niet waar (Allah is Arabisch voor god). e) Niet waar (Heilige boek is de Koran. De Torah is het heilige boek van de joden).  Tip: had je een antwoord niet goed? lees de paragraaf nog een keer door. De koning was de leenheer, de edelman was zijn leenman. Bij de benoeming van de leenman stak deze zijn handen tussen die van de koning  en legde vervolgens een eed van trouw aan hem af. Je ziet dat terug in de afbeelding omdat de man (links) knielt voor de koning (rechts) en zijn handen tussen die van de koning heeft. Extra info: De man in het midden is een ambtenaar die in een document alles officieel opschrijft. Kerstmis, het feest van de geboorte van Jezus, werd gevierd op de dag van het midwinterfeest. Extra info: Beide feesten stonden in het teken van een nieuw begin. Het antwoord is eigenlijk heel simpel: Een slaaf is het bezit van iemand en alhoewel horigen geen fijn bestaan hadden, waren ze niet het bezit van de heer.  a) Je ziet hier een moskee. (islamitisch gebedshuis)b) Mohammed (de profeet) legde er in preken uit wat moslims moesten geloven en hoe zij moesten leven. Meer info over het leven in de middeleeuwen? https://schooltv.nl - de middeleeuwen https://schooltv.nl - middeleeuwen (2) & https://schooltv.nl - de middeleeuwen (3)Meer info over Mohammed? https://schooltv.nl