Deze toets behandelt de volgende onderwerpen: debetsaldo en creditsaldo, Nibud, soorten uitgaven, budgetplan, budgetteren, enkelvoudige en samengestelde rente, geldfuncties, kredietkosten, reserveren, betaalmogelijkheden, beleggen, obligaties, dividend, consumptief krediet, persoonlijke lening, doorlopend krediet, salariskrediet, aandelen, hypothecaire lening, spender, vraag en aanbod van geld, debetrente en creditrente, nominale rente, reële rente en inflatie.
Toets Economie
Pincode 7e ed/FLEX
Online maken
Toets afdrukken
a) Stap 1: Leg eerst de begrippen in de vraag uit: Soorten uitgaven:Huishoudelijke uitgaven: dagelijkse uitgaven, zoals boodschappenVaste lasten: uitgaven die op een vast moment betaalt en ook niet zomaar kunt stoppen, zoals abonnementen en hypotheekIncidentele uitgaven: grote uitgaven die je niet vaak of met regelmaat doet, zoals reparatie of vakantieStap 2: Geef antwoord op de vraag:Welke soort uitgave is gas en elektra? Bepaal de kenmerken: Deze uitgave doe je iedere maand op een vast moment en kun je niet zomaar stoppen, dus behoort het tot de vaste lasten.b) Deze uitspraak is juist. Een negatief saldo noem je ook wel een debetsaldo en een positief saldo een creditsaldo. c) Rente is de prijs voor geld.De hoogte van het rentebedrag wordt bepaald door:het rentepercentagede hoogte van het spaarbedragde periode dat het geld op een spaarrekening staatd) Stap 1: Leg eerst de begrippen in de vraag uit: Er zijn drie geldfuncties:Ruilmiddel: het kopen en verkopen van producten voor geld.Rekenmiddel: de waarde van verschillende producten met elkaar vergelijken.Spaarmiddel: Een deel van je inkomen niet uitgaven en voor later bewaren.Stap 2: Geef antwoord op de vraag: De waarde (geldbedrag) van verschillende E-bikes wordt met elkaar vergeleken, dus de functie van rekenmiddel.e) Administratiekosten, personeelskosten.De formule voor het berekenen van kredietkosten:kredietkosten= (termijnbedrag x aantal maanden) - leningf) Stap 1: Leg eerst de begrippen in de vraag uit:Reserveren is het sparen van geld om er incidentele uitgaven mee te kunnen betalen.Stap 2: Geef antwoord op de vraag:Er kunnen onverwachte uitgaven komen, zoals een nieuwe wasmachine, reparatie aan auto, die je zonder reservering misschien niet kunt betalen.De formule voor een maandelijkse reservering is:maandelijkse reservering= (toekomstige aanschafwaarde - restwaarde): aantal maandeng) Je kunt op verschillende manieren betalen:met pinpas met contact geldmet creditcardmet mobiele telefoonh) Stap 1: Leg eerst de begrippen in de vraag uit:In obligaties beleggen is geld lenen aan bedrijven of overheid.Dividend is winstuitkering aan aandeelhouders.Stap 2: Geef antwoord op de vraag:Je kunt beleggen in aandelen of in obligaties. Bij aandelen krijg je als beloning winstuitkering, ook wel dividend genoemd en bij obligaties krijg je als beloning rente. De uitspraak is dus onjuist.i)Er zijn drie soorten consumptief kredieten:- Persoonlijke lening: eenvoudigste lening. Je leent een bedrag en betaalt het binnen de afgesproken termijn met rente terug.- Doorlopend krediet; lening voor als je langere tijd geld achter de hand nodig hebt.- Salariskrediet: als je even tekort geld op je bankrekening hebt dat met het volgende salaris weer opgelost is.j) Een spender is iemand die liever geld uitgeeft dan geld spaart. a) Stap 1: Leg eerst de begrippen in de vraag uit:Een budgetplan is een overzicht van alle verwachte inkomsten en uitgaven voor de komende periode.Budgetteren is je inkomsten en uitgaven goed op elkaar afstemmen.Stap 2: Geef antwoord op de vraag:Door een budgetplan kun je zien of je al je verwachte uitgaven kunt betalen met je verwachte inkomsten. Als blijkt dat dat niet het geval is, dan kun je je uitgaven nog aanpassen of kijken hoe je je inkomsten kunt vergroten. Dus door een budgetplan te maken, kun je ook goed budgetteren, waardoor je minder snel in financiële problemen komt.b) Bij samengestelde rente krijg je ook rente over je rente en bij enkelvoudige rente niet. Bijvoorbeeld