Toets MAW

Seneca MAW 2e ed - Hoofdstuk 2 - De samenleving en bindingen oefentoetsen & antwoorden

2e editie

Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: sociale bindingen, sociale controle, groepsvorming, sociale cohesie, sociale instituties, micro-, meso- en macroniveau, de cultuurdimensies van Hofstede, institutionalisering, instituties.

Seneca MAW 2e ed
Toets MAW
Seneca MAW 2e ed
Online maken
Toets afdrukken
Formele sociale controle gebeurt op basis van regels of wetten door iemand die officieel als taak heeft om die te handhaven (bijvoorbeeld een boete die je krijgt van een BOA of politieagent als je met de scooter op het fietspad hebt gereden).Informele sociale controle gebeurt door groepsleden die vinden dat je je op een bepaalde manier moet gedragen in een bepaalde groep (bijvoorbeeld je vrienden die vinden dat je wel wat te drinken mee moet nemen als je naar een feestje komt bij iemand thuis).  Drie antwoorden op de vraag hoe een samenleving bijeen wordt gehouden, die door sociologen worden onderscheiden, zijn: gedeelde waarden en normen, wederzijdse afhankelijkheid, dwang.  Kleine machtsafstand <-> Grote machtsafstandIndividualistisch <-> CollectivistischMasculien <-> FeminienZwakke onzekerheidsvermijding <-> Sterke onzekerheidsvermijdingLange termijngerichtheid <-> Korte termijngerichtheidHedonisme <-> Soberheid Sociale instituties. De werknemer heeft ten eerste een economische binding met de werkgever, de werknemer ontvangt immers geld/salaris van de werkgever. Daarnaast heeft de werknemer ook een cognitieve binding met de werkgever omdat er ook kennisoverdracht plaatsvindt, de werkgever treedt immers ook op als begeleider/mentor. Microniveau. Er wordt hier een vergelijking tussen het gedrag van verschillende families gemaakt. Onderzoek naar het gedrag van individuen, families of gezinnen is onderzoek op microniveau.Macroniveau. Er wordt onderzoek gedaan naar een trend in de maatschappij (het hoogste niveau). Mesoniveau. Hier wordt geen onderzoek gedaan naar het individu, maar naar een groter verband (een bedrijf). Het onderzoek gaat echter ook weer niet over de hele samenleving. Het lijkt erop dat Zweden een redelijk feminiene samenleving heeft, waarbij de genderrollen elkaar kunnen overlappen: het zorgen voor de kinderen is niet alleen de rol van de vrouw, maar ook die van de man. Het lijkt erop dat dit een land (of universiteit) is met een relatief grote machtsafstand. Er is waarschijnlijk veel respect voor de hoogleraar, maar ook een beetje angst. In landen waar de machtsafstand kleiner is gaan studenten vaker in gesprek (of zelfs discussie) met de hoogleraar: er is meer gelijkheid tussen studenten en hoogleraren. Het lijkt erop dat er in Nederland sprake is van een gemiddelde onzekerheidsvermijding. Aan de ene kant is het protest toegestaan (zelfs twee naast elkaar), ondanks dat daarmee het risico wordt gelopen dat protesten uit de hand lopen. Aan de andere kant is er wel politie bij om te voorkomen dat het echt helemaal uit de hand loopt, er zit dus wel een element van onzekerheidsvermijding in.In deze klas zijn er sommige leerlingen die een meer hedonistische leefstijl hebben (ze geven veel geld uit, leven volgens het principe ‘pluk de dag’), terwijl anderen een meer sobere levensstijl hebben (ze vinden het belangrijk om hard te werken en te sparen).   