Toets Bedrijfseconomie

Bedrijfseconomie in Balans 9e ed - Domein B Van persoon naar rechtspersoon - H4 t/m 9 oefentoetsen & antwoorden

9e editie

Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: 

  • Verzekeringen

  • Kredieten, 

  • Sparen en lenen

  • Hypotheken, 

  • Beleggen in aandelen en obligaties, 

  • Familierecht

  • schenken en erven

Examendomein B1

Bedrijfseconomie in Balans 9e ed
Toets Bedrijfseconomie
Bedrijfseconomie in Balans 9e ed
Online maken
Toets afdrukken
Werkwijze Bekijk eerst alle sleutelbegrippen in de tekst en bedenk welke definiëring hierbij hoort.Een compagnonsverzekering is een levensverzekering waarbij compagnons elkaar als begunstigde opgeven bij overlijden, zodat bij een eventueel overlijden de overgebleven compagnon een geldbedrag krijgt uitgekeerd om de onderneming te kunnen continueren. Een levensverzekering is een verzekering waarbij het uitgekeerde bedrag afhankelijk is van het moment van uitkeren. Dit bedrag is vooraf overeengekomen. Een schadeverzekering is een verzekering waarbij het uitgekeerde bedrag afhankelijk is van de hoogte van de schade. Bij een compagnonsverzekering is de hoogte van het uit te keren bedrag door de verzekeringsmaatschappij niet afhankelijk van een schade, maar van een bepaald moment. Namelijk het moment van overlijden van één van de compagnons, in dit geval Sam of Moos. Een compagnonsverzekering is dus een voorbeeld van een levensverzekeringEindantwoordEen compagnonsverzekering is een voorbeeld van een levensverzekering daar het uit te keren bedrag door de verzekeringsmaatschappij niet afhankelijk is van een schade, maar van een bepaald moment, in dit geval het overlijden van één van de compagnons.  Werkwijze Bedenk eerst wat de kenmerken zijn van zowel een doorlopend krediet als een persoonlijke leningEen doorlopend krediet is een lening waarbij je van de bank een maximaal leenbedrag krijgt, het kredietplafond. Het is in principe een soort schuldrekening, waarbij je telkens in het rood mag staan, net zoals bij een creditcard. Je kunt tussendoor steeds geld opnemen en aflossen zo vaak als je wilt. Je betaalt rente over het bedrag dat je op dat moment ‘rood staat’. Een persoonlijke lening is een lening tussen één geldgever en één geldnemer. De geldnemer leent een vooraf afgesproken bedrag van de geldgever. Hierbij worden op voorhand afspraken gemaakt over de looptijd, wijze van aflossing én de te betalen rente. Vergelijk nu beide kredietvormen en bedenk wat de voordelen zijn van een doorlopend krediet ten opzichte van de persoonlijk lening. Let erop dat je bij een vergelijking altijd beide concepten benoemd die je met elkaar vergelijkt! Dit is heel belangrijk, want anders maak je geen vergelijking, maar noem je simpelweg het kenmerk van één concept. En dat is niet de vraag!!!Bij een doorlopend krediet hoef je alleen maar rente te betalen over het bedrag dat je op dat moment ‘rood staat’. Bij een persoonlijke lening moet je rente betalen over de gehele schuldrest, zelfs wanneer je het geld nog niet (volledig) hebt gebruikt. Bij een doorlopend krediet kun je aflossen wanneer je wilt (en zo wellicht besparen op rentekosten), terwijl je bij een persoonlijke lening alleen mag aflossen wat vooraf is afgesproken. Wil je extra aflossen bij een persoonlijke lening, kan dit soms zelfs leiden tot een boete. Bij een doorlopend krediet kun je de afgeloste bedragen telkens weer opnemen wanneer je hier behoefte aan hebt. Bij een persoonlijke lening moet je dan telkens opnieuw een lening afsluiten, wat eventueel afsluitkosten en administratiekosten met zich mee zou kunnen brengen. EindantwoordBij een doorlopend krediet hoef je alleen maar rente te betalen over het bedrag dat je op dat moment ‘rood staat’. Bij een persoonlijke lening moet je rente betalen over de gehele schuldrest, zelfs wanneer je het geld nog niet (volledig) hebt gebruikt. Bij een doorlopend krediet kun je tussendoor kosteloos aflossen wanneer je maar wil, terwijl je bij een persoonlijke lening alleen mag aflossen wat vooraf is afgesproken. Werkwijze Bekijk eerst alle sleutelbegrippen in de tekst