als je €1000 op je spaarrekening hebt bij enkelvoudige rente van 2% dan krijg je ieder jaar 2% van €1000= €20.Bij samengestelde rente van 2% krijg je het eerste jaar 2% van €1000= 20 en het tweede jaar 2% van €1020= €20,40.c) Stap 1: Leg eerst het begrip uit in de vraag:Looptijd: de periode waarin je de lening terugbetaalt.Stap 2: geef een voordeel en een nadeel:(let op dat je het vergelijkt met de andere optie!)Een voordeel van een looptijd van vier jaar is dat het maandelijkse termijnbedrag lager is dan bij een looptijd van twee jaar.Een nadeel van een looptijd van vier jaar is dat de uiteindelijke kredietkosten hoger zijn dan als je het geld twee jaar leent. Een nadeel kan ook zijn dat de telefoon al stuk is of kwijt en je nog steeds aan het terugbetalen bent.d) Door geld te lenen kun je meteen een nieuwe auto kopen en hoef je niet een paar jaar te wachten.Er is nu een hele goede aanbieding, die er misschien over een paar jaar niet meer is.e) Janine had het beste de aandelen verkopen toen de koers op het hoogste punt was en dat was om 11.00 uur.f) Bij een hypothecaire lening loopt de bank minder risico, omdat je huis als onderpand dient. Dit betekent dat als je de lening niet kunt terugbetalen de bank het recht heeft je huis te verkopen. Zo krijgen ze toch hun geld terug.Bij een persoonlijk lening is er geen onderpand en is de bank het geld kwijt als je de lening niet kunt terugbetalen.g) Stap 1: Leg eerst de begrippen in de vraag uit:Een consumptief krediet is voor duurzame consumptiegoederen (die langer dan een jaar meegaan).Een hypothecaire lening is een lening die je alleen kunt afsluiten voor een onroerend goed, dus een huis of stuk grond. Hierbij is je huis of grond ook onderpand. De bank mag deze verkopen als je de lening niet kunt betalen.Stap 2: Geef antwoord op de vraag:Een auto is geen onroerend goed, maar een duurzaam consumptiegoed, dus kun je geen hypothecaire lening voor je auto afsluiten.h) Je kunt kiezen voor winkels die duurzame producten produceren of die goed zijn voor hun personeel. a) Stap 1: Bepaal de groeifactor:Met een rente van 0,8% heb je na een jaar 100% + 0,8%= 100,8%De groeifactor is dan 100,8: 100= 1,008 per jaarDus na drie jaar is dat 1,008 x 1, 008 x 1,008Stap 2: bereken het spaargeld na drie jaar:spaartegoed x 1,008x 1,008 x 1,008= 6000 x 1,008 x 1,008 x 1,008= €6145,16b) Stap 1: Bereken hoeveel spaargeld Joke na 3 jaar heeft op de Spaar Direct rekening:0,9 % van €6000= 0,9 : 100 x 6000= € 54 per jaar rente.3 jaar rente is 3x €54= €162 rente totaalNa 3 jaar heeft Joke dan €6000 + €162= €6162 Stap 2: Bereken het verschil tussen de twee spaarrekeningen:€6162 - €6145,16= €16,84. Ze kan het beste kiezen voor de Spaar direct rekening. a) Stap 1: Schrijf de formule op van het omrekenen van week, maand of kwartaal naar jaar: weekbedrag x 52 = jaarbedragmaandbedrag x 12 = jaarbedrag kwartaalbedrag x 4 == jaarbedragStap 2: Bereken het salaris, kinderbijslag en toeslag voor kinderopvang naar jaar.Salaris: 950 x 52 = €49.900 per jaarKinderbijslag: 315 x 4 = €1260 per jaarToeslag kinderopvang: 400 x 12= 4800 per jaarStap 3: bereken de ontvangen jaarlijkse rente:55000 : 100 x 0,02 = 11 euro rente ontvangenStap 4: Vul het schema in:InkomstenUitgavenSalaris€ 49.920Hypotheek€ 21.400Vakantiegeld 3.936Gas & elektra 3.160Eindejaarsuitkering 3.100Verzekeringen 3.840Kinderbijslag 1.260Boodschappen 1.340Kinderopvangtoeslag 4.800Vakanties 6.200Teruggave inkomstenbelasting 500Kinderopvang 9.440Rente spaargeld 11Overig 4.500Totaal€ 63.527Totaal € 49.880b)Stap 1: Bereken hoeveel ze jaarlijks overhouden volgens de budgetplan:€63.527- €49.880= €13.647Stap 2: Bereken hoeveel ze na 5 jaar over hebben.