Biologie voor Jou MAX (release 8.2) deel B - Thema 6 - Ecologie en duurzaamheid oefentoetsen & antwoorden

a) = (andere) organismenb) = de levenloze natuur   Soortgenoten, voedsel, roofdieren, ziekteverwekker, nestgelegenheid (3 moeten er genoemd zijn)   Individu, populatie, levensgemeenschap, ecosysteem, biosfeer.   Schakel   b) Producenten   a) Commensalisme     Gastheer  Een landschap dat is gevormd door de invloed van de mens.  Mensen kunnen het milieu uitputten en vervuilen.   e) Verzilting    Voordeel stadslandbouw: Stadslandbouw bespaart op transport, het voedsel wordt verbouwd en geoogst in de stad en hoeft daarom niet meer getransporteerd te worden. Dit zorgt voor minder transport en dus minder uitlaatgassen. Voordeel verticale landbouw: Door boven elkaar te verbouwen is er minder grond nodig en er kan gebruik worden gemaakt van bepaalde kleuren LED verlichting die de fotosynthese bevorderen. a) Heterotroof   In een ecosysteem wordt energie van het ene trofische niveau doorgegeven naar het volgende trofische niveau. Bijvoorbeeld: een plant maakt energie (glucose) uit zonlicht, en het dier dat dit opeet verbrandt vervolgens in het lichaam de glucose weer.  Het gebruik van natuurlijke vijanden van organismen als bestrijding.  Biomassa Totale hoeveelheid landbouwgif (in mg) Landbouwgif per biomassa (in mg) Visarend 3 kg 60 20  Grote vissen 20 kg 60 3 Kleine vissen 175 kg 60 0,34 Zoöplankton 1000 kg  60 0,06 Planten 10000 kg  60 0,006   Water uit zeeën en meren verdampt onder invloed van de warmte van de zon. Hoe hoger deze waterdamp stijgt, hoe kouder de waterdamp wordt. Als de waterdamp koud genoeg wordt, vormt de damp kleine druppeltjes. Dit zijn wolken. Als de wolken koud genoeg zijn geworden, ontstaat er regen. Op deze manier komt het water weer terug op de aarde. Als de regen op land is gevallen, brengen meren en rivieren het water weer terug naar zee. Mutualisme Door activiteiten van de mens, verdwijnen de leefgebieden van sommige dieren en planten, of de leefgebieden worden kleiner. Hierdoor wordt het moeilijker voor deze soorten om te overleven, deze soorten worden dan dus bedreigd. Uiteindelijk kunnen deze soorten uitsterven, wat leidt tot een kleinere biodiversiteit, wat het gevolg heeft dat het aantal soorten afneemt.   Monocultuur betekent dat er elk jaar hetzelfde wordt verbouwd op een groot stuk land. Dit gewas en deze planten hebben mineralen nodig om te groeien en halen dit uit de bodem. Als dit dus elk jaar gebeurt, worden er elk jaar dezelfde mineralen uit de bodem gehaald, en dit kan dit leiden tot uitputting van de bodem. Noem 3 van de volgende:afval in de prullenbak gooienverwarming lager zettenminder plastic gebruikenkorter douchenletten op milieuvriendelijke keurmerkenminder nieuwe kleding kopenreizen met de trein ipv het vliegtuigvaker met de fiets ipv de auto of scooter Door verbranding en door afval van organismen Bij vruchtwisseling wordt er nooit twee jaar achter elkaar hetzelfde gewas verbouwd, wat de kans op ziekten en plagen vermindert. a) Consumenten b) De koolmees c)  Bessen - rups - koolmees - havik  Bessen - rups - bonte specht - havik  a) Parasiet b) Gastheer c) Parasitisme, want de teek haalt er een voordeel uit maar de mens die gebeten is ondervindt er alleen een nadeel aan. Het bloed van de mens wordt afgepakt en de mens krijgt er niks voor terug. Ook kan een tekenbeet leiden tot de ziekte van Lyme.  Er staat nu alleen maar graan in plaats van heel veel soorten bomen en struiken. Ook zijn er dan minder verschillende diersoorten.De biodiversiteit is nu dus veel lager in vergelijking met toen het nog bos was. De verbranding van deze biobrandstof draagt niet mee aan het versterkte broeikaseffect. Want, tijdens de groei van de biobrandstoffen wordt CO2 opgenomen, wat bij de verbranding weer wordt uitgestoten. Uiteindelijk wordt er dus niet meer CO2 uitgestoten dan opgenomen, en is er geen toename in CO2 uitstoot. Het CO2 niveau blijft het gelijk, terwijl er wel energie wordt geproduceerd. Biologische landbouw maakt geen gebruik van bestrijdingsmiddelen.Om plagen (zoals rupsen die de bladeren opeten) tegen te gaan worden vaak natuurlijke vijanden ingezet, zoals dit insect.Dit kan dus heel goed een onderdeel zijn van biologische landbouw.