en bedenk welke definiëring hierbij hoort.Aandelen zijn eigendomsbewijzen die een deel van het maatschappelijk kapitaal van een onderneming vertegenwoordigen. Obligaties zijn een bewijs van deelname in een obligatielening, waarbij de eigenaar een klein kapitaal heeft geleend aan een onderneming. Bedenk nu welke kenmerken aandelen en obligaties hebben. Aandelen worden verhandeld op de effectenbeurs. De aandelenkoers hangt af van de winst/toekomstverwachtingen van beleggers ten aanzien van een bedrijf en kan daardoor flink schommelen (hoge volatiliteit). Aandelen geven recht op een stukje winstuitkering (dividend), maar dan moet er uiteraard wel winst worden gemaakt. Obligaties worden ook verhandeld op de effectenbeurs. De obligatiekoers is afhankelijk van de marktrente en schommelt daardoor niet zo sterk (lage volatiliteit). Obligatiehouders hebben recht op couponrente ter vergoeding voor het risico van het uitgeleende bedrag, die (meestal) jaarlijks door de onderneming wordt uitgekeerd aan alle obligatiehouders. Vergelijk nu de kenmerken van aandelen en obligaties en koppel dit aan het risico van een belegger. EindantwoordBeleggers lopen meer risico bij beleggen in aandelen dan obligaties omdat:De koers van aandelen volatieler is dan de koers van obligaties. Bij obligaties de belegger zeker is van een jaarlijkse uitkering van couponrente, terwijl het bij aandelen niet zeker is dat er altijd dividend wordt uitgekeerd aan de belegger. Obligaties worden na de looptijd altijd afgelost tegen de nominale waarde. Bij aandelen is er geen sprake van een terugbetaling van het ingelegde vermogen. Bij een eventueel faillissement krijgen eerst obligatiehouders hun ingelegde vermogen terug, daarna pas de aandeelhouders.   Werkwijze Bedenk eerst welke rechten en plichten iemand heeft wanneer je in een huurhuis woont.Je mag zonder toestemming van de eigenaar niets veranderen aan de woningJe bent alleen verantwoordelijk voor klein onderhoud van de woningJe kan te allen tijde je huurcontract opzeggen (rekening houdend met de opzegtermijn)Je betaalt maandelijks de huur aan de woningeigenaar. Deze kan de huur jaarlijks verhogen. Bedenk eerst welke rechten en plichten iemand heeft wanneer je in een koopwoning woont.Je bent verantwoordelijk voor zowel groot als klein onderhoud van de woning.Je betaalt aflossing + rente t.b.v. je hypothecaire lening. Deze rente is aftrekbaar van de inkomstenbelasting. Een eventuele waardestijging van de woning komt jou ten goede. Je hebt bepaalde kosten, die specifiek zijn voor de eigenaar van een woning, zoals een opstalverzekering en het betalen van OZB.Eindantwoord  Voordelen van het wonen in een koophuis zijn:Je mag het huis verbouwen naar je eigen smaakJe bouwt vermogen op doordat je de hypothecaire lening aflost én door eventuele waardestijging van de woningJe hebt meer controle over je maandlasten (afhankelijk van jouw keuze voor soort hypotheek en vaste of variabele rente), dan bij een huurwoning (waarbij de huurbaas jaarlijks de huur kan verhogen). De betaalde hypotheekrente levert een belastingvoordeel op bij je inkomstenbelasting (aftrekpost). Huren levert geen belastingvoordeel op.  Werkwijze Bedenk eerst welke overeenkomsten er zijn. In principe hebben een huwelijk en/of een geregistreerd partnerschap binnen Nederland juridisch én fiscaal (belastingtechnisch) dezelfde gevolgen. Er is binnen Nederland dus weinig verschil. De verschillen die er zijn, zul je uit je hoofd moeten leren. Binnen Nederland zijn deze beide samenlevingsvormen aan elkaar gelijk. Echter buiten Nederland hoeft dit niet zo te zijn. Dat is afhankelijk van het land waar je bent. Een huwelijk wordt officieel voltrokken middels het ja-woord. Dit is het moment waarop de echtelijke verbinding ontstaat. Bij het aangaan van een geregistreerd partnerschap wordt geen ja-woord gegeven (mag wel, maar staat niet als verplichting in de wet).Een huwelijk kan alleen worden beëindigd door de rechter. Een geregistreerd partnerschap kan bij een ambtenaar van de gemeente worden ontbonden. Let erop dat er wordt gevraagd om het verschil tussen twee concepten