a) uitverkoopb) prijskaartjec) terugbetalingd) kortingscodee) bakkerf) tuincentrumg) kantoorboekhandelh) verspilleni) verkopenj) kopenk) lenenl) kantinem) medewerkers ruimte / lerarenkamer a) bargainb) butcher’sc) receiptd) discounte) to affordf) to spendg) to save / to save uph) libraryi) in the top right cornerj) in the backgroundk) coffee shopl) classroomm) in school a) five hundred eurosb) two thousand six hundred poundsc) five hundred thousand dollarsd) eight million euros a) In de if-clause de past simple en in de hoofdzin would + hele werkwoord.b) Had/hadn’t + past participlec) Wanneer een gebeurtenis nog voor een andere gebeurtenis in het verleden plaats heeft gevonden. a) were - wouldJe kiest hier voor de second conditional, want je praat over een zeer onwaarschijnlijke situatie. Het deel in de if-clause is de past simple, de andere clause bestaat uit would + hele werkwoord.b) were - would getJe kiest hier voor de second conditional, want je praat over een zeer onwaarschijnlijke situatie. Het deel in de if-clause is de past simple, de andere clause bestaat uit would + hele werkwoord.c) would get - spokeJe kiest hier voor de second conditional, want je praat over een zeer onwaarschijnlijke situatie. Het deel in de if-clause is de past simple, de andere clause bestaat uit would + hele werkwoord.d) would be - hadJe kiest hier voor de second conditional, want je praat over een zeer onwaarschijnlijke situatie. Het deel in de if-clause is de past simple, de andere clause bestaat uit would + hele werkwoord.e) would have - spentJe kiest hier voor de second conditional, want je praat over een zeer onwaarschijnlijke situatie. Het deel in de if-clause is de past simple, de andere clause bestaat uit would + hele werkwoord.f) worked - wouldn’t complainJe kiest hier voor de second conditional, want je praat over een zeer onwaarschijnlijke situatie. Het deel in de if-clause is de past simple, de andere clause bestaat uit would + hele werkwoord - let op, in deze zin is het negatief, dus gebruik je wouldn’t.g) wouldn’t yell - startedJe kiest hier voor de second conditional, want je praat over een zeer onwaarschijnlijke situatie. Het deel in de if-clause is de past simple, de andere clause bestaat uit would + hele werkwoord - let op, in deze zin is het negatief, dus gebruik je wouldn’t.h) would do - checkedJe kiest hier voor de second conditional, want je praat over een zeer onwaarschijnlijke situatie. Het deel in de if-clause is de past simple, de andere clause bestaat uit would + hele werkwoord. a) had closedDe present perfect bestaat uit 2 delen. had + past participle. In dit geval heb je een regelmatig werkwoord. Dus dan plak je achter het hoofdwerkwoord -(e)d.b) had livedDe present perfect bestaat uit 2 delen. had + past participle. In dit geval heb je een regelmatig werkwoord. Dus dan plak je achter het hoofdwerkwoord -(e)d.c) hadn’t studiedDe present perfect bestaat uit 2 delen. had(n’t) + past participle. In dit geval heb je een regelmatig werkwoord. Dus dan plak je achter het hoofdwerkwoord -(e)d.d) had forgottenDe present perfect bestaat uit 2 delen. had + past participle. In dit geval heb je een onregelmatig werkwoord. Dus dan gebruik je het 3e rijtje van de onregelmatige werkwoorden. Deze moet je dus goed leren!e) had leftDe present perfect bestaat uit 2 delen. had + past participle. In dit geval heb je een onregelmatig werkwoord. Dus dan gebruik je het 3e rijtje van de onregelmatige werkwoorden. Deze moet je dus goed leren!f) had seenDe present perfect bestaat uit 2 delen. had + past participle. In dit geval heb je een onregelmatig werkwoord. Dus dan gebruik je het 3e rijtje van de onregelmatige werkwoorden. Deze moet je dus goed leren!g) had beenDe present perfect bestaat uit 2 delen. had + past participle. In dit geval heb je een onregelmatig werkwoord. Dus dan gebruik je het 3e rijtje van de onregelmatige werkwoorden. Deze moet je dus goed leren!h) had doneDe present perfect bestaat uit 2 delen. had + past participle. In dit geval heb je een onregelmatig werkwoord. Dus dan gebruik je het 3e rijtje van de onregelmatige werkwoorden. Deze moet je dus goed leren! a) After they had done the shopping, they went home.Je begint de zin met after. Dan voeg je de eerste gebeurtenis toe die op de tijdlijn plaatsvindt (in dit geval het shoppen). Dit zinsdeel zet je in de past perfect. Daarna voeg je het andere zinsdeel toe (zonder then), deze laat je wel in de past simple staan!b) After the movie had finished, I went to sleep.Je begint de zin met after. Dan voeg je de eerste gebeurtenis toe die op de tijdlijn plaatsvindt (in dit geval de film). Dit zinsdeel zet je in de past perfect. Daarna voeg je het andere zinsdeel toe (zonder then), deze laat je wel in de past simple staan!c) After the referee had blown the whistle, they started playing.Je begint de zin met after. Dan voeg je de eerste gebeurtenis toe die op de tijdlijn