Seneca MAW 2e ed
- Hoofdstuk 9 - Bindingsvraagstuk: veiligheid
oefentoetsen & antwoorden
2e editie
Klas 4-5|Havo
Deze oefentoets behandelt de volgende onderwerpen: veiligheidsutoptie, objectieve en subjectieve veiligheid, risicomaatschappij, criminaliteit, sociale controle, criminologische theorieën, materiële en de immateriële gevolgen van criminaliteit, etnisch profileren, de vijf hypothesen over de invloed van media op mensen, meten van criminaliteit, mensbeelden: de klassieke en de moderne school, het dilemma van de rechtsstaat, preventie en repressie.
Toets MAW
Seneca MAW 2e ed
Online maken
Toets afdrukken
Criminaliteit kan worden gedefinieerd als gedrag van mensen dat strafbaar is. Het gaat met name om gedrag waarvan in het Wetboek van Strafrecht staat dat het niet is toegestaan (bijvoorbeeld diefstal, moord, oplichting, fraude, etc.). Bij de materiële gevolgen van criminaliteit gaat het om fysieke schade aan bezittingen, of het kwijtraken ervan. Denk bijvoorbeeld aan kapotte ramen bij een inbraak, of het niet meer terugkrijgen van een gestolen auto. Bij immateriële gevolgen van criminaliteit gaat het om niet-fysieke gevolgen. Denk aan angstgevoelens na een inbraak of nadat iemand is bestolen op straat.De volgende drie methodes:Politiestatistieken (opvragen het aantal aangiftes van misdrijven die mensen doen bij de politie)rechtbankstatistieken (opvragen van het aantal veroordelingen door de rechter) zelfrapportage (onderzoeken waarbij slachtoffers en daders van criminaliteit anoniem worden gevraagd naar informatie). Mensen doen niet altijd aangifte van een misdrijf en ook niet alle misdrijven komen voor de rechter. Aan zelfrapportage kleeft het nadeel dat het erg afhankelijk is van of mensen mee willen doen aan het onderzoek. De tekst geeft een voorbeeld van het fenomeen sociale controle. Criminologische theorieën proberen een verklaring te geven waarom criminaliteit voorkomt. de gelegenheidstheorie, de rationele keuzetheorie, de bindingstheorie, de anomietheorie, de etiketteringstheorie. Toelichting: In deze toets word je over twee van deze theorieën bevraagd met betrekking tot een specifieke context, maar zorg dat je ze allemaal goed kent en begrijpt! Vergelding: als er een misdrijf wordt gepleegd wil de samenleving dat daar een straf op volgt (bijvoorbeeld een gevangenisstraf of een taakstraf). Om te zorgen dat mensen die straf niet zelf gaan uitvoeren (dat heet eigenrichting en is verboden) zorgt de overheid voor een passende straf (bijvoorbeeld: hoe ernstiger het misdrijf, hoe hoger de straf). Afschrikking: Dit doel wordt ook generale preventie genoemd. Het gaat uit van de aanname/hoop dat als andere mensen zien dat er een straf volgt op bepaalde gedragingen, dat ze dan minder geneigd zullen zijn om zelf ook een misdrijf te plegen. De focus ligt dus op preventie (voorkomen) van misdrijven door andere mensen in de toekomst. Speciale preventie: Bij speciale preventie (in tegenstelling tot generale preventie) gaat het juist om het voorkomen van recidive: het voorkomen van het opnieuw begaan van een misdrijf door dezelfde persoon. Dit kan de rechter bijvoorbeeld bereiken door het opleggen van een voorwaardelijke straf: dit is een straf die pas wordt uitgevoerd als de dader nog een keer in de fout gaat. Resocialisatie: De rechter legt de dader bijvoorbeeld een verplichte behandeling op door een psychiater of een speciale training voor omgaan met opkomende agressie of alcoholgebruik. Op deze manier hoopt de rechter te bereiken dat de dader zich beter gaat gedragen in de samenleving. Dit kan ook door middel van andere vormen van begeleiding. Bescherming van de samenleving: Als een dader in de gevangenis zit dan is die persoon niet in staat om nog eens in de fout gegaan. Op deze manier wordt de samenleving beschermd. Bij repressie past het strafdoel vergelding het beste. Repressie betekent straffen, onderdrukken, tegengaan en dat is precies wat er gebeurt bij vergelding (zie ook het antwoord bij vraag a). Etnisch profileren betekent dat mensen met een bepaalde huidskleur/uiterlijk door de overheid meer in de gaten worden gehouden en anders behandeld worden dan andere groepen. Dit kan zich bijvoorbeeld uiten door strenge politiecontroles van mensen met een bepaalde huidskleur. Toelichting: