Toets Bedrijfseconomie

Bedrijfseconomie in Balans 8e ed - Domein F (H25-27) - oefentoetsen & antwoorden

8e editie

Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: Afschrijvingskosten, Arbeidsuurtarief en factuurtarief, Variabele kosten en constante kosten, Break-even analyse, Dekkingsbijdrage, Resultatenrekening (begroot en werkelijk), Kritische succesfactoren en prestatie-indicatoren

Examendomein F
Domein F is een vrij uitgebreid domein. Daarom is besloten twee deeltoetsen te maken voor dit domein. Uiteindelijk werkt domein F ernaartoe dat jullie een resultatenrekening en een liquiditeitsoverzicht kunnen samenstellen (zie hoofdstuk 29 + 30). Het samenstellen van deze overzichten kost te veel tijd om beide overzichten in één oefentoets te behandelen. Om deze reden worden hoofdstuk 29 + 30 verdeeld over deeltoets 1 en deeltoets 2. In deeltoets 1 wordt een resultatenrekening gemaakt. In deeltoets 2 wordt een liquiditeitsoverzicht gemaakt.  

Bedrijfseconomie in Balans 8e ed
Toets Bedrijfseconomie
Bedrijfseconomie in Balans 8e ed
Online maken
Toets afdrukken
Eindantwoord Variabele kosten zijn afhankelijk van de productie en/of afzet. Wanneer productie stijgt en verkopen stijgen, zullen de variabele kosten ook toenemen. Een voorbeeld van variabele kosten zijn de verpakkings- en verzendkosten van een webshop. Deze zullen toenemen naarmate de verkopen stijgen. Constante kosten zijn niet afhankelijk van de productie en/of afzet. Een stijgende productie of een toename van verkopen zal geen effect hebben op de hoogte van de constante kosten. Een voorbeeld van een constante kostenpost is de huur van een winkelpand. De hoogte van de huur is niet afhankelijk van het aantal verkopen. LET OP! Een fout antwoord dat vaak wordt gegeven is dat constante kosten altijd hetzelfde blijven. Dit is niet correct! Constante kosten kunnen veranderen door prijsstijgingen of door een uitbreiding van de capaciteit. Zo kunnen huurkosten stijgen door een jaarlijkse verhoging of door een extra pand te huren.  EindantwoordAfschrijvingskosten zijn de boekhoudkundige verwerking van waardedaling van vaste activa. Wanneer vaste activa daalt in waarde, bijvoorbeeld machines of bedrijfswagens die een jaar zijn gebruikt, daalt de waarde van het eigen vermogen van de onderneming. Deze waardedaling mag als kosten worden geboekt, waardoor een fiscaal voordeel ontstaat. De afschrijvingskosten zorgen er namelijk voor dat de winst afneemt, waardoor er minder winstbelasting betaald hoeft te worden. Let op dat afschrijvingskosten niet tot uitgaven leiden! Deze kosten hoeven uiteraard aan niemand betaald te worden.  Eindantwoord  De dekkingsbijdrage kan vanuit twee perspectieven worden bekeken. Ten eerste is er de dekkingsbijdrage per product.Dit is het verschil tussen de verkoopprijs (P) van een product en de variabele kosten per product (v), bestaande uit de inkoopprijs + de overige variabele kosten per product. In formulevorm: (P – v).Van elk product dat wordt verkocht blijft de dekkingsbijdrage over om de constante kosten mee te dekken. Een ander woord voor dekkingsbijdrage is contributiemarge. Dit tweede begrip is letterlijk vertaald vanuit het Engels (contribution margin). Ten tweede kan de dekkingsbijdrage worden bekeken vanuit het perspectief van de totale financiën van een onderneming. In dit geval is de totale dekkingsbijdrage het verschil tussen de omzet en de totale variabele kosten, zijnde de inkoopwaarde van de omzet (IWO) + alle overige variabele kosten. Wanneer de totale dekking > constante kosten is er sprake van een positief resultaat.  