Geschiedenis Werkplaats 3e ed - Hoofdstuk 3 - De Eerste Wereldoorlog en daarna oefentoetsen & antwoorden

  a) Bangmakerij met geweld. - Terreur (2) - b) Race om de sterkste bewapening te krijgen. - Wapenwedloop (1)  - c) Systematisch opdringen van ideeën. - Indoctrinatie (4)  - d) (Staat met een) alleenheerschappij. - Dictatuur (2) - e) Plaats waar gevochten wordt. - Front (1) - f) Industrie die wapens en andere militaire producten maakt. - Oorlogsindustrie (4) - g) Geheel van ideeën over de samenleving. -Ideologie (3) - h) Verspreiding van ideeën. - Propaganda (3) - i) Als de overheid volledig heerst over de samenleving. - Totalitair (2) - j) Liefde voor het eigen volk. - Nationalisme (1) -   a) Conservatief: Iemand die in de politiek streeft naar behoud van bestaande toestanden. (3) b) Regime: Ondemocratische regering. (2) c) Gematigd:  Voor beperkte veranderingen. (4) d) Persoonsverheerlijking: Laten zien dat je iemand heel goed vindt. (3) e) Neutraal: Onpartijdig. (1)   1 - a 2 - e 3 - b 4 - c 5 - d Tip: Vind je begrippen onthouden lastig?: Maak flip cards. (kartonnen kaartjes met op de ene kant het begrip en op de andere kant de uitleg) je kan dan steeds jezelf oefenen en ‘overhoren’.  Bedenk ezelsbruggetjes.   a) 1) Sommige Europese staten wilden groter en machtiger worden. Er was veel nationalisme: mensen vonden de liefde voor hun eigen volk erg belangrijk.2) Er was veel militarisme: mensen vonden het leger heel goed en belangrijk.3) Door de combinatie van nationalisme en militarisme wilden de landen de sterkste wapens hebben. En door deze wapenwedloop liepen de spanningen op. b)In augustus 1914 kwamen de spanningen tot een uitbarsting. De oorlog begon met een Duitse aanval op Frankrijk via België. Duitsland wilde Frankrijk in het westen snel verslaan om daarna Rusland aan te vallen in het oosten. De Duitsers wilden niet op twee plaatsen vechten. Maar toen de Fransen de Duitse aanval tegen hielden kwam er toch een tweefrontenoorlog. a) Waar. b) Waar. c) Niet waar. De Communistische Partij kreeg alle macht. wanneer 1 partij of 1 persoon alle macht heeft is er geen sprake van democratie. d) Niet waar. Het communistische regime verbood alle andere partijen en onderdrukte de bevolking met terreur. e) Waar Tip: Had je een antwoord niet goed? Maak een overzicht voor jezelf  van de russische revolutie. je kan dit heel goed doen met een mind-map waar je ook afbeeldingen in verwerkt.     In 1922 werd Mussolini regeringsleider in italië. Maar al snel werd duidelijk dat hij tegen de democratie was. zijn ideologie heette fascisme. Deze mensen waren antidemocratisch, totalitair, gewelddadig en extreem nationalistisch. Mussolini veranderde italië met geweld in een totalitaire dictatuur. Ideeën werden verspreid via kranten, radio en films  door deze propaganda ontstond ook persoonsverheerlijking.   Als de overheid volledig heerst over de samenleving noem je dat een totalitaire staat. Hitler liet tegenstanders gevang zetten in concentratiekampen. Met intimidatie in de straat werden Duitsers gehoorzaam gemaakt. Nazi-ideeën werden via propaganda en indoctrinatie opgelegd aan de bevolking. ( Bijvoorbeeld op scholen, via kranten, radio en films) Tip: Begin je antwoord met het uitleggen van het begrip en geef daarna je uitleg in het antwoord.   De Duitsers lieten Nederland met rust omdat ze de rotterdamse haven gebruikten voor de aanvoer van goederen. Britse schepen hadden de Duitse havens geblokkeerd, maar lieten de Rotterdamse haven open, omdat de Britten bang waren dat Duitsland anders Nederland zouden bezetten.   Deze afbeelding is van vóór 1918. Je kan dat zien omdat Oostenrijk-Hongarije nog 1 land (keizerrijk) is en Ottomaanse Rijk ook nog bestaat. Na de Eerste Wereldoorlog (Verdrag van Versailles) bestonden deze rijken niet meer.     De jaren “20 kregen de naam ‘roaring twenties’  (levendige jaren) omdat er geld en tijd was om naar restaurants, sportstadions en bioscopen te gaan. De filmindustrie bloeide op. Mensen wilden niet meer zuinig zijn maar consumeren en genieten. Jongeren vermaakten zich met muziek, drank en wilde dansen.   Hitler en zijn partij (NSDAP) waren ook ‘racistisch’. Volgens hem was het Duitse ‘arische ras’ beter dan alle andere rassen. Vooral het ‘Joodse ras’ was volgens hem heel minderwaardig. Meer weten? WOI:https://schooltv.nl - WOI  & https://schooltv.nl - soldaat in WOI Russische revolutie: https://schooltv.nl