te beschrijven. Je dient dan beide concepten in je antwoord te verwerken. Doe je dit niet, dan benoem je simpelweg kenmerken van één concept en beantwoord je de vraag niet!!!EindantwoordVerschillen tussen een huwelijk en een geregistreerd partnerschap zijn:Een huwelijk wordt internationaal erkend, een geregistreerd partnerschap niet (overal). Bij het aangaan van het huwelijk dient het ja-woord te worden gegeven, bij een geregistreerd partnerschap hoeft dit niet.Het beëindigen van een huwelijk moet via de rechter, terwijl een geregistreerd partnerschap bij een ambtenaar van de gemeente beëindigd kan worden. Een geregistreerd partnerschap kan later worden omgezet in een huwelijk. Andersom is dit niet mogelijk.  Eindantwoord a)Bij koop op afbetaling is de koper direct eigenaar van de wasmachine. In het geval van huurkoop wordt de koper pas eigenaar van de wasmachine nadat de laatste huurtermijn is betaald.  Werkwijze bKijk eerst naar de betalingsvoorwaarden. Denk na over het begrip termijnen. Termijnen zijn de periodieke bedragen die betaald moeten worden bestaande uit aflossing + rente. Bereken hoeveel er in totaal betaald moet worden bij elk van de overeenkomsten. Bedenk dat alleen het geleende bedrag moet worden terugbetaald/afgelost. Alles wat meer betaald wordt dan de volledige aflossing is rente. Het geleende bedrag is €1.500. Alles dat meer wordt betaald is dus rente. Eindantwoord b)Overeenkomst 1:In totaal wordt betaald 12 * €140 = €1.680Hiervan is in totaal €1.500 aflossing. Betaalde rente is dus 1.680 – 1.500 = €180,-Overeenkomst 2:In totaal wordt betaald 24 * €75 = €1.800Hiervan is in totaal €1.500 aflossing. Betaalde rente is dus 1.800 – 1.500 = €300,-Werkwijze c)Denk eerst na over het begrip interest. Interest is altijd een vergoeding voor het risico dat de geldgever/kredietverstrekker loopt. Kijk naar het verschil tussen de kredietvormen. Overeenkomst 2 heeft een langere looptijd dan overeenkomst 1.Een langere looptijd betekent dat de kredietverstrekker een hoger risico loopt dat het geld niet (volledig) terug wordt betaald. Ook het inflatierisico is groter. Een langere looptijd geeft dus minder zekerheid/meer risico, waardoor de kredietverstrekker een hogere rente zal gaan vragen. Eindantwoord c)Interest is altijd een vergoeding voor het risico van de kredietverstrekker. Bij een langere looptijd loopt de kredietverstrekker meer inflatierisico of risico dat het geld niet volledig wordt terugbetaald. Bij overeenkomst 2 is sprake van een langere looptijd, waardoor de kredietverstrekker een hogere interestvergoeding eist. Werkwijze d)Denk na over het verschil tussen private lease en koop op afbetaling.Een hoger termijnbedrag kan altijd terug beredeneerd worden naar meer kosten en/of meer risico voor de verkoper.  Eindantwoord d)Bij koop op afbetaling is de koper direct eigenaar van de wasmachine en daarmee verantwoordelijk voor onderhoud en alle bijkomende kosten. Bij private lease blijft de verkoper (lessor) eigenaar van de wasmachine en zijn alle onderhouds- en reparatiekosten voor de verkoper. Zou de wasmachine helemaal kapot gaan, dient de verkoper een nieuw model te plaatsen voor de lessee (koper). De verkoper loopt dus meer risico bij private lease, doordat er wellicht ook nog onderhoudskosten zullen volgen voor de verkoper. Dit risico op bijkomende kosten wordt doorberekend aan de klant, waardoor het termijnbedrag hoger is. Nadeel voor de koper is dus een hoger termijnbedrag bij private lease. Voordeel voor de koper is dat er nooit onverwachte kosten zullen zijn.  