De Geo LRN-line
- Hoofdstuk 4 - Bevolking en ruimte in Nederland
oefentoetsen & antwoorden
10e editie
Klas 4|Vmbo-kgt
Deze oefentoets behandelt onder andere de volgende onderwerpen: de bevolkingsgroei in Nederland, de regionale verschillen, de verstedelijking van Nederland en de Randstad.
Toets Aardrijkskunde
De Geo LRN-line
Online maken
Toets afdrukken
a. Sterftecijfer: het aantal mensen dat komt te overlijden (sterfgevallen) per 1000 inwoners, per jaar.b. Seizoensmigratie: Voor een korte periode naar een ander gebied migreren (kan werk gebonden zijn).c. Voorzieningen: Diensten die er zijn om te voorzien in de behoefte van de mensen. Bijvoorbeeld: winkels, parken of een huisarts.d. Reikwijdte: De maximale afstand die mensen willen afleggen om van een voorziening gebruik te kunnen maken.e. Verstedelijking: Heet ook: urbanisatie. Het is de stijging van het aantal mensen dat in steden komt te wonen.f. Landelijk gebied: Heet ook: Platteland. Gebied met veel open ruimte en weinig bebouwing.g. Historische stadskern: Het oudste gedeelte van een stad met oude gebouwen, smalle en kronkelige straten.h. Leefbaarheid: In hoeverre een woonwijk geschikt is om te leven.i. Ruimtelijke ordening: Plannen die worden gemaakt om de ruimte in te richten. - Bij de natuurlijke bevolkingsgroei kijk je naar het geboortecijfer (aantal kinderen per 1000 inwoners) en het sterftecijfer (aantal sterfte per 1000 inwoners). Als er meer kinderen worden geboren dan dat er mensen doodgaan, dan is er een geboorteoverschot en dus een natuurlijke bevolkingsgroei.- Bij sociale bevolkingsgroei kijk je naar het aantal mensen dat zich in een gebied vestigt (immigratie) min het aantal mensen dat vertrekt (emigratie). Wanneer er meer mensen in het land komen wonen dan vertrekken, dan is er een vestigingsoverschot.Toelichting: De begrippen ‘geboortecijfer’ en ‘sterftecijfer’ worden altijd uitgedrukt in promille; dat is per 1000 inwoners en schrijf je met dit teken: ‰ De bevolkingsgroei van een land kun je berekenen door de natuurlijke bevolkingsgroei en de sociale bevolkingsgroei bij elkaar op te tellen. Toelichting:Door te kijken hoeveel mensen er via natuurlijke bevolkingsgroei bij komen en dan het aantal mensen wat door sociale bevolkingsgroei erbij komt, bij elkaar op te tellen, dan krijg je de totale bevolkingsgroei.Een voorbeeld:De natuurlijke bevolkingsgroei: Geboortecijfer (11) – sterftecijfer (4) = 11- 4 = 7 De sociale bevolkingsgroei: Immigratie (20) – emigratie (5) = 20 – 5 = 15Natuurlijke bevolkingsgroei (7) + sociale bevolkingsgroei (15) = 7 + 15 = 22. De totale bevolkingsgroei is dus 22. De vier grote steden van Nederland zijn Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag.Deze steden zijn populair omdat:er veel werkgelegenheid is, veel voorzieningen zijn,er veel studies te volgen zijn. Toelichting: In de vier grootste steden van Nederland zijn een hoop MBO's, Hogescholen en universiteiten gevestigd. Dit trekt veel studenten aan. Hierdoor blijven de steden groeien. Ook is er veel werkgelegenheid en zijn er veel voorzieningen te vinden zoals bijvoorbeeld uitgaansgelegenheden, sportverenigingen en winkels. Ook de middelgrote steden zijn steeds meer aan het groeien. 