Eindantwoord Productieve uren zijn de uren die een opdrachtgever/bedrijf kan doorberekenen aan zijn klant. Deze productieve uren kunnen afwijken van het totaal aantal uren dat de opdrachtgever (of zijn personeel) bezig is met de uit te voeren opdracht. De productieve uren bepalen daarom het arbeidsuurtarief dat gefactureerd zal worden door de opdrachtgever aan de klant.  EindantwoordKritische succesfactoren zijn factoren die bepalend zijn voor het succes van een onderneming. Dit kunnen zowel financiële als niet-financiële factoren zijn. Een voorbeeld van een financiële succesfactor is de winstgevendheid/rentabiliteit van een onderneming. Financiële succesfactoren zijn eenvoudig te meten. Zo kan de winstgevendheid van een onderneming absoluut worden gemeten door de omzet minus de kosten te berekenen (TO – TK) of door de winst uit te drukken in een percentage van het geïnvesteerd kapitaal (Return on investment / ROI). Niet-financiële succesfactoren zijn vaak moeilijker te meten. Een voorbeeld is klanttevredenheid. Bedrijven proberen deze niet-financiële succesfactoren toch meetbaar te maken op een bepaalde manier. Hiervoor worden dan kritische prestatie indicatoren (kpi’s) opgesteld, die wel meetbaar zijn. Zo kunnen de volgende kpi’s bijvoorbeeld worden gebruikt om klanttevredenheid te meten:Aantal klachten per periodeAantal retour gestuurde artikelen per periode Aantal keren dat klanten terugkomen  Gemiddelde klantscore van klantenquêtes.  WerkwijzeDe constante kosten zijn niet gegeven, maar deze kun je wel berekenen. Let op dat de toename van de productie niet leidt tot een toename van de constante kosten. Een verdubbeling van de productie zal wel leiden tot een verdubbeling van de totale variabele kosten. De totale kosten bestaan uit de totale variabele kosten (V) en de totale constante kosten (C). Eindantwoord b)Bij een productie van 20.000 eenheden zijn de totale variabele kosten 20.000 x €1,50 = €30.000De constante kosten zijn de totale kosten minus de variabele kosten, oftewel €60.000 - €30.000 = €30.000 Wanneer de productie verdubbelt van 20.000 eenheden naar 40.000 eenheden, zullen de variabele kosten ook verdubbelen, echter de constante kosten veranderen niet. Totale kosten = 40.000 x €1,50 + €30.000 = €90.000 WerkwijzeDe jaarlijkse afschrijving bereken je met de volgende formule:(Aanschafwaarde – restwaarde) / gebruiksduurDe aanschafwaarde bestaat uit de aanschafprijs + installatiekosten.De restwaarde dient altijd te worden verminderd met eventuele sloopkosten. Let op dat bij het bereken van kosten, omzet en winst nooit rekening wordt gehouden met btw. EindantwoordAanschafwaarde = €45.980/121*100 = €38.000€38.000 + €10.000 = €48.000Restwaarde = €8.000 - €2.000 = €6.000 Jaarlijkse afschrijving = (48.000 – 6.000) / 6 = €7.000  Werkwijze a)Let op dat de aannemer alleen de productieve uren kan doorberekenen aan de klant. Dit zijn de uren die de bouwvakkers bij de klant aanwezig zijn. Het arbeidsuurtarief bereken je door de totale loonkosten te delen door het aantal productieve uren. Eindantwoord a)Totale loonkosten = 60 arbeidsuren x €38 = €2.280Aantal productieve uren = 2 bouwvakkers x 3 dagen x 8 uur = 48 uurArbeidsuurtarief = €47,50 Werkwijze b)De kostprijs bestaat uit de loonkosten en de materiaalkosten.Houd er rekening mee dat een offerteprijs altijd inclusief btw is. Eindantwoord b)Loonkosten €2.280 (48 uur x €47,50)Materiaalkosten €2.400 +Kostprijs €4.680Winstopslag 40% €1.872 + (4.680 x 0,4)Prijs exclusief btw €6.552Btw 21% €1.375,92 + (6.552 x 0,21)Offerteprijs €7.927,92 Eindantwoord a)Wanneer een klant meerdere maaltijden bestelt, kunnen de constante kosten over meer maaltijden worden verdeeld. Hierdoor daalt