Werkwijze Het gaat in deze opgave over samengestelde interest. Dit betekent dat de spaarder zowel rente ontvangt over het startkapitaal als de reeds opgebouwde rente (rente op rente). Kijk altijd goed naar wat de rente per periode is. In dit geval is de rente gegeven per maand.Tel dan hoeveel perioden het geld op de spaarrekening heeft gestaan. Let erop dat de maand oktober 2023 nog moet beginnen en daarom dus niet meetelt! In totaal heeft het geld dus drie volledige jaren (2020, 2021 en 2022) op de rekening gestaan + 9 maanden in 2023 (jan t/m sept). Dat is in totaal 45 maanden. Zet het interestpercentage om naar een groeifactor. In dit geval 0,25% 🡪 1,0025Het aantal perioden (45 maanden) wordt de macht waarmee de groeifactor vermenigvuldigd wordt. Eindantwoord€5.000 * 1,002545 = €5.594,58 Werkwijze Het gaat hier over een lineaire lening, wat betekent dat de aflossing elke periode (in deze opgave elke maand) hetzelfde is. De looptijd is 6 jaar, wat neerkomt op 72 maanden. De maandelijkse aflossing is dus 180.000 gedeeld door 72 maanden. Bij een lening wordt de rente altijd berekend over de schuldrest aan het begin van de periode. De rente wordt omgerekend naar een perunage, hier 5,2% = 0,052Om de schuldrest te berekenen moet worden gekeken naar hoe vaak er reeds is afgelost. Er zijn 9 aflossingen geweest (maart t/m november). De interest is gegeven per jaar, maar moet per maand worden berekend.Bij een lening gaat het altijd over enkelvoudige interest!!!Eind december moet zowel de aflossing als de interest worden betaald. EindantwoordMaandelijkse aflossing = €180.000 / 72 maanden = €2.500Schuldrest begin december = €180.000 – (9 * 2.500) = €157.500Interest december = 157.500 * 0,052 / 12 = €682,50Jack moet in totaal betalen €2.500 + €682,50 = €3.182,50 Werkwijze Om op het aandelenrendement te komen, moeten meerdere berekeningen worden gemaakt. Het aandelenrendement bestaat namelijk uit het koersrendement en het dividendrendement. Het koersrendement wordt berekend door het verschil tussen de aankoopkoers en de actuele beurskoers of verkoopkoers te pakken.In dit geval het verschil tussen €87,02 en €91,50. Let op! Het koersrendement kan ook negatief zijn, wanneer de koers van het aandeel is gedaald! Dat is in deze opgave niet het geval. Het dividend wordt altijd berekend over de nominale waarde van een aandeel. In dit geval is het dividend dus 3,2% van €25. 3,2% in een perunage = 0,032Het rendement wordt altijd uitgedrukt in een percentage van de aankoopkoers (mits anders aangegeven in de opgave!). EindantwoordKoersrendement in euro = €91,50 - €87,02 = €4,48 positiefDividend = 0,032 * €25 = €0,80Aandelenrendement in euro per aandeel = 4,48 + 0,80 = €5,28Totaal aandelenrendement in euro = 5,28 * 50 aandelen = €264,-Aandelenrendement in % = 264 / (50 * 87,02) * 100% = 6,07%  Eindantwoord a)Voordelen: Een aankoopmakelaar kent de markt beter.Een aankoopmakelaar heeft meer ervaring met onderhandelen over de prijs. Nadeel:Een aankoopmakelaar zal provisie vragen voor de verleende dienst wat leidt tot extra kosten voor Pascalle.   Werkwijze b)Bedenk wat de kenmerken van een annuïteitenhypotheek zijn:Je betaalt maandelijks een vast bedrag, zijnde de annuïteit, bestaande uit interest en aflossing. In het begin betaal je veel rente en nog maar weinig aflossing, waardoor de schuld in de beginjaren hoog blijft. Bedenk wat de voordelen van een annuïteitenhypotheek zijn, ten opzichte van een lineaire hypotheek. De rente is aftrekbaar van de inkomstenbelasting en levert een fiscaal voordeel op. Doordat er in het begin veel rente wordt betaald, is het belastingvoordeel bij een annuïteitenhypotheek in het begin hoger dan bij een lineaire hypotheek. Door het grotere belastingvoordeel worden bij een annuïteitenhypotheek de netto hypotheeklasten in de beginjaren lager in vergelijking met de netto lasten bij een lineaire hypotheek. Denk na over de situatie van Pascalle.Pascalle is net afgestudeerd en begint dus nu pas haar carrière. Haar salaris zal in het begin van haar carrière relatief laag zijn. Wanneer ze meer werkervaring heeft zal haar salaris stijgen. Koppel nu de voordelen van de annuïteitenhypotheek aan de situatie van Pascalle.Eindantwoord b)Pascalle is een starter op de arbeidsmarkt, waardoor haar salaris nog relatief laag zal zijn. Bij een annuïteitenhypotheek zijn de netto lasten in de beginjaren laag, als gevolg van een hoger belastingvoordeel. Er wordt in de beginjaren nog weinig afgelost. Op deze manier is er een gezonde verhouding tussen het salarispeil van Pascalle en haar maandelijkse hypotheeklasten. Eindantwoord c)Een notaris maakt de koopakte/akte van overdracht op en draagt zorg voor de inschrijving in het kadaster. Werkwijze d)Let erop de annuïteit van €10.511,09 een vast bedrag is dat bestaat uit een gedeelte interest en aflossing. Bereken eerst altijd de interest die betaald moet worden op basis van de schuldrest aan het begin van het jaar. Bereken daarna de aflossing door de annuïteit te verminderen met de berekende interest.Bereken daarna de nieuwe schuldrest door de oude schuldrest te verminderen met de aflossing.  