Nova NaSk1 4e ed - Hoofdstuk 6 - Schakelingen oefentoetsen & antwoorden

Grootheid Symbool Eenheid Symbool Spanning U Volt V Stroomsterkte I Ampère A Weerstand Weerstand Ohm Ω   De weerstand (U) bereken je door de spanning (U) te delen door de stroomsterkte (I). Dus R=U/I   b) Je schakelt een weerstand in serie met het lampje.   a) Lamp - actuator b) LDR - sensor c) NTC - sensor d) Relais - verwerker e) Transistor - verwerker f) Ventilator - actuator Een NTC is een weerstand die gevoelig is voor veranderingen in temperatuur. Wanneer de temperatuur stijgt, wordt de weerstand kleiner. (Of: Wanneer de temperatuur daalt, wordt de weerstand hoger.)    Een LDR is een weerstand die gevoelig is voor veranderingen in licht. Wanneer het licht minder wordt, stijgt de weerstand. (dus in het donker is de weerstand heel groot). (Of: Wanneer het meer licht is, wordt de weerstand lager. (dus in het licht is de weerstand lager))   Gegeven: Spanning (U) = 12 Volt Stroomsterkte (I) = 150 mA = 0,150 A Gevraagd: Weerstand ® in Ohm Formule: R = U/I Uitrekenen: R = 12 / 0,15 = 80 Ohm   Gegeven: Weerstand (R)  = 8,0 Ohm Stroomsterkte (I) = 0,20 A Gevraagd: Spanning (U) in Volt Formule: R = U/I → U = R x I Invullen: U = 8,0 x 0,20 = 1,6 Volt   2,5 Ohm per meter. Totaal 6 Ohm nodig. 2x2,5 = 5 Ohm bij twee meter. 1 Ohm is 1 / 2,5 = 0,4 meter = 40 cm. Totaal heeft hij dus 240 centimeter draadweerstand nodig. a) Er moet een NTC op de plek van de sensor komen. (Toelichting: Deze registreert wanneer het warmer wordt. Hoe hoger de temperatuur, des te lager wordt de weerstand.) b) Gegeven: I = 0,000035 A en U = 0,5 V Gevraagd: weerstand (R)  in kΩ Formule: R = U/I Invullen: R = 0,5 / 0,000035 = 14.286 Ω = 14 kΩ c) De transistor is een verwerker. d) Wanneer de temperatuur te hoog wordt, daalt de weerstand van de NTC (de sensor). Hierdoor gaat er een stroom lopen door de transistor (verwerker) naar de batterij. Omdat deze stroom gaat lopen, gaat er ook een stroom lopen door de zoemer (actuator) naar de transistor naar de batterij. Dus als de temperatuur te hoog wordt, gaat de zoemer af.    a) Om ervoor te zorgen dat de stroomsterkte door de ledlampen niet te groot wordt. b) De leds hebben een spanning van elk 1,6 Volt, totaal is dat 3,2 Volt. Uit de batterij komt 9,0 Volt en omdat de weerstand in serie staat, betekent dat er nog 9,0-3,2= 5,8 Volt over is voor de weerstand. c) Omdat alles in serie is geschakeld, is de stroomsterkte overal gelijk, dus 20 mA. Ook door de weerstand. d)  Gegeven: U = 5,8 Volt I = 20 mA = 0,02 A Gevraagd: Weerstand (R) in Ohm Formule: R = U / I Invullen: R = 5,8 / 0,02 = 290 Ω