Etnisch profileren is een voorbeeld van discriminatie door de overheid en is grondwettelijk verboden. Er mag alleen in zeer uitzonderlijke omstandigheden een uitzondering op deze regel worden gemaakt. Objectieve veiligheid gaat over wat de daadwerkelijke kans is dat er bijvoorbeeld een ongeluk of misdrijf plaatsvindt. Dit kan bijvoorbeeld worden bepaald op basis van officiële misdaadcijfers of cijfers over ongevallen. Stel dat uit officiële cijfers blijkt dat de kans op een misdrijf of ongeval (zoals het overlijden door een overstroming) erg klein is, dan kan het toch zo zijn dat mensen daar heel bang voor zijn. Dit noemen we subjectieve veiligheid: hoe veilig voelen mensen zich daadwerkelijk? Het kan zijn dat mensen die in sommige gebieden wonen erg bang zijn voor een overstroming, terwijl daar eigenlijk weinig reden voor is. De overheid zou bijvoorbeeld een voorlichtingscampagne kunnen starten om kennis van burgers over de omvang van de risico’s te vergroten. De overheid zou daar ook bij kunnen betrekken wat je kunt doen mocht er toch een overstroming komen; wellicht voelen mensen zich minder bang als ze goed zijn voorbereid. Volgens de cultivatiehypothese kunnen mensen een ander beeld van de werkelijkheid krijgen als mensen over een bepaald onderwerp veel informatie binnenkrijgen. Als er in een week veel artikelen op nieuwssites staan over overstromingen, dan kan het zo zijn dat mensen zich onveiliger gaan voelen (= beïnvloeding van de subjectieve veiligheid). Dit betekent echter niet dat het ook echt minder veilig is geworden. De objectieve veiligheid is misschien hetzelfde gebleven: je loopt niet opeens een grote kans om te overlijden door een overstroming, als er meer nieuws over overstromingen is.De media zouden wellicht bij kunnen dragen aan een positiever beeld over de overstromingsveiligheid door meer aandacht te besteden aan positieve verhalen (bijvoorbeeld welke dijken er zijn verstevigd, of hoe dijken en dammen ervoor hebben gezorgd dat een bepaald gebied veilig bleef tijdens hoogwater). In dat geval zou de cultivatiehypothese andersom kunnen werken: door meer positief nieuws voelen mensen zich veiliger. Toelichting: In deze toets wordt de cultivatiehypothese behandeld in de context van media-aandacht voor overstromingsgevaar. Zorg dat je de andere hypothesen over de invloed van media op mensen ook kent: de opinieleidershypothese, de mediaframing hypothese en de selectiviteitshypothese. Werkwijze:Leg uit wat het gevraagde begrip betekent. Beantwoord de vraag aan de hand van de gegeven context en met behulp van het gevraagde begripAntwoord:Een veiligheidsutopie heeft ermee te maken dat mensen aan de ene kant van de overheid verlangen dat die voor zo veel mogelijk veiligheid zorgt. Aan de andere kant willen mensen ook zo veel mogelijk individuele vrijheid. Het is niet altijd mogelijk om dit beiden voor elkaar te krijgen. Aan de ene kant willen mensen dat de overheid tijdens een pandemie zorgt dat de kans zo klein mogelijk is dat je besmet raakt als je bijvoorbeeld naar een restaurant of theater gaat. Aan de andere kant willen mensen ook niet dat hun bewegingsruimte wordt beperkt. Het is niet mogelijk om dit beiden voor elkaar te krijgen. Om de kans op besmetting zo klein mogelijk te maken én de restaurants/theaters open te houden moest er wellicht wel voor worden gekozen om sommige groepen mensen te weren uit deze openbare gelegenheden. De overheid heeft twee belangrijke taken binnen de rechtsstaat: rechtshandhaving (de overheid moet haar burgers beschermen en zorgen voor veiligheid in de samenleving) en rechtsbescherming (de overheid moet de rechten en de vrijheid van burgers beschermen). Deze twee taken conflicteren soms met elkaar omdat het zorgen voor veiligheid er soms voor kan zorgen dat de rechten en vrijheid van burgers worden ingeperkt. Dit conflict is ook te zien in de casus van het Corona Toegangsbewijs: dit bewijs zorgt voor meer veiligheid (namelijk een minder grote kans om ziek te worden in bijvoorbeeld de horeca) voor sommige mensen (de gevaccineerden), maar juist voor minder vrijheid voor andere mensen (de niet-gevaccineerden). De bindingstheorie lijkt het beste bij deze situatie aan te sluiten. Volgens deze theorie hebben de bindingen die mensen hebben met