De Geo LRN-line Wonen in Nederland (2024 en 2025)
- Hoofdstuk 3 en 4 - Steden
oefentoetsen & antwoorden
LRN-line
Klas 4-5-6|Vwo
Deze oefentoets behandelt onder andere de volgende onderwerpen: Leefbaarheid in stedelijke gebieden en de Randstad: toekomstige topregio?
Toets Aardrijkskunde
De Geo LRN-line Wonen in Nederland (2024 en 2025)
Online maken
Toets afdrukken
Groeikern = De overheid wijst een gemeente aan die dicht bij een grote stad ligt: deze gemeente moet de suburbanisatie uit de stad opvangen. Woningkenmerken = Kenmerk van de woningen/huisvesting van huishoudens.Sociale cohesie = De samenhang van de samenleving of de bevolking in een wijk.Herstructurering = Grondig opknappen van wijken of buurten. Het stratenpatroon, de verdeling van de functies over de wijk en het woningbestand wordt gewijzigd. Science park = Bedrijventerrein met een concentratie van bedrijven, hogescholen en universiteiten met een wetenschappelijke of technologische invalshoek. Duale arbeidsmarkt = Een tweedeling op de arbeidsmarkt. Enerzijds een lager geschoolde, kansarme, groep en anderzijds een goed opgeleide, kansrijke groep, Smart City = Moderne en digitale communicatietechnologie worden in de stad intensief gebruikt. De overheid verleent deze dienst aan de burgers en bedrijven met als doel om de communicatie en de leefbaarheid zo optimaal mogelijk te maken. Groene hart = dunner bevolkt gebied met meer landelijke uitstraling. Ligt in het midden van de RandstadStedelijk netwerk = Groep steden dat samenwerkt. De ruimtelijke visie zorgt voor een economische versterking tussen deze steden. Metropoolvorming = Stedelijk gebied dat op internationale schaal een belangrijke economische functie vervult. Een stadsgewest bestaat uit een grootstedelijke agglomeratie en het omliggende gebied. Binnen dat omliggende gebied liggen kleinere kernen zoals kleinere stadjes en dorpen. Deze zijn met de agglomeratie verbonden. De eerste relatie is de woon- werkrelatie. Veel mensen reizen heen en weer tussen waar zij wonen en waar zij werken (forensen). Vaak wonen zij in een andere gemeente binnen het stadsgewest dan waar zij werken. De tweede relatie is die van de voorzieningen in de centrale stad. Centrale diensten en voorzieningen zoals binnensteden, musea, middelbare scholen of ziekenhuizen trekken mensen aan vanuit de wijde omgeving. Het verzorgingsgebied van de centrale steden is dus veel groter dan van de steden zelf. Toelichting:De ontwikkeling om tot een stadsgewest te komen is als volgt: eerst was er rond 1880 een stad. Daar groeide (1880-1960) het omliggende gebied aan vast door urbanisatie. We spreken dan van een agglomeratie. Daarna (tussen 1960 en 1990) vindt er urbanisatie plaats en spreekt men van een stadsgewest. Zodra die stadsgewesten een stedelijk netwerk gaan vormen, ontstaat er een stedelijk gebied (1990-nu)Forensen zijn mensen die tussen de plek waar zij wonen en waar zij werken, moeten reizen. Deze mensen wonen vaak in een andere gemeente binnen het stadsgewest dan waar zij werken. Het stadsgewest is op die manier een soort regionale arbeidsmarkt. Een andere vorm van relatie tussen de hoofdkern en de gemeenten eromheen is die van de voorzieningen die in de centrale stad te vinden zijn. Mensen van het stadsgewest en het omliggende platteland maken gebruik van deze voorzieningen. Economische ontwikkeling moet worden nagestreefd. Economische ontwikkeling zorgt voor inkomsten, werk en centrale voorzieningen; Leefbaarheid in de stad moet zo prettig mogelijk zijn;Duurzaamheid voor de toekomst; sustainable city.Toelichting;Zonder economische ontwikkeling kan de stad niet groeien. Veel steden richten zich tegenwoordig met name op kennisintensieve en creatieve economische sectoren. De concurrentie tussen steden is groot en daarom moet er goed nagedacht worden over de manier waarop de economische ontwikkeling kan