Eindantwoord d)JaarSchuldrestannuïteitInterest (2,5%)aflossing1220.00010.511,095.5005.011,092214.988,9110.511,095.374,725.136,373209.852,5410.511,09De schuldrest begin jaar 3 bedraagt €209.852,54  WerkwijzeBedenk wat de kenmerken van een annuïteitenhypotheek zijn:Je betaalt periodiek hetzelfde bedrag aan aflossing + rente, zijnde de annuïteit. In het begin los je weinig af, waardoor je veel rente betaalt. Gedurende de looptijd verandert deze verhouding tussen rente en aflossing. Bedenkt wat de kenmerken van een lineaire hypotheek zijn:Je lost periodiek hetzelfde bedrag af. De rentelasten zijn in het begin hoog en dalen naarmate de looptijd verstrekt, doordat de schuldrest afneemt.  EindantwoordGrafiek A past bij de annuïteitenhypotheek. Te zien is dat de bruto maandlasten (rente + aflossing) de gehele looptijd hetzelfde blijven. Tevens is te zien dat de rente (het blauwe gedeelte) in het begin heel hoog is en gaandeweg de looptijd Grafiek B past bij de lineaire hypotheek. Te zien is dat de aflossing de gehele looptijd hetzelfde blijft.  Werkwijze a)Kijk eerst goed naar de relatie die de erfgenaam heeft met de erflater. In dit geval is Julia het kleinkind van haar oma, dus moet in de tabellen van de belastingdienst telkens te worden gekeken bij ‘kleinkind’. In eerste instantie mag Julia de vrijstelling in mindering brengen van de erfenis om te komen op het bedrag waarover belasting betaald moet worden. In de eerste tabel zien we dat de vrijstelling voor een kleinkind €22.918 is. Over dit bedrag hoeft geen erfbelasting te worden betaald. We berekenen dan over welk bedrag wel belasting betaald moet worden. Dit is dan 50.000 – 22.918 = €27.082In de tweede tabel moeten we weer kijken onder kleinkind, waarbij we zien dat over de eerste €138.641 er een belastingpercentage van 18% betaald moet worden. Julia komt niet boven dit bedrag uit en moet dus 18% belasting betalen over haar erfenis minus de vrijstelling. Eindantwoord a)(50.000 – 22.918) * 0,18 = €4.874Eindantwoord b)De koers van obligaties hangt altijd samen met de marktrente. Uit de opgave blijkt dat de marktrente beduidend lager ligt dan de couponrente die de obligaties bieden. Hierdoor zijn deze obligaties op dit moment aantrekkelijk voor beleggers en zal de vraag naar deze obligaties stijgen, wat de hoge koers van 125% verklaart.  Werkwijze c)Bereken eerst het rendement dat Julia ontvangt op de spaarrekening. Dit doen we door de samengestelde interest om te zetten in een groeifactor (1,0015). Daarnaast stellen we vast dat deze interest 60 maanden zal worden ontvangen. Bij de obligaties kijken we eerst hoeveel Julia daadwerkelijk moet betalen voor de obligaties. De koers is op dit moment 125%, wat betekent dat Julia €1.250 voor een obligatie moet betalen. Met haar €20.000 kan ze dus 16 obligaties kopen. De couponrente wordt altijd berekend over de nominale waarde van de obligatie. Julia ontvangt dus per obligatie jaarlijks €80 aan couponrente.   Aan het einde van de looptijd worden obligaties afgelost aan de belegger tegen de nominale waarde. Eindantwoord c)De eindwaarde op de spaarrekening zal zijn: 20.000 * 1,001560 = €21.882,01Het rendement bedraagt dan dus €1.882,01, daar €20.000 door Julia was ingelegd. Het rendement van de obligatie moeten we splitsen in een koersrendement en een couponrendement:Koersrendement = (1.250 – 1.000) x 16 = €4.000 negatiefCouponrendement = 8% van €1.000 x 16 x 5 jaar = €6.400Totale rendement obligaties = 6.400 – 4.000 = €2.400 €2.400 > €1.882,01, dus beleggen in obligaties levert Julia meer op dan het geld op de spaarrekening zetten. 

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in