€13647 x 5= €68235Stap 3: Bereken hoeveel geld ze na 5 jaar tekort komen voor het huisje:€95.000 - €68235= €26765 tekortc) Ze moet in 5 jaar €26765 extra verdienen.Stap 1: Bereken hoeveel ze extra per jaar moet verdienen:€26765 : 5== €5353 per jaar extraStap 2: Bereken hoeveel ze extra per week moet verdienen: €5353 : 52 weken= €102,94 per week extra a) Er mogen geen leningen worden verstrekt aan minderjarigen. Als je minderjarig bent, heb je nog leerplicht en kun je dus nog geen volledig inkomen hebben. Ook ben je nog niet oud genoeg om de gevolgen van je acties goed te kunnen overzien. Je snapt dan dus nog niet wat de gevolgen zijn van het afsluiten van een lening.b) Over twee jaar is Mila 18 jaar en wil ze misschien wel liever autorijden. Het zou vervelend zijn als ze dan nog vastzit aan het afbetalen van de scooter die ze niet meer heeft.c) Stap 1: Bereken hoeveel geld ze moet lenen:€1500 - €500= €1000 moet ze nog lenenStap 2: Schrijf de formule voor het berekenen van de totale kredietkosten op:kredietkosten= (aantal termijn x termijnbedrag) - leningStap 3: Bereken de kredietkosten: 2 jaar = 24 maanden (24 x €47,92)= €1150,08 €1150,08 - €1000= €150,08 kredietkostend) 150,08 : 1000 x 100%= 15,01% Stap 1: Tel de bedragen van de apparaten bij elkaar op:wasmachine € 720televisie € 899stofzuiger €2395combi-magnetron € 550 + —-------- € 4564Stap 2: Reken uit hoeveel duur de apparaten nieuw zijn over 8 jaar:De apparaten zijn dan 13% duurder.13 % van €4564= €4564 : 100 x 13= €593,32 duurder.€4564 + €€593,32= €5157,32 Stap 3: Reken uit hoeveel geld Ray over 8 jaar nodig heeft:Hij verwacht €200 terug te krijgen voor zijn oude apparaten.€5157,32 - €200= €4957, 32 totaal nodig.Stap 4: Bereken hoeveel hij per maand moet reserveren:€4957,32 : 8 jaar = €619,67 per jaar€619, 67 : 12 maanden= €51,64 per maand moet hij reserveren. a) Stap 1: Bereken hoeveel procent rente Maria na 5 jaar krijgt:-5% + 4%+ 7% + 9% + 11%= 26% rente totaalStap 2: Bereken het totale rentebedrag na 5 jaar:26% van €16000= 16000 : 100 x 26= 4160 renteStap 3: Bereken het bedrag dat Maria na 5 jaar uitgekeerd krijgt: inleg + rente= €16000 + €4160= €20160b) Stap 1: Bereken de rente per jaar:4% van €16000 = 16000 : 100 x 4= 640 rente per jaarStap 2: Bereken hoeveel er na 5 jaar op de Internet spaarrekening is gestort:5 jaar x €640 = € 3200 rente na 5 jaar. Stap 3: Bereken hoeveel geld er na vijf jaar de de spaarrekening staat:spaargeld + rente= €16000 + €3200= €19200c) Er is geen foute keuze, maar belangrijk is dat je het goed beargumenteert.Keuze Internet spaarrekening:Ik adviseer Maria te kiezen voor de Internet spaarrekening, want dan loopt ze geen risico en krijgt ze zoals afgesproken 4% rente. De rente van de rendementsrekening is maar een schatting. het kan ook minder worden.Keuze rendementsrekening:Ik adviseer Maria te kiezen voor de rendementsrekening, omdat dan de kans groot is dat ze meer rente ontvangt dan de internet spaarrekening. De rente is gekoppeld aan de koers van 50 bedrijven in een pakket dus het risico op veel verlies is klein. a) Stap 1: Leg de begrippen in de vraag uit:Aanbod van geld: dat zijn de spaardersVragers naar geld: dat zijn de gezinnen en bedrijvenStap 2: Geef antwoord op de vraag:De spaarders bieden hun geld aan de bank aan, waarvoor zij rente ontvangen. Bedrijven en gezinnen vragen de bank om geld, waarvoor zij rente betalen. De bank bemiddeld tussen de vragers en aanbieders.b) Stap 1: Leg de begrippen in de vraag uit:Debetrente is de rente die je betaalt over je leningCreditrente is de rente die je ontvangt over je spaargeldStap 2: Geef antwoord op de vraag:De spaarders ontvangen een lagere debetrente op hun spaargeld dan de creditrente die leners moeten betalen. Het verschil in rente is voor de bank. Bijvoorbeeld: Je ontvangt op je spaargeld 1% rente. De bank leent vervolgens dat geld uit tegen 5% rente. De bank heeft 4% winst gemaakt. a) Stap 1: Noteer de formule voor het berekenen van reële rente:Reële rente= nominale rente - inflatieStap 2: Bereken de reële rente:0,8 - 2,7= -1,9%b) Stap 1: Leg het begrip uit in de vraag:Koopkracht is hoeveel je werkelijk je geld kunt kopen.Geef antwoord op de vraag:De inflatie was hoger dan de rente, dus is de koopkracht gedaald. De koopkracht daalde met 1,9%. Je kunt dus minder met je spaargeld kopen.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.