worden nagestreefd. Een leefbare stad zorgt ervoor dat mensen en bedrijven zich er graag willen vestigen. Dit geldt zowel voor de bewoners als de bezoekers van die stad. Hoe leefbaarder een stad is, hoe fijner het is om er rond te lopen, te werken of te recreëren. Gericht op de toekomst komen er verschillende vraagstukken naar boven. Denk dan bijvoorbeeld aan het klimaat, de hoeveelheid (en verdeling van) water, maar ook over het gebruik van fossiele brandstoffen. De steden van nu moeten in hun toekomstplannen het gebruik van duurzame energiebronnen meenemen, maar ook aandacht besteden aan andere elementen van ‘de sustainable city’. Een metropool is een stad (of stedelijk gebied) die een belangrijke rol speelt op het wereldtoneel op economisch, politiek en cultureel gebied.Toelichting: Zodra een stad belangrijk wordt in de wereld en een cruciale rol speelt op het wereldtoneel, dan spreek je van een metropool. Binnen Europa zijn Londen en Parijs de belangrijkste metropolen. Binnen Nederland heeft er alleen metropoolvorming plaatsgevonden in Amsterdam. Minder hoge arbeidsproductiviteit en achterblijven van Research & DevelopmentRelatief kleine bevolkingsomvangBereikbaarheid is niet in beide vleugels even goedToelichting: De arbeidsproductiviteit was in de genoemde periode niet altijd even hoog; hier hebben andere metropolen binnen Europa van kunnen profiteren. Ook waren de uitgaven voor R&D (research and development) achtergebleven; dit heeft hierdoor een achterstand opgelopen. Tegenwoordig is er weer sprake van verbetering.In de Randstad wonen, ten opzichte van bijvoorbeeld Londen of Parijs, relatief weinig mensen. De bevolkingsomvang is dus klein. De Randstad krijgt daardoor niet de mogelijkheid om maximaal te profiteren van agglomeratievoordelen zoals een grote (en gevarieerde) arbeidsmarkt. Andere metropolen binnen Europa hebben dit wel. Tegenwoordig gaat binnen bedrijven een hele hoop digitaal en online. Toch is het alsnog erg belangrijk dat een gebied goed bereikbaar is. De Noordvleugel is binnen de Randstad goed bereikbaar. Bij de Zuidvleugel moeten verbeteringen doorgevoerd worden. TijdsperiodeSoort wijkProcesbeschrijvingKenmerken MiddeleeuwenBinnenstadDe eerste steden hadden handel- of bestuursfuncties. De bevolking begon te groeien rond de 19e eeuw en daardoor liggen gebouwen dicht bij elkaar. Oude gebouwen, dicht op elkaarVaak in de buurt van water(In sommige steden ontbreekt een oude binnenstad (denk aan Tweede Wereldoorlog, of ‘nieuwe steden’ )negentiende- eeuws(1870-1900)Industrie en arbeiderswijkIndustriële ontwikkelingarbeiderswoningen, vaak compactweinig groenarbeidersbuurten1900-1940vooroorlogse stadswijkenurbanisatie en de woningwet (1901)ruimere woningen verder van het centrumtuindorpen met meer groenerkers en glas-in-loodramen1945-1965Naoorlogse wijkenwoningnood na de Tweede Wereldoorloggroei van de bevolking en daarom meer woningen nodigsnel en goedkoop bouwen met systeembouwgehorige etage- en portiekwoningenhoogbouw1965-1980nieuwbouw en groeikernenSuburbanisatie- trek van de stad naar omliggende plattelandnieuwbouwwijken aan de rand van de stadplatteland raakte snel verstedelijktgroeikernenbeleid (niet overal even succesvol)1980> compacte stad en VINEXre-urbanisatie- migratiestroom van de dorpen terug richting de stadcentrale stad verdient meer aandachtcompactestadbeleidVINEX-wijken2007>Stedelijke vernieuwing en duurzaamheidHerstructureringsociale cohesieherstructurering belangijik voor veiligheidToekomstDuurzaamheidGebruik van duurzame energiebronnenfocus moet liggen op duurzaam gebruik van energiebronnengroene dakensustainable cityToelichting:Deze opgave kan erg uitgebreid worden ingevuld, of beknopt. Deze vraag is een schematische weergave van hoofdstuk 3, paragraaf 1 en hierin komen vele begrippen aan bod. Zorg dat je de begrippen als urbanisatie, suburbanisatie, groeikernen