Toets Economie

Pincode 7e ed/FLEX Katern 5 Samenwerken en onderhandelen - Hoofdstuk 2 - Samenwerken is geen spel oefentoetsen & antwoorden

7e editie

Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: arbeidsovereenkomst, primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden, loonruimte, cao, algemeen verbindend verklaren van een cao, Europese Unie, protectie, protectionistische maatregelen, kartel, circulaire economie en patent. 

Pincode 7e ed/FLEX Katern 5 Samenwerken en onderhandelen
Toets Economie
Pincode 7e ed/FLEX Katern 5 Samenwerken en onderhandelen
Online maken
Toets afdrukken
De conclusie van de werknemer klopt niet. De reiskostenvergoeding hoort bij de secundaire arbeidsvoorwaarden.Algemeen verbindend verklaren wil zeggen dat in de betreffende bedrijfstak geen enkele individuele arbeidsovereenkomst mag worden afgesloten die in strijd is met de CAO. Met andere woorden: de CAO wordt van toepassing op alle werknemers werkzaam in dezelfde bedrijfstak.Verschillen tussen een CAO en individuele arbeidsovereenkomst:De overeengekomen CAO geldt voor elke werknemer in die bedrijfstak, (dus ook voor werknemers die geen lid zijn van een vakbond), een individuele overeenkomst niet.Een CAO wordt voor de werknemer afgesloten door werkgevers- en werknemersorganisaties, individuele overeenkomst moet de werknemer zelf afsluiten met zijn werkgever. Andere vormen van protectie:Invoerrechten of invoerheffingen zijn belastingen op ingevoerde goederen. Buitenlandse goederen worden zo duurder.Contingenten of invoerquotum. Er mag slechts een beperkte hoeveelheid goederen worden ingevoerd.Subsidies. Binnenlandse producten krijgen een subsidie waardoor ze concurrerend zijn op de wereldmarkt.Dumping. Het verkopen van goederen in het buitenland tegen een veel lagere prijs dan in eigen land.Wetten en regels. Door allerlei wetten en regels wordt de import van goederen moeilijker gemaakt.Door het verbod op hormoonvlees uit de VS zal er in de EU meer vlees worden gevraagd door de Europese consument. Het aanbod van vlees zal op korte termijn in de EU niet snel kunnen toenemen. Door de toegenomen vraag zal de prijs van vlees in de EU stijgen. In een circulaire economie worden producten en materialen hergebruikt en behouden grondstoffen hun waarde.In een patent is het eigendomsrecht op een idee of een creatieve uiting vastgelegd.Het voordeel van een patent is dat het bescherming vormt tegen het kosteloos kopiëren van een vinding. Het vooruitzicht van een patent is daardoor een stimulans om nieuwe ideeën te ontwikkelen.Het nadeel van een patent is dat er een situatie ontstaat waarbij het nieuwe middel maar door één partij wordt aangeboden. Vanwege het gebrek aan concurrentie, kan er een hoge prijs worden gevraagd. Meeliftgedrag wordt weergegeven door een combinatie van de volgende twee stukjes tekst: “voor goede arbeidsvoorwaarden voor het hele personeel” en “de kosten van het lidmaatschap”.Door geen lid te worden, bespaar je de kosten, maar deel je wel mee in het voordeel.Een voorbeeld van een oplossing om dit probleem te bestrijden is dat alleen de leden van de vakbond de bereikte voordelen krijgen. Er is sprake van een gevangenendilemma, omdat landen tegen elkaar opbieden met belastingverlagingen. De inkomsten aan vennootschapsbelasting van deze landen nemen af. Uiteindelijk zijn zij slechter af dan in de situatie dat zij niet hun belastingen zouden verlagen.Zie de opbrengstenmatrix. Inkomsten uit winstbelasting(in miljarden) van multinationals                      Ieder ander land            Laag           HoogLand XLaag       € 8;   € 8        € 12; € 7Hoog       € 6; € 13        € 10; € 11Beide spelers streven elk hun eigen belang na. De dominante actie van iedere speler is kiezen voor laag, omdat deze actie hogere inkomsten uit winstbelasting oplevert. Vandaar dat bij land X lagere getallen bij hoog moeten worden ingevuld bij vergeleken laag.Let op: Uit de matrix moet blijken dat beide spelers een dominante actie hebben voor laag. Voor land X is elk getal lager dan € 8 en lager dan € 12 goed, zolang het gekozen getal in het vak {hoog, hoog) niet lager is dan of gelijk aan € 8.Hier is sprake van een herhaald spel, want een wereld met multinationals, met landen en met winstbelasting zal nog wel een (onbekend maar groot) aantal jaren blijven bestaan. Er komen dus nog heel veel spelrondes. Het bedrijf dat wel investeert, ziet zijn winst dalen. Dat komt doordat het andere bedrijf niet investeert, waardoor