Sociale cohesie gaat over het gevoel om onderdeel te zijn van een groep of gemeenschap, dat je verantwoordelijkheid voor elkaar voelt en dat je een beroep op elkaar kan doen. De sollicitanten met een migratieachtergrond die een heel kleine kans hebben om te worden uitgenodigd voor een gesprek, zullen niet het gevoel hebben dat ze volwaardig lid zijn van de gemeenschap (de samenleving in de regio Den Haag). Het hebben van een baan (en worden uitgenodigd voor sollicitatiegesprekken) is een belangrijke manier om deel te nemen aan een maatschappij. Als je weinig kans hebt op een baan, dan heb je niet het gevoel dat je er echt bij hoort. Werkwijze:Zorg dat je bij de beantwoording van elke deelvraag duidelijk laat blijken dat je het gevraagde begrip goed begrijpt (noem alle relevante elementen). Je hoeft de begrippen niet apart (los van de beantwoording van de vraag) uit te leggen, maar dit mag wel. In het antwoord zijn de relevante elementen van de drie antwoorden benoemd en voor de duidelijkheid in cursief weergegeven. Antwoord: Uitspraak 1: Het gaat hier om dwang. De overheid gebruikt haar macht om de werkgevers te dwingen om zich op een bepaalde manier te gedragen. Het kan bijdragen aan een oplossing, omdat werkgevers de migratieachtergrond van de sollicitanten nu niet meer bij hun beslissing kunnen betrekken om een sollicitant wel of niet uit te nodigen. Het gaat bij de beslissing alleen nog om geschiktheid/vaardigheden/ervaring en stereotypen en vooroordelen spelen geen rol meer.Uitspraak 2: Het gaat hier om gedeelde waarden en normen. Het kan bijdragen aan een oplossing, want als werkgevers inzien dat er ook overeenkomsten zijn tussen hen en de sollicitanten, kan dit zorgen voor saamhorigheidsbesef. Wellicht ervaren de werknemers dan minder sociale en culturele afstand tot de sollicitanten met een migratieachtergrond, en vergroot dit de kans dat ze hen zullen uitnodigen voor een gesprek. Wellicht denken de werkgevers dat de sollicitanten niet zijn geïntegreerd/op afstand staan van de maatschappij, of denken ze dat de sollicitanten niet voldoende productief zullen zijn. De werkgevers vermoeden een gebrek aan gedeelde waarden en normen, terwijl dit misschien helemaal niet waar is. Uitspraak 3: Het gaat hier om wederzijdse afhankelijkheid. In een krappe arbeidsmarkt is de wederzijdse afhankelijkheid tussen werkgevers en werkzoekenden groter: de (schaarse) werknemers zijn immers hard nodig om het bedrijf draaiende te kunnen houden. Er is een kans dat wanneer ten tijde van het onderzoek een tekort aan werknemers was geweest, het gevoel van binding tussen werkgevers en werknemers hoger zou zijn en de discriminatie minder zou zijn. Als mensen onderling afhankelijk zijn van elkaar, dan zullen ze meer binding voelen, en meer geneigd zijn tot samenwerken.  Mensen die behoren tot een outgroup horen niet bij een bepaalde groep, vaak bestaan er stereotypen en vooroordelen over deze groep. De sollicitanten met een migratieachtergrond zouden kunnen worden gedefinieerd als een outgroup omdat ze niet volwaardig lijken te kunnen meedoen aan de samenleving (dat is de groep waar het om gaat) in de regio Den Haag. Er bestaan duidelijke stereotypen/vooroordelen (bijvoorbeeld dat sollicitanten met een migratieachtergond minder productief zouden zijn).  In het onderstaande antwoord zijn de relevante elementen van de kenmerken van sociale instituties benoemd en voor de duidelijkheid in cursief weergegeven. Dit is een sociale institutie (in Nederland), want het belang van op tijd komen is een kenmerk van de Nederlandse maatschappij dat bestaat buiten het individu om, bovendien wordt het wel of niet volgen van de sociale institutie ook gesanctioneerd (beloond of bestraft). Als je op tijd komt dan zijn mensen daar blij mee, en als je te laat komt dan keuren mensen dat af en krijg je dat wellicht te horen.Dit is een sociale institutie (ten tijde van de jaren 70 en 80), want het gebruik om kerstbomen op straat te verbranden was vrij stabiel (het heeft immers langere tijd bestaan). Het is niet erg dat het nu niet meer gebeurt, sociale instituties zijn namelijk veranderlijk door de tijd heen.  Dit is een sociale institutie (in het Midden-Oosten), want het wel of niet volgen van de sociale institutie wordt gesanctioneerd (beloond of bestraft): als je je schoenen uitdoet dan zijn mensen daar blij mee, en als je dat niet doet dan keuren mensen dat af en krijg je dat wellicht te horen.

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in