Seneca MAW 2e ed
- Hoofdstuk 6 - Politiek in de praktijk
oefentoetsen & antwoorden
2e editie
Klas 4-5|Havo
Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: Nederlandse politieke partijen, volksvertegenwoordigers, politieke stromingen in West-Europa, besluitvormingsmodellen, binding, representatie, ontzuiling, vijf belangrijke functies van politieke partijen, zwevende kiezers, massamedia, globalisering, mediahypothesen.
Toets MAW
Seneca MAW 2e ed
Online maken
Toets afdrukken
politieke partijvolksvertegenwoordigerrepresentatievolkssoevereiniteit Zo moet de tabel eruit zien:PeriodePolitieke stromingContextBegin 19e eeuwE. Conservatieve partijen3. Steun voor de vorst, de adel en tradities.Halverwege de 19e eeuwC. Liberale partijen5. Klassieke en politieke rechten in de grondwet, en streven naar individuele en economische vrijheid. Halverwege de 19e eeuwA. Socialistische partijen2. Meer gelijke rechten voor burgers, onder andere door middel van stakingen. Reactie op het liberalisme.Eind 19e eeuwB. Confessionele, of christendemocratische partijen4. Verzet tegen de uitbuiting van arbeiders, gecombineerd met conservatieve standpunten.De crisisjaren (1929-1939)Fascistische partijenVeel democratieën in Europa worden dictaturen.Eind jaren 60D. Pragmatische en populistische partijen1. Na de ontzuiling, geen duidelijke ideologie. SP (Socialistische Partij)D66 (Democraten 66)BBB (BoerBurgerBeweging)PvdA (Partij van de Arbeid)PvdD (Partij voor de Dieren)CU (ChristenUnie)VOLT het barrièremodelhet systeemmodel GlobaliseringHyperglobalistenAndersglobalisten Belangenvereniging: belangenverenigingen komen op voor de belangen van bepaalde groepen (in dit geval long-covid patiënten).Actiegroep: actiegroepen bestaan uit burgers die acties uitvoeren omdat ze op willen komen voor een bepaald maatschappelijk probleem. Als er nieuwe politieke partijen worden opgericht (groepsvorming) dan zullen meer mensen zich gerepresenteerd voelen (hogere representatie) in de verkiezingen, en misschien ook in het parlement (als de partij wordt verkozen). Door middel van de nieuwe partij doen meer mensen mee aan de politiek, er ontstaan dus meer bindingen tussen de politiek en de bevolking. Hoe meer bindingen, hoe meer mensen zich betrokken (en misschien zelfs gehoord voelen) bij de politiek. Ten tijde van de ontzuiling (halverwege de jaren 60) raakten deze partijen een deel van hun achterban kwijt. Het was voor niet alle kiezers meer vanzelfsprekend om trouw op een bepaalde partij te stemmen, omdat ze niet meer waren gebonden aan een bepaalde zuil (waar een bepaalde partij bij hoorde). Kiezers bleven daarom langer twijfelen en kiezen soms zelfs pas vlak voor de verkiezingen op welke partij ze stemmen, dit noemen we zwevende kiezers. De media framing hypothese: bij deze hypothese gaat het erover dat je mening over een bepaald onderwerp verandert (wordt beïnvloed) door de manier waarop over het onderwerp wordt gesproken in de media. Representativiteit betekent dat de volksvertegenwoordigers in zekere mate een reflectie van hun kiezers zijn: de standpunten die zij innemen en de kenmerken die de volksvertegenwoordigers hebben (leeftijd, opleidingsniveau, woonplaats, standpunten, prioriteiten) komen in zekere mate overeen met die van de mensen die op deze volksvertegenwoordigers hebben gestemd. Uit dit artikel blijkt dat bijna alle Tweede Kamerleden een diploma hebben van de universiteit of van het hbo, terwijl in de maatschappij als geheel maar 30 procent van de inwoners een diploma heeft van de universiteit of van het hbo. De achtergrondkenmerken van de Tweede Kamerleden lijken dus onvoldoende op die van de Nederlandse burgers. De volksvertegenwoordigers zijn geen goede reflectie van de inwoners van Nederland. Er is dus een gebrek aan representativiteit. In het artikel staat niets over de standpunten van de Tweede Kamerleden, maar je kan je goed voorstellen dat de Tweede Kamerleden met een universitaire- of hbo diploma andere standpunten hebben dan burgers met een mbo-diploma of beroepsopleiding. Een simpel voorbeeld: als je (zoals de meeste Tweede Kamerleden) zelf