het lagere productiekosten heeft zodat zijn marktaandeel toeneemt en het tegelijkertijd meelift met de toegenomen vraag vanwege het milieuvriendelijke karakter dat de markt heeft gekregen door de investering van het andere bedrijf.Het Nash-evenwicht is beide niet investeren.Vanuit NedStaal beredeneerd: Als NedStaal investeert daalt zijn winst van € 150 miljoen naar € 100 miljoen. De winst van SvarStal zal dan stijgen van € 150 miljoen naar € 350 miljoen. Svarstal zal niet investeren, omdat de winst van Svarstal dan weer zou dalen van € 350 miljoen naar € 200 miljoen.Vanuit SvarStal beredeneerd: Als SvarStal investeert daalt zijn winst van € 150 miljoen naar € 100 miljoen. De winst van NedStaal zal dan stijgen van € 150 miljoen naar € 350 miljoen. NedStaal zal niet investeren, omdat de winst van NedStaal dan weer zou dalen van € 350 miljoen naar € 200 miljoen. Ja, hier is sprake van een gevangenendilemma. Beide spelers gaan erop vooruit als ze beiden wel investeren. Maar beide spelers hebben een dominante strategie: beide niet investeren. Hierdoor komt er een evenwicht tot stand dat voor beide spelers niet optimaal is.Het verschil tussen beide opbrengstenmatrixen is dat door de subsidie de productiekosten van milieuvriendelijke productie afnemen waardoor de winst met € 75 miljoen stijgt. Bovendien kan het staalbedrijf dat eenzijdig met een vervuilende productietechnologie werkt, minder marktaandeel veroveren, omdat zijn kosten voorsprong door de subsidie (gegeven aan het andere bedrijf) minder groot is.De subsidieregeling lost het probleem niet op. Er zijn nu twee Nash-evenwichten: {milieuvriendelijke productie, vervuilende productie} en {vervuilende productie, milieuvriendelijke productie}. (zie onderstaande opbrengstenmatrix). Bij elk van beide evenwichten zal slechts een van de twee bedrijven milieuvriendelijk produceren.Jaarwinst NedStaal en SvarStal (x € miljoen) bij verschillende productietechnologieën                                 SvarStalMilieuvriendelijke productieVervuilende productie NedStaalMilieuvriendelijke productie   € 275;  € 275    € 175; € 300Vervuilende productie   € 300; € 175    € 150 ; € 150De oplossing van het probleem is dat de Europese Unie het bedrijf dat doorgaat met vervuilende productie een boete oplegt (bijvoorbeeld € 50 miljoen). Door het opleggen van een boete zal de winst afnemen. Het nieuwe Nash-evenwicht wordt dan dat beide bedrijven milieuvriendelijk gaan produceren (zie onderstaande opbrengstenmatrix).Jaarwinst NedStaal en SvarStal (x € miljoen) bij verschillende productietechnologieën                               SvarStalMilieuvriendelijke productieVervuilende productie NedStaalMilieuvriendelijke productie   € 275;  € 275    € 175; € 250Vervuilende productie   € 250; € 175    € 100 ; € 100Let op: de boete moet hoog genoeg zijn om een winstdaling te bewerkstelligen die leidt tot een lagere winst dan € 275 miljoen. Zie onderstaande opbrengstenmatrix. Inkomsten uit winst (Harvey Industry) en loon (werknemers)                            Vakbond            Niet staken             StakenHarvey IndustryHardonderhandelen  € 650.000;  € 100.000   € 400.000; € 200.000Slaponderhandelen  € 100.000; € 400.000   -€ 50.000 ; € 350.000Harvey Industry heeft een dominante strategie van “hard onderhandelen”.Harvey Industry, ongeacht de keuze van de vakbond, kiest altijd kiezen voor “hard onderhandelen”.De vakbond heeft geen dominante strategie, want als Harvey Industry kiest voor “hard onderhandelen”, kan de vakbond het beste kiezen voor “staken”. Als Harvey Industry kiest voor “zacht onderhandelen”, kan de vakbond het beste kiezen voor “niet staken”.Het feit dat de ene speler de dominante strategie van de ander kent invloed op de uitkomst van het spel, in dit geval kan de vakbond nagaan wat Harvey Industry zal doen en daar zijn beslissing op afstemmen.De beste strategie voor beide spelers is “hard onderhandelen” door Harvey Industry (dominante strategie) en “staken” door de vakbond (want niet staken zou dan een lager loon opleveren).Hier is sprake van een Nash-evenwicht, want gegeven de keuze van de ander kan geen van beiden zich verbeteren. De krapte op de arbeidsmarkt heeft invloed op de hoogte van de lonen in verband met de onderhandelingspositie van de vakbonden. De stijging van de lonen heeft invloed op het aanbod van arbeid. Het aanbod van arbeid neemt toe. De arbeidsmarkt is minder krap dan verwacht en de stijging van de loonkosten blijft daardoor beperkt. De bedrijven hoeven daarom de prijzen minder te verhogen en zal daardoor de inflatie minder hoog zijn dan verwacht.Een stijging van de arbeidsproductiviteit kan leiden tot een hogere loonruimte.  