Nectar 4e ed/FLEX - Hoofdstuk 2 - Cellen oefentoetsen & antwoorden

Dit behoort tot de moleculen.De huid is (qua oppervlakte) het grootste menselijke orgaan.De toendra is een ecosysteem zonder bomen of struiken grenzend aan poolgebied. Mitochondriën zijn organellen, ze leveren de energie voor de activiteiten van de cel.De roedel wolven op de Veluwe behoren tot dezelfde populatie. 2: celkern (1=nucleolus oftewel kernlichaam)5: endoplasmatisch reticulum (ER)6: Golgi systeem9: mitochondrium13: centrosoom14: celmembraan Transcriptie is het proces waarbij het DNA-molecuul wordt opengeritst en er een bruikbare ‘kopie’ van wordt gemaakt. Deze ‘kopie’ wordt gebruikt om uiteindelijk een eiwit te maken.Een puntmutatie is een verandering in het DNA van één basenpaar. Het stopcodon is een 3 lettercode (triplet) van het mRNA dat tijdens de translatie een eindsignaal geeft ten teken dat de eiwitketen af is. Fase 2 is de (vroege) profase, de chromosomen zijn gespiraliseerd en er ontstaat een spoelfiguur.Fase 4 is de metafase, de chromosomen liggen in het midden van de cel met trekdraden van de centromeer naar de pool.Fase 6 is de anafase, de chromosomen (bestaande uit één chromatide) worden door de trekdraden naar de polen getrokken. In de plasmide (stuk ringvormig DNA in de bacterie) wordt een menselijk gen ingebracht dat codeert voor de productie van insuline. Vervolgens kan deze insuline uit de bacteriën worden gehaald en bij mensen met suikerziekte worden ingebracht. De overeenkomsten tussen een cel van een bacterie en die van een plant zijn:Ze bevatten beiden een celwand.Ze bevatten een aantal dezelfde organellen zoals ribosomen, grondplasma en celmembraan.Net als planten zijn sommige bacteriën autotroof (ze kunnen hun eigen voedsel produceren uit anorganische stoffen).Enkele verschillen zijn:Een plantencel bevat een celkern, een bacterie heeft het DNA in het grondplasma.Een plantencel bevat bladgroenkorrels, een bacterie niet.Een plantencel bevat een grote vacuole, een bacterie heeft geen vacuole. Het molecuul dopamine (een eiwit) speelt een hele belangrijke rol in het ontstaan van Parkinson. Doordat deze neurotransmitter onvoldoende wordt aangemaakt ontstaan er problemen in de samenwerking van zenuwcellen. Het organisatieniveau waar het probleem zit is het molecuul. Indirect zijn dat de zenuwcellen en de grote hersenen. AAG CCG UAU  Let erop dat er geen T in mRNA zit, maar een U.In binas tabel 71G vind je per aminozuur de mogelijke codes van mRNA. AAG is lysineCCG is prolineUAU is tyrosine  Bron: https://biologiepagina.nl/Vwo4/N4Celenleven/Proeftoetsmitose/mitosetoets.htm De juiste volgorde is 4-5-2-1-3Bij 4 zijn de chromosomen nog niet gespiraliseerd (opgerold) en is het kernmembraan nog intact. Dit is de interfase.Bij 5 zijn de chromosomen gespiraliseerd en verdwijnt het kernmembraan. Dit is de profase.Bij 2 gaan de chromosomen in een vlak, in het midden van de cel, liggen en ontstaan er trekdraden aan elke chromosoom. Dit is de metafase.Bij 1 trekken de trekdraden de chromosomen uit elkaar zodat die nog uit een enkele chromatide bestaat. Dit is de (vroege) anafase.Bij 3 worden de chromatiden naar de polen getrokken. Dit is de (late) anafase.In plaatje 1 zijn de chromosomen nog niet volledig gescheiden. In plaatje 3 wel, daar bestaan de chromosomen uit 1 chromatide. Een verandering in het DNA in een bevruchte eicel komt in alle cellen van het dier (dat uit die eicel ontstaat) terecht. Een verandering in het DNA van een cel uit een later stadium van de embryonale ontwikkeling komt alleen terecht in de cellen die (door deling) uit de betreffende cel ontstaan. Organel nummer 4 is het mitochondrium. Dit is te herkennen aan de vele binnenmembranen. Hier vindt verbranding plaats.Nummer 7 is het celmembraan. Omdat gist ééncellig is, heeft het geen weefsel, orgaan en orgaanstelsel. Het regelcentrum van de cel is de celkern, hier ligt het DNA en wordt dus bepaald welk enzym gemaakt wordt.De enzymen (eiwitten) worden gemaakt door de ribosomen op het endoplasmatisch reticulum (ER). Het organel waar verbranding plaatsvindt is het mitochondrium.Tijdens het intensief sporten kan anaerobe dissimilatie plaatsvinden. Dan kunnen de longen het niet aan het bloed en de spieren van voldoende zuurstof te voorzien.Hierbij wordt melkzuur (lactaat) gevormd. Dit wordt verzuring genoemd. Uit de informatie blijkt dat radioactief thymine (T), één van de bouwstenen van DNA, gebruikt is om nieuwe cellen aan te maken. Deze cellen waren op het moment van injecteren dus bezig om nieuw DNA aan te maken, oftewel DNA-synthese, waarbij DNA-nucleotiden uit het kernplasma gebruiken. Dit gebeurt tijdens de S-fase van de celcyclus. Dit knipenzym heeft effect op het DNA. Het DNA van een menselijke cel zit in de celkern.Dit noemt men genetische modificatie.Een kankergen zorgt voor ongeremde deling. Dat is in dit geval juist wat je wilt bereiken. De onderzoekers willen snel veel leverweefsel kunnen kweken. Tip: bedenk bij zo’n type vraag eerst wat de eigenschappen van een plantencel zijn. Bedenk vervolgens welke hiervan de gistcel wél en niet heeft.Argumenten voor het indelen bij planten: aanwezigheid celwandaanwezigheid vacuoleze kunnen zowel eencellig als meercellig voorkomenorganellen als celkern, ER, ribosomen en mitochondriën zijn aanwezig bij beideArgumenten voor het indelen in een aparte groep: afwezigheid bladgroenkorrelde celwand van gisten bestaat uit chitine, die van planten uit celluloseplantencellen bevatten plastiden, schimmelcellen niet