de kostprijs per maaltijd en kan de verkoopprijs ook dalen. Je kunt ook zeggen dat alle maaltijden tegelijkertijd worden bezorgd. Wanneer een klant meerdere maaltijden besteld, kunnen de bezorgkosten over meer maaltijden worden verdeeld. Hierdoor dalen de bezorgkosten per maaltijd bij die klant en kan de verkoopprijs ook dalen. Werkwijze b)De break-even afzet bereken je door de totale constante kosten te delen door de dekkingsbijdrage. De dekkingsbijdrage is de verkoopprijs – de variabele kosten per maaltijd.In formule: Break-even afzet = C / (P – v) Let op dat je break-even afzet altijd omhoog moet afronden! Eindantwoord b)Constante kosten (C) = 12.000 + 6.600 + 3.200 = €21.800Dekkingsbijdrage per maaltijd = 6 – (1,40 + 0,34) = €4,26 Break even afzet = 21.800 / 4,26 = 5.117,37 🡪 5.118 maaltijden Eindantwoord a) De interestkosten zijn niet afhankelijk van de afzet of omzet. Werkwijze b)De break-even afzet van kwartaal 1 bereken je door de constante kosten (C) te delen door de dekkingsbijdrage (P – v). De werkelijke afzet van kwartaal 1 bereken je door de omzet te delen door de verkoopprijs. Eindantwoord b) Constante kosten = 3.600 + 650 + 450 + 2.980 = €7.680 Dekkingsbijdrage = (P – v) = 4,80 – (2,00 + 0,40) = €2,40 Break even afzet = 7.680 / 2,40 = 3.200 flessen olijfolie. Werkelijke afzet eerste kwartaal = €14.400 / €4,80 = 3.000 flessen olijfolie. Conclusie: Er hadden dus 200 flessen olijfolie meer verkocht moeten worden om break-even te spelen.  WerkwijzeBij dit soort opgaven is begrijpend lezen heel belangrijk! Lees alle informatie dus goed door.Denk goed na welke informatie bij welke kostenpost hoort. Werk de winst-en-verliesrekening systematisch van boven naar beneden af. Let bij de berekeningen vooral goed op de termijnen. Alles moet uiteindelijk worden berekend voor twee kwartalen oftewel een half jaar.EindantwoordOmzet:De omzet van het restaurant bedroeg €117.000 per kwartaal. De omzet van private dining bedroeg €37.400 per kwartaal. Omzet bezorgen = 2.600 menu’s x €35 = €91.000 per kwartaal.Totaal = (117.000 + 37.400 + 91.000) x 2 = €490.800Inkoopwaarde van de ingrediënten:Gegeven is dat deze 30% van de verkoopprijs bedraagt.30% van €490.800 = €147.240Kosten online systeemDe vaste vergoeding is €2.600 per jaar. Voor een half jaar is dat dus €1.300.De variabele vergoeding bedraagt €0.25 per verkocht menu. Per kwartaal werden 5.100 menu’s verkocht (1.950 + 550 + 2.600). In totaal zijn dat dus 10.200 x €0,25 = €2.550Totale kosten = €1.300 + €2.550 = €3.850 HuurkostenEen jaarlijkse huur van €45.000 betekent dus een huur van €3.750 per maand. In het derde kwartaal hoeft maar 1/3 van de huur betaald te worden. De huur voor het derde kwartaal wordt dan dus:€3.750 * 3 maanden * 1/3 = €3.750 In het vierde kwartaal hoeft maar 2/3 van de huur betaald te worden. De huur voor het vierde kwartaal wordt dan dus:€3.750 * 3 maanden * 2/3 = €7.500De totale huurkosten = 3.750 + 7.500 = €11.250  LoonkostenLoonkosten zijn constant voor het gehele jaar= 211.000 * 0,5 = €105.500 voor twee kwartalen (half jaar).Verpakkingskosten2.600 menu’s x 2 kwartalen x €2,50 = €13.000Afschrijvingskosten inventaris:Jaarlijkse afschrijving = (aanschafwaarde – restwaarde) / gebruiksduurAanschafwaarde = €75.000Restwaarde = 10% van €75.000 = €7.500Jaarlijkse afschrijving = (75.000 – 7.500) / 5 = €13.500Voor een half jaar is dat dus 13.500 / 2 = €6.750 Leasekosten scootersEr zijn drie scooters gehuurd voor €800 per jaar per scooter. Voor twee kwartalen: 3 x €800 x 0,5 = €1.200 Kosten online cursusRestaurant De Waal is lid van de branchevereniging en betaalt dus eenmalig €675.De cursus vindt plaats in