Bedrijven kunnen hetzelfde produceren met minder personeel. De extra loonkosten financieren de bedrijven dus uit de gestegen arbeidsproductiviteit en zij hoeven daarom de prijzen niet (te veel) te verhogen, omdat de loonkosten per product gelijk blijven. De inflatie blijft dan beperkt.Opmerking: De loonruimte is de mogelijke stijging van de lonen zonder dat de loonkosten per product gaan stijgen. Deze loonruimte bestaat uit de prijsstijging en de stijging van de arbeidsproductiviteit. Stel de prijzen stijgen met 2% en de gemiddelde arbeidsproductiviteit stijgt met 3%, dan kunnen de lonen gemiddeld met 5% stijgen, zonder dat de loonkosten per product toenemen. De EU wordt in de gegeven situatie genoodzaakt invoerbeperkingen in te stellen, omdat de (gegarandeerde) EU-suikerprijs hoger is dan de wereldmarktprijs, zodat de EU zonder invoerbeperkingen overspoeld zou worden met suiker van buiten de EU, waardoor het suikeroverschot en dus het subsidiebedrag (steeds) groter zou worden.  Bij een minimumprijs van € 400 is de gevraagde hoeveelheid op de EU-suikermarkt 10 miljoen ton en de aangeboden hoeveelheid is 15 miljoen ton. Het aanbodoverschot is dan 5 miljoen ton.De EU geeft haar suikerproducenten een subsidie voor het verschil tussen de wereldmarktprijs en de EU-minimumprijs. Dit verschil is € 400 - € 250 = € 150.De EU betaalt in de gegeven situatie in totaal aan suiker subsidie 5 miljoen ton x € 150 = € 750 miljoen.Voorbeelden van twee juiste verklaringen zijn:De Braziliaanse producenten krijgen een lagere prijs doordat het EU-aanbod de wereldmarktprijs drukt.De Braziliaanse producenten missen afzet doordat zij geen toegang hebben tot de EU-suikermarkt.  Voorbeelden van twee juiste verklaringen zijn:De EU-burger betaalt voor suiker een te hoge prijs doordat protectie de prijs kunstmatig hoog houdt.De exportsubsidies moeten worden betaald en daartoe moet de EU-burger meer belastingen betalen.  Als de import van niet EU-suiker geheel wordt tegengegaan met invoerechten zal de prijs op de EU -suiker markt € 300 zijn. Het aanbodoverschot op de EU-suikermarkt zal verdwijnen en wordt dus niet meer aangeboden op de wereldsuikermarkt. Bij iedere prijs zal op de wereldsuikermarkt 5 miljoen ton suiker minder worden aangeboden. De aanbodlijn van de EU-suikermarkt zal daardoor naar links verschuiven. De vraaglijn en de aanbodlijn op de wereldsuikermarkt snijden elkaar bij € 275 (zie onderstaande figuur).In onderstaande grafiek is het gele vlak het consumentensurplus en het groene vak het producentensurplus voor bescherming van de EU-suikermarkt. Een deel van de consumenten profiteert van de lage suikerprijs (€ 275) op de wereldsuikermarkt.            Na bescherming van de EU-suikermarkt met invoerheffingen, wordt de EU-suikerprijs € 300 per ton suiker. In onderstaande grafiek is het gele vlak het consumentensurplus en het groene vak het producentensurplus na bescherming van de EU-suikermarkt.Tenslotte laat onderstaande grafiek het verschil tussen de twee bovenstaande grafieken zien. Door de bescherming van de EU-suikermarkt met invoerheffingen is het producentensurplus toegenomen en het consumentensurplus afgenomen. Aangezien het consumentensurplus meer is afgenomen dan het producentensurplus is toegenomen, leidt een bescherming van de EU-suikermarkt met invoerheffingen tot een afname van het totale surplus. Opslagruimte OBX = 146.300 / 5,30 = 27.604 m2marktaandeel WOP = 36.500 / (36.500 + 27.604) × 100% = 56,9%.Als de LMA het kartel opspoort, krijgen beide bedrijven een boete van vier keer de extra omzet als gevolg van het kartel (400%). Als beide bedrijven niet melden is er een kans van 75% dat de LMA dit kartel aantoont. De verwachte waarde van de boete is dan (voor beide bedrijven) 0,75 × 400% = 300% van de extra omzet.De gedachtegang van de directrice is als volgt:Op basis van de spelboom heeft OBX een dominante strategie om te melden (100% boete is beter dan 400% en 0% boete is beter dan 300%). WOP kan dan kiezen tussen melden (0% boete) of niet melden (400% boete). WOP kiest dan om te melden.WOP wil OBX vóór zijn, om de boete als tweede melder van 100% van de extra omzet te ontlopen.Let op: beide deel-antwoorden moeten in het antwoord verwerkt zijn.

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in