en re-urbanisatie kent. Ook de beschrijvingen in de laatste kolom bevatten woorden die in heel hoofdstuk 3 aan bod komen en die je moet weten om het proces van de steden te begrijpen. TIP: Om een nog beter beeld te vormen van hoe de verschillende wijken in een stad er uit zien is het interessant om door je eigen stad te fietsen of via Google Maps eens een kijkje te nemen in verschillende wijken in je eigen stad. Op die manier kun je nadenken over de wijken, wanneer ze gebouwd zijn en wie er wonen. een eerste kenmerk is dat er op de haventerreinen veel ruimte beschikbaar iseen tweede kenmerk is dat deze haventerreinen dicht bij de binnenstad liggenook goed: er is vanaf de haventerreinen veel vrij uitzicht op het waterook goed: er is veel erfgoed aanwezig (oude industriële pandenToelichting: Doordat haventerreinen van oorsprong enorm groot zijn en veel ruimte in beslag nemen, is te zien dat deze terreinen een groot gedeelte van de stad innemen; er is dus veel ruimte beschikbaar.Toen Amsterdam begon te groeien en er met de handel veel inkomsten binnenkwamen, waren er voornamelijk paard en wagen die het transport deden. De afstanden tot de directe binnenstad waren klein en daarom is te zien dat de haventerreinen dicht bij de binnenstad te vinden zijn.Havens liggen aan water en dat maakt het dat bij de nieuwe functie van dit havengebied die nabijheid van water blijft. Dit maakt het vaak aantrekkelijk voor mensen om te wonen en te werken.De oude industriële panden zijn belangrijk om de geschiedenis van Amsterdam te begrijpen. Veel mensen vinden de oude panden mooi om in te wonen en de creatieve sector kan goed gedijen in oude industriële panden. De Noordvleugel is het meest dynamisch en daar zijn al relatief veel kennisintensieve diensten aanwezig.In de Noordvleugel zijn er relatief veel culturele instellingen (ten opzichte van de Zuidvleugel).De Noordvleugel heeft ten opzichte van de Zuidvleugel een relatief hoogopgeleide bevolking.Toelichting:Doordat de Noordvleugel erg dynamisch is en er al veel kennisintensieve diensten aanwezig zijn, is te zien dat er nog meer van dit soort bedrijvigheid naar deze regio toe trekt. Dit maakt dat de Noordvleugel de motor is van de creatieve kenniseconomie.Doordat er al veel culturele instellingen in de Noordvleugel te vinden zijn (denk aan musea en tentoonstellingen), wordt er in deze regio nog meer aandacht besteed aan de culturele instellingen en groeit de Noordvleugel dus als motor van de creatieve kenniseconomie.Als derde punt heeft de Noordvleugel een bevolking die hoger is opgeleid ten opzichte van de bevolking in de Zuidvleugel.
Opgave 6 en 7 komen gedeeltelijk uit examen 2017-1 Breda ligt in het nationaal stedelijk netwerk dat Brabantstad wordt genoemdBreda ligt te midden van de route tussen de Randstad (Amsterdam en Rotterdam) en Antwerpen, Brussel en ParijsToelichting:In de regio Eindhoven/ Zuidoost-Brabant, is door bestuurlijke samenwerking veel bedrijvigheid gevestigd. Brabantstad is het bestuurlijke netwerk van de Brabantse steden. Door samenwerking tussen Brabantse steden en overkoepeling van plannen op het regionale schaalniveau, heeft het overheidsbeleid ervoor gezorgd dat Brabantstad een succesvolle regio is geworden.Wanneer er wordt gekeken naar Breda als individuele stad binnen Nederland, kan dit als een perifere regio worden beschouwd omdat het aan de rand van Nederland ligt. Wanneer er wordt uitgezoomd en wordt gekeken naar een continentaal schaalniveau, dan is te zien dat Breda helemaal niet zo ongunstig ligt. In de lijn van Parijs, Antwerpen en Brussel richting Amsterdam of Rotterdam, ligt Breda juist erg centraal. Wanneer er dus wordt gekeken vanuit een ander schaalniveau, heeft Breda ineens een gunstige ligging.
Opgave 8 komt gedeeltelijk uit examen 2018-1
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.