de periode van de twee kwartalen en wordt daarom ook volledig geboekt op deze twee kwartalen. Overige constante kosten  €44.900 * 0,5 = €22.450Totale kosten = €311.915Bedrijfsresultaat = 490.800 – 311.915 = €178.885 Eindantwoord a) Doordat de verwachting is dat technologische vooruitgang bij elektrische auto’s erg snel gaat, zullen de prestaties van huidige elektrische auto’s snel worden overtroffen door nieuwe modellen. Hierdoor verliezen de huidige elektrische auto’s sneller hun waarde. Vandaar dat hier sneller op wordt afgeschreven als bij benzineauto’s. Werkwijze b)Vergelijk de informatie die in de tekst staat met betrekking tot de CO2-uitstoot met de informatie uit de tabel van de Belastingdienst, die gebruikt wordt voor het berekenen van de BPM-belasting. Eindantwoord b)De CO2-uitstoot van de benzineauto bedraagt 125 gram/km.Dit ligt tussen 98 en 144 gram/km, dus moet worden gekeken naar rij 3 van de tabel van de Belastingdienst. De berekening wordt dan als volgt:125 gram – 98 gram = 27 gram27 gram x €139 = €3.753€3.753 + €2.077 = €5.830 Werkwijze c) Neem de verzamelde informatie over de auto’s goed door. Zorgvuldigheid en begrijpend lezen zijn hierbij belangrijke vaardigheden. Denk na over wat constante kosten en wat variabele kosten zijn in deze context. 🡪 Constante kosten zijn de kosten die niet afhankelijk zijn van het aantal gereden km. Variabele kosten zijn wel afhankelijk van het aantal gereden km. Let op dat noot 1 en 2 iets zeggen over het berekenen van de afschrijvingskosten.Eindantwoord c) Afschrijvingskosten: dit zijn constante kosten, want deze worden hier niet berekend op basis van het aantal gereden km (hier zou overigens wel voor gekozen kunnen worden. In dat geval zouden het variabele kosten zijn). Afschrijving benzineauto 20% van (€37.670 + €5.830) = €8.700 Afschrijving elektrische auto22% van (€50.000 + €5.000) = €12.100Brandstof / energiekosten: dit zijn variabele kosten, want deze zijn wel afhankelijk van het aantal gereden km. Brandstof benzineauto1 liter á €1,75 per 25 km  = €1,75 / 25 km = €0,07 per km Energiekosten elektrische auto0,15 KwH á €0,20 per km= 0,15 x €0,20 = €0,03 per km De overige kosten zijn allemaal per periode gegeven en zijn dus niet afhankelijk van het aantal gereden kilometers. Daarmee zijn het contante kosten. Overige kosten benzineauto: €4.080Overige kosten benzineauto: €2.400Werkwijze d)Er wordt gerekend met 50.000 km per jaar. De totale variabele kosten zijn afhankelijk van dit aantal km. De constante kosten zijn niet afhankelijk van dit aantal km. Eindantwoord d)BenzineautoVariabele kosten = 50.000 km x €0,07 = €3.500Constante kosten = €8.700 + €4.080 = €12.780 Totaal = €16.280Elektrische autoVariabele kosten = 50.000 km x €0,03 = €1.500Constante kosten = €12.100 + €2.400 = €14.500Totaal = €16.000 Conclusie: €16.000 < €16.280, dus de jaarlijkse kosten voor de elektrische auto zijn (bij 50.000 km per jaar) inderdaad lager dat die voor de benzineauto. Eindantwoord e)Werknemerstevredenheid is een moeilijk meetbaar aspect, dat invloed heeft op het succes van de onderneming. Het is dus een voorbeeld van een kritische succesfactor (ksf). Werknemerstevredenheid zou meetbaar gemaakt kunnen worden met behulp van een aantal kritische prestatie indicatoren (kpi), zoals bijvoorbeeld:Verloop van personeel / Aantal ontslagnamesGemiddelde retentieduur (tijd dat personeel in dienst blijft bij de werkgever)Uitslagen werknemerstevredenheidsenquête Aantal interne conflictenAantal klachten van werknemers Aantal sollicitanten Verzuim (ontevreden medewerkers melden zich vaker ziek)

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in