plaatsvindt (in dit geval het blazen op de fluit). Dit zinsdeel zet je in de past perfect. Daarna voeg je het andere zinsdeel toe (zonder then), deze laat je wel in de past simple staan!d) After they had opened a window, it became colder.Je begint de zin met after. Dan voeg je de eerste gebeurtenis toe die op de tijdlijn plaatsvindt (in dit geval het openen van een raam). Dit zinsdeel zet je in de past perfect. Daarna voeg je het andere zinsdeel toe (zonder then), deze laat je wel in de past simple staan!e) After it had stopped raining, we went swimming.Je begint de zin met after. Dan voeg je de eerste gebeurtenis toe die op de tijdlijn plaatsvindt (in dit geval de regen). Dit zinsdeel zet je in de past perfect. Daarna voeg je het andere zinsdeel toe (zonder then), deze laat je wel in de past simple staan! a) takingYou use the ing-form after certain verbs. To enjoy is one of those verbs.b) to helpYou use the infinitive after certain verbs. Offered is one of the verbs which is often followed by the infinitive.c) doingYou use the ing-form after certain verbs. Avoid is one of the verbs which is often followed by the ing-form.d) waitingYou use the ing-form after certain verbs. Dislike is one of the verbs which is often followed by the ing-form.e) goingYou use the ing-form after certain verbs. Most often you have to learn these verbs. Suggested is one of the verbs which is often followed by the ing-form. I'm Just Beginning By James Cracknell (1) Since taking up rowing I'd dreamt of winning a gold medal. Relationships, a ‘proper’ career, money, holidays, and friends' weddings had all been sacrificed at the altar of rowing. After having won two Olympic gold medals I was mentally prepared to retire. Then television presenter Ben Fogle bounced up to me at a party. "I'm doing a rowing race across the Atlantic. Do you want to do it with me?" he asked. After discovering he couldn't row I politely declined, but soon realised I was missing something: _____9______. I'd had one since I was 16 years old and felt incomplete without having something to aim for. So I phoned up Ben and agreed to enter the Atlantic Rowing Race. (2) The difference between preparing for a sporting event and a challenge like this became obvious on a number of fronts: practical, financial and emotional. The Olympics demanded that I train to the best of my ability and then perform when it mattered; not easy, but I was supported by a coach and several other trained specialists. Ben and I only had each other. We also had a boat to build, navigation tests to pass, radio and sea-survival courses, training and (in Ben's case) learning to row. Getting sponsorship was virtually impossible and my wife wasn't too keen on me spending two months at sea. (3) ______10______. We only got clearance to race 24 hours before the start and hadn't spent more than two hours on our boat. We'd totally under-estimated the psychological challenge of being out at sea in a tiny boat. There had been no discussion about how little we really knew each other or would function as a team. The first week aboard was spent coming to terms with the 3,000 miles of ocean ahead. It was hideous. We just wanted to give up. We'd run out of water, survived a capsize, lost all communication and three stone in weight. However, by the time we arrived in Antigua I'd learnt how the mind and body can be strong enough to survive any situation. (4) After that experience I wanted to test myself in different ways. After swimming the Strait of Gibraltar, paddling the Channel on a surfboard and making a tandem record attempt from Land's End to John O'Groats, I should be ready to admit I ______11______ challenges. (5) What I haven't answered is why I want to do these things. A psychologist I've worked with says it takes at least two years to fully retire from sport. Perhaps it's taking me longer, but I'm still learning so much about myself and our planet on every trip, it feels as if I'm just starting out on this phase of my life.D) a goalIn tekst lezen we: “something to aim for” (gele tekst). Vaak aim je voor een doel. Daarom is a goal in dit geval de logische keuze. D) Our preparation was terrible. In de zinnen die op het gat volgen lees je meerdere dingen die niet goed waren (blauwe tekst). Daaruit kun je opmaken dat de voorbereiding slecht was. De tekst die op het gat volgt is als het ware een opsomming van de zin in het gat. A) am hooked on In de zinnen voor het gat (groene tekst) lees je allemaal andere doelen die hij al behaald heeft en dat hij zichzelf wil uitdagen op verschillende manieren. Hieruit wordt duidelijk dat antwoord A of C het juiste antwoord kan zijn. Als je dan verder leest in de volgende alinea dan lees je dat hij niet weet waarom hij deze dingen doet, dit wijst er weer op dat hij zichzelf nog steeds uitdaagt, waardoor antwoord A de juiste is.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.