All Right! MAX - Hoofdstuk 2 - Scotland oefentoetsen & antwoorden

bruinrokmorgenbroeklichtNatuurlijkVroeg whitewalktheme parkdressshoesmonthdecide seventyJulycapzerocampsitethirdsometimes When is it open?What do you usually do in the evening?The concert begins at quarter to eight (7.45).It’s getting late.It’s twenty minutes from here to get there.I only have one pound left!The party is sometime in August.It starts at 9:15 p.m.I would like to go on 2 May.We have a family day out in April. aa (de u wordt hier uitgesproken als j)anaan Toelichting:Lidwoorden: a / an Als de eerste letter klinkt als een medeklinker gebruik je a: a sistera uniform (begint met een u, maar in de uitspraak hoor je eerst een j)Als de eerste letter klinkt als een klinker gebruik je an: an auntan hour (begint met een h, een medeklinker, maar in de uitspraak hoor je de au-klank) have gothas gothave gothas gothave got Toelichting:to have got To have got betekent ‘hebben’.  ++ korte vorm-- korte vorm?I / youhave got’ve gothave not gothave’nt gotHave I /you got?He / she / ithas got’s gothas not gothasn’t gotHas he / she / it got?We / you / theyhave got’ve gothave not gothaven’t gotHave we / you / they got?Voorbeeld:+ I have got / ’ve got money.- I have not / haven’t got money.? Have I got money? Voor meer voorbeeldzinnen zie methode §2.4. We have not / haven’t got a good life.? Have we got a good life?She has not / hasn’t got a fancy job.? Has she got a fancy job?The children have not / haven’t got many toys.? Have the children got many toys?The dog has not / hasn’t got a long tail.? Has the dog got a long tail?You and I have not / haven’t got many friends.? Have you and I got many friends? Toelichting:Zie schema bij toelichting oefening 6.   wiresroomsdishesbusesplants Toelichting:Meervoud Engelse woorden in het meervoud eindigen meestal op -s. Die -s moet je altijd vast aan het woord schrijven. Bijvoorbeeld: one car - two cars Als een woord op een sis-klank eindigt (-s / -ch / -sh / -x), voeg je -es toe. Bijvoorbeeld; one bush - two bushes hermeTheythemhimyouIt  Toelichting:Persoonlijke voornaamwoorden Als je wilt verwijzen naar personen, dieren of dingen gebruik je persoonlijke voornaamwoorden. Persoonlijke voornaamwoorden hebben twee verschillende vormen, behalve bij you en it.  I ik me mij you jij you jou he hij him hem she zij her haar it het it het we wij us ons you jullie you jullie they zij them hen Voorbeeld:I am Chris. Can you hear me? You are Cathy. I know you. He is amazing and I admire him. Voor meer voorbeelden, zie boek.