All Right! MAX - Hoofdstuk 5 - Ireland oefentoetsen & antwoorden

medalbeatdiscountworthbackcinemachurch cheekchampionshipcashprofessionskillsjawcastle Where are you from?How much pocket money does he get?Who are your favourite band?I have a job.I earn 9 euros an hour.May I have your attention?Could you repeat that, please?Great! I will call you tonight.I will meet you at the train station.I’m sorry, but I won’t be able to make it. much (vragende zin, ‘shopping’ is ontelbaar)a lot of (bevestigende zin, ‘books’ zijn telbaar)much (ontkennende zin, ‘news’ is ontelbaar)a lot of (bevestigende zin, ‘problems’ zijn telbaar)many (ontkennende zin, ‘meetings’ zijn telbaar)many (vragende zin, ‘paintings’ zijn telbaar)Toelichting:A lot of, much en many betekenen allemaal ‘veel’.Enkelvoud, ontelbaar Meervoud, telbaarBevestigende zinnen (+)He has a lot of luck.He has a lot of cars. Ontkennende zinnen (-)We don’t have much time.We don’t have many ideas.Vragende zinnen (?)Are they causing much noise?Do they have many parties?Tip: Je kunt herkennen dat een woord in het meervoud en/of telbaar is door de -s die erachter komt. Voorbeeld: 1 house - 2 houses (meervoud, telbaar). will win (next competition, future with will)is reading (now, present continuous tense)take (always, pesent simple tense)will see (next Friday, future with will) telephone (every day, present simple tense)will/shall help (voorstel, future met will. Omdat het onderwerp ‘We’ is, mag je ook ‘shall’ als hulpwerkwoord gebruiken)Toelichting:Present simple tense gebruik je als iets een gewoonte of een feit is of als iets regelmatig (niet) gebeurt. Enkele signaalwoorden: usually, often, always, never, sometimes.Voor I, you, we en they gebruik je het hele werkwoord. Voorbeeld: I cook dinner every day.Voor he, she en it gebruik je het hele werkwoord + (e)s. Voorbeeld: She lives in Rotterdam. He goes there every weekend.Present continuous tense gebruik je als je wilt zeggen dat iets nu aan de gang is. Dit vorm je door am / are / is + hele werkwoord + -ing. Enkele signaalwoorden: now, at the moment, currently.Voorbeeld:I am driving at the moment.They are sleeping now.He is currently working on a project in Tokyo. Toekomst : will en shallWill + hele werkwoord gebruik je om aan te geven dat iets in de toekomst gaat gebeuren. Je gebruikt voor alle personen dezelfde vorm: will, of ’ll als korte vorm.Voorbeeld: I will / I’ll leave tonight. Om ontkenningen te maken met will, zet je er not achter, of gebruik je won’t als korte vorm.Voorbeeld: I will not / won’t leave tonight. Bij vragen zet je will voor het onderwerp. Voorbeeld: Will we ever meet again? Voor I en we kun je will of shall gebruiken. Shall gebruik je bij I en we als je een voorstel doet of naar iemands voorkeur vraagt. Voorbeeld: Shall we watch a movie?  taller than (vergrotende trap, omdat 2 dingen met elkaar worden vergeleken)the tallest (overtreffende trap, omdat er wordt gezegd dat David de langste is)smarter than (vergrotende trap, omdat 2 dingen met elkaar worden vergeleken)the smartest (overtreffende trap, omdat er wordt gezegd dat ‘our cousin’ de slimste is)darker than (vergrotende trap, omdat 2 dingen met elkaar worden vergeleken)the darkest (overtreffende trap, omdat er wordt gezegd dat die van mijn ouders het donkerst zijn) Toelichting:Als je dingen of personen met elkaar wilt vergelijken gebruik je -er (than) in de vergrotende trap en the -est in de overtreffende trap.Voorbeeld: My uncle is richer than us, but my grandparents are the richest. We go (every Saturday, present simple tense)The students are not/aren’t paying (at the moment, present continuous tense)Shall we have (voorstel, vragende zin, future with shall)they will/they’ll love (when they see it, future with will)My parents are flying (as we speak, present continuous tense)those troublemakers will not/won’t come (tomorrow, future with will) Toelichting: Zie onder oefening 5