nooit aan de mbo hebt gestudeerd, dan is de kans wellicht minder groot dat je snel problemen herkent die op mbo-scholen spelen en die aan zal kaarten. Uit het artikel blijkt dat Gerdi Verbeet een voorstander is van het afspiegelingsmodel. Volgens dit model is het belangrijk dat de achtergrondkenmerken van de volksvertegenwoordigers lijken op die van het volk: er moeten dus veel verschillende ‘typen’ volksvertegenwoordigers in de Tweede Kamer zitten: o.a. verschillende leeftijden, verschillende woonplaatsen, verschillende opleidingen, verschillende standpunten, mensen zonder en met een migratieachtergrond, een goede verdeling mannen en vrouwen, etc. Aangezien Gerdi Verbeet ervoor pleit om meer Tweede Kamerleden te hebben zonder universitaire- of hbo-diploma, wil ze eraan bijdragen dat de Tweede Kamerleden (de volksvertegenwoordigers) een betere afspiegeling zijn van de bevolking. Het idee van een one-issue partij lijkt strijdig te zijn met een van de functies van politieke partijen, namelijk de functie aggregatie. Volgens politicologen is het een van de taken van politieke partijen om de verschillende onderwerpen en belangen die in een maatschappij spelen bij elkaar te brengen. Politieke partijen moeten volgens hen nadenken over hoe een ideale samenleving er voor hen uitziet om op basis daarvan keuzes te maken die de samenleving als geheel te goede komen. Dit lijkt niet aan te sluiten bij het idee van een one-issue partij die zich immers focust op maar één probleem in de samenleving.Kanttekening: Partijen die one-issue partijen worden genoemd, hebben meestal wel degelijk ook nagedacht over andere maatschappelijke onderwerpen. Ze besteden allemaal ook aandacht aan andere onderwerpen in hun partijprogramma’s, soms zijn die onderwerpen wel iets minder uitgewerkt dan hun focus-onderwerp. Bij het besluit van de Europese Commissie om een wetsvoorstel op te stellen lijken vooral ecologische omgevingsfactoren een rol te hebben gespeeld: de grote rol die vervoer speelt bij klimaatverandering. Je zou ook nog kunnen betogen dat economische omgevingsfactoren een rol hebben gespeeld bij het besluit van het Europees Parlement om een investeringsfonds voor schonere technologieën aan het wetsvoorstel toe te voegen, blijkbaar denkt het parlement dat de markt/economie er niet uit zichzelf (zonder overheidssteun) voor kan zorgen dat deze technologieën worden ontwikkeld. De Europese Commissie lijkt het meest de poortwachtersrol te hebben vervuld: zij lijkt als eerste met een voorstel te zijn gekomen. De Commissie heeft besloten dat het onderwerp ‘schonere vliegtuigbrandstoffen’ het besluitvormingsproces in mag gaan. Het is overigens wel aannemelijk dat er ook andere poortwachters zijn geweest: bijvoorbeeld regeringsleiders die aan de Europese Commissie hebben gevraagd om met dit onderwerp aan de slag te gaan, en wellicht is er vanuit milieu-actiegroepen ook druk geweest om dit onderwerp op te pakken. * Stap 1: de Europese Commissie geeft in deze stap argumenten voor waarom er wetgeving over vliegtuigbrandstoffen moet worden opgesteld. Dit lijkt het meest op politieke agendavorming. * Stap 2: de Europese Commissie komt met een wetsvoorstel, hierin staat hoe de Commissie denkt dat de wet eruit moet komen te zien, maar dat is nog niet definitief: ook het Parlement en de Raad mogen er nog iets over zeggen. Het betreft hier dus de fase beleidsvoorbereiding. * Stap 3: het Europees Parlement stelt aanpassingen voor aan het wetsvoorstel van de Commissie, de Commissie en het Parlement zijn het dus niet per definitie met elkaar eens en ze moeten er samen uitkomen. We zitten dus nog steeds in de fase beleidsvoorbereiding. * Stap 4: pas in deze fase wordt er een akkoord (een politiek besluit) bereikt en stemmen zowel het Europees Parlement als de Raad van de Europese Unie (dus ook de Nederlandse Minister van Infrastructuur en Waterstaat!) in met de voorstellen. Het voorstel van de Europese Commissie is nu een officiële Europese wet geworden die alle lidstaten moeten uitvoeren. Dit is dus de fase beleidsbepaling.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.