andere mensen in hun omgeving een remmende werking op crimineel gedrag. Mensen kunnen bang zijn dat ze hun goede relatie met de mensen om hen heen kwijtraken als ze crimineel gedrag vertonen. In het voorbeeld besluit Persoon A om niet te frauderen vanwege angst voor het verliezen van de relatie met de kritische vriend. Toelichting: Criminologische theorieën proberen een verklaring te geven waarom criminaliteit voorkomt/bestaat. Werkwijze:Leg uit wat het gevraagde begrip inhoudt.Plaats het begrip in de context van de bron.Leg uit hoe de positie van de overheid kan worden beïnvloed, en maak gebruik van de bron en het begrip. Antwoord: In een risicomaatschappij zijn er veel risico’s en is het onduidelijk wie er precies verantwoordelijk is voor het oplossen, voorkomen of beperken van deze risico’s. Is dat de overheid? Individuen? Bedrijven? Of een combinatie? Ook is het onduidelijk hoe deze actoren het risico precies moeten aanpakken. De explosie van een mogelijk drugslab in een woonwijk geeft bewoners een hoog gevoel van onveiligheid. Doordat harddrugs verboden zijn gebeurt het maken van drugs op geheime plekken. Het risico dat dit in een woonwijk gebeurt is niet helemaal uit te sluiten. Deze situatie is een goed voorbeeld van een dilemma in de risicomaatschappij. De vraag kan namelijk worden gesteld bij wie de primaire verantwoordelijkheid ligt om dit te voorkomen: bij de verhuurder van het pand, bij de omwonenden (die misschien verdachte activiteiten zien), bij de politie of bij een combinatie van actoren? Ook is het onduidelijk wat dan de beste aanpak is.De politie doet haar best om drugslabs op te sporen, maar het is niet mogelijk om er altijd op tijd bij te zijn en alle risico’s uit te sluiten. Als er vaker van dit soort explosies plaatsvinden en de overheid er niet in slaagt om dit te voorkomen, dan kan dat schadelijk zijn voor het vertrouwen van burgers/omwonenden in de overheid. De overheid slaagt er dan niet in de belangrijke taak te vervullen om burgers een minimum gevoel van veiligheid te geven. Deze tekst sluit het beste aan bij het strafdoel resocialisatie. Bij dit strafdoel hoopt de rechter te bereiken dat de dader zich beter gaat gedragen in de samenleving. Door de dader stap voor stap te helpen bij terugkeer in de samenleving wordt de kans mogelijk groter dat de persoon een stabiel leven kan opbouwen en minder snel terug de fout in gaat. De klassieke school gaat uit van rationaliteit: een mens heeft gezond verstand en kan zelf beslissingen nemen. Als iemand een misdrijf begaat heeft die persoon er zelf voor gekozen en had het voorkomen kunnen worden door het nemen van een verstandigere beslissing. Volgens de moderne school is een mens niet altijd in staat om rationeel te handelen. Het is door allerlei redenen niet altijd mogelijk om alle gevolgen van je daden te overzien. Bovendien draagt elk mens bagage mee die ervoor kan zorgen dat het moeilijker wordt om tot weloverwogen beslissingen te komen, bijvoorbeeld psychologische problemen / een traumatische jeugd.De tekst sluit het beste aan bij de moderne school omdat er daarin meer wordt gekeken naar de persoon van de dader, hoe deze tot de daad is gekomen en ook hoe bij deze persoon kan worden voorkomen dat er nog een keer een misdrijf wordt begaan. Door de persoon te helpen bij een zachte landing in de maatschappij worden de persoonlijke omstandigheden zo gunstig mogelijk gemaakt. Het idee daarachter zou kunnen zijn dat als de persoonlijke omstandigheden van iemand slecht zijn (geen huis of baan, of geen hulp bij het aanpassen van gedrag) dat de kans op recidive wellicht groter is. Criminologische theorieën proberen een verklaring te geven waarom criminaliteit voorkomt. De anomietheorie lijkt het beste bij deze tekst aan te sluiten. Volgens deze theorie is de kans op crimineel gedrag groter als mensen niet op een legale manier een goed leven/welvaart/luxe kunnen krijgen. Aangezien in de tekst wordt voorgesteld om ex-gedetineerden te helpen bij hun terugkeer in de maatschappij, worden zij geholpen met de basisvoorwaarden om op een legale manier een goed leven te kunnen leiden (een huis, een baan). Tip! Vergeet niet een duidelijke uitleg van de relevante begrippen te geven.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.