1. Onjuist2. Juist3. Onjuist4. Onjuist Toelichting:1. De eerste stelling is onjuist omdat de urbanisatie in Nederland doorging tot ongeveer 1960. Na 1960 verhuisden steeds meer mensen uit de stad en kwam de suburbanisatie dus op gang.2. Dat klopt, want na 1980 kwamen er weer meer mensen naar de stad dan de jaren ervoor.3. Het concentrisch groeimodel is het groeien van een stad ‘rond een centrum’4. Forensen zijn juist de mensen die veel heen en weer moeten reizen tussen de plaats waar ze wonen en waar ze werken. Het begrip is: verzorgingsgebiedHet verzorgingsgebied is het gebied waar de klanten (in dit geval patiënten) vandaan komen. In de tekst staat namelijk dat het gaat om zorg die kan worden geboden aan mensen in het postcodegebied 3078, 3079 en een deel van 3077. Toelichting: Het verzorgingsgebied is het gebied dat verzorgd wordt door een bepaalde dienst. Het kan gaan om een supermarkt, een winkel, bioscoop of huisartsenpraktijk. JaartalBegrip 1Begrip 21900IndustrialisatieUrbanisatie1960SuburbanisatieForensisme1990Re-urbanisatieHerinrichting(Deze vraag komt uit het examen vmbo 2018-1) Toelichting:Om deze vraag goed te kunnen beantwoorden moet je weten welke maatschappelijke ontwikkelingen er hebben plaatsgevonden:Zo vond rond 1900 de industrialisatie plaats in Nederland. Hierdoor trokken mensen van het platteland naar de steden toe (urbanisatie). Na 1960 trok men uit de stad; men had genoeg van de vieze en vuile omgeving. Suburbanisatie noemen we dat. Er was geld om een auto aan te schaffen (mobiliteit) en hierdoor konden mensen buiten de stad wonen, maar in de stad werken. Het forensisme kwam op gang. Rond 1990 trok men weer terug naar de stad. Dat was mogelijk omdat er vernieuwing kwam in het ruimtegebruik. Het proces waarbij men terug naar de stad komt noemen we re-urbanisatie. 1. Onjuist2. Juist3. OnjuistToelichting:1. De eerste stelling is onjuist. De onderste balkjes ( nul tot vier jaar) zijn aanzienlijk langer dan het balkje erboven (5-9 jaar). Dat komt door het groot aantal geboortes na de Tweede Wereldoorlog2. Aan de lengte van de balkjes te zien (en aan het aantal x 1000 op de horizontale as), is te zien dat er in 2030 inderdaad meer kinderen van nul tot vier jaar zijn, dan in 1990.3. Deze uitspraak is onjuist omdat de beroepsbevolking juist aanzienlijk groter is in 1990 dan in 1950. De balkjes van de personen tussen de 15 en 50 jaar oud zijn langer dan die van dezelfde leeftijdsgroepen in 1950. Marokko Toelichting: Er kwamen rond het jaar 1965 veel Turkse en Marokkaanse migranten naar Nederland. Er was toen veel werk en weinig arbeiders. Deze groep migranten zijn gastarbeiders. De vier verschillende groepen migranten:Migranten uit Turkije en Marokko,- Gastarbeiders kwamen vanaf 1965 naar Nederland. Er was veel werk te doen (vooral zwaar en vies werk). Het was de bedoeling dat deze migranten tijdelijk in Nederland kwamen wonen,- Economische dimensie.2. Migranten uit Suriname, de Antillen en Indonesië,- Dit waren migranten uit de voormalige Nederlandse koloniën. Zij kwamen naar Nederland toe om te werken of te studeren,- Economische / sociaal-culturele dimensie.3. Migranten uit bijvoorbeeld Syrië of Irak,- Dit zijn politieke vluchtelingen die hun land moeten verlaten vanwege oorlog,- Politieke dimensie. 4. Migranten uit Polen of andere Europese landen,- Veel migranten uit Polen of Bulgarije komen om een seizoen te werken. Dit zijn seizoensmigranten,- Economische dimensie.Toelichting: Om deze vraag goed te kunnen beantwoorden moet je paragraaf 1 van hoofdstuk 4 bestuderen. Elke groep migranten is in een andere tijd en om een andere reden naar Nederland toe gekomen. Deze vroegere migrantengroepen zorgen voor een multiculturele samenleving vandaag de dag. Het zorgt voor een mix van mensen, geloven, culturen, normen en waarden in de Nederlandse samenleving.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.