LWEO Kopen & Werken 3e ed - Hoofdstuk 7 - De consument dat ben jij oefentoetsen & antwoorden

Werkwijze:Als we willen weten wat we bedoelen met transparantie, moeten we eerst het begrip even uitleggen.Transparantie betekent dat informatie volledig, helder en toegankelijk is voor iedereen.Dus in de economie is dit bijvoorbeeld dat iedereen alle informatie tot zijn beschikking heeft over producten en diensten.Hierdoor kunnen consumenten producten en diensten goed vergelijken.En daardoor kunnen consumenten of bedrijven een betere keuze maken.Dan hebben we het antwoord.Antwoord: Met transparantie bedoelen we dat informatie over producten, prijzen of bedrijven duidelijk en toegankelijk is. Dit helpt consumenten om keuzes te maken en zorgt voor eerlijke concurrentie tussen bedrijven. Werkwijze:Een keurmerk is een label dat aangeeft dat een product of dienst voldoet aan bepaalde normen en regels. Hierdoor weet de persoon die dit koopt dat het product goed gemaakt is.Bedrijven kunnen door het hebben van een keurmerk zich onderscheiden van andere bedrijven die dat niet hebben.  Zo kunnen ze misschien daardoor meer klanten krijgen omdat zij volgens het keurmerk wel duurzaam of milieuvriendelijk zijn. Antwoord: Het voordeel van een keurmerk is dat het consumenten helpt bij het maken van bewuste keuzes door aan te geven dat een product voldoet aan bepaalde kwaliteits- of duurzaamheidsnormen. Voor bedrijven is het een manier om zich te onderscheiden / meer klanten te krijgen. Werkwijze:Fairtrade betekent eerlijke handel waarbij producenten in ontwikkelingslanden een eerlijke prijs krijgen.  Dus de mensen in de ontwikkelingslanden die het maken worden niet uitgebuit of afgezet met een lage prijs. Ze krijgen een prijs die het product ook echt waard is. Er zijn verschillende producten die dit hebben, zoals bananen, chocolade en bananen.De reden dat dit bestaat is onder andere om armoede in ontwikkelingslanden tegen te gaan. Antwoord: Fairtrade producten zijn producten waarbij producenten in ontwikkelingslanden een eerlijke prijs hebben gekregen. Dit helpt hen om een beter bestaan op te bouwen. Werkwijze:Bedenk eerst wat een positief extern effect is.We spreken van een extern effect als de kosten of voordelen door andere mensen gedragen worden en niet door de persoon die het gebruikt of het bedrijf dat het maakt.Een positief extern effect is een voordeel dat anderen ervaren zonder dat ze daarvoor betalen.Een juist voorbeeld moet dus iets zijn waarbij er iets wordt gemaakt of gedaan waar anderen voordeel van ervaren.Antwoord: Een voorbeeld van een positief extern effect is de aanleg van speeltuin, waardoor de kindvriendelijkheid van een buurt omhoog gaat en de waarde van omliggende woningen mogelijk kan stijgen omdat nu meer gezinnen met kinderen daar willen wonen.Er zijn nog andere antwoorden mogelijk. Werkwijze:We willen verklaren waarom de NNGB veel bewegen stimuleert, omdat wanneer je weinig beweegt er (financiële) nadelen zijn. Dus leggen we eerst uit waarom bewegen belangrijk is.Te weinig beweging kan leiden tot gezondheidsproblemen, zoals obesitas. Daarnaast zorgt bewegen ervoor dat je fit blijft en energie behoudt.Als je dit dus niet doet dan ondervind je misschien weerstand bij de dingen die je doet. Denk er bijvoorbeeld aan dat je snel vermoeid raakt als je een keer iets actiefs moet doen. Of misschien dat je sneller ziek wordt en zorg nodig hebt.Wanneer mensen ziek worden leidt dit voor bedrijven tot productieverlies en hoge zorgkosten. En dan hebben we het antwoord gevonden. Antwoord: Te weinig beweging kan leiden tot gezondheidsproblemen zoals obesitas, energieloos en je niet fit voelen. Dit kan leiden tot hogere zorgkosten en verlies van productiviteit door dat mensen ziek worden.  Werkwijze:In de getallen kun je zien dat het vleesgebruik tussen 2019 en 2024 is afgenomen.In 2019 was dit nog 33,7 kg per hoofd van de bevolking. Daarmee bedoelen we dat gemiddeld een iemand in dit land per jaar 33,7 kg vlees per jaar heeft gegeten.In 2024 is dit gedaald naar 31,1kg. Dit is dus 2,6 kg minder per jaar.Nu moeten we dit koppelen aan de milieubewuste consument.Iemand is milieubewust als je keuzes maakt die de effecten op het milieu verminderen. Doordat iemand minder vlees eet wordt de CO2-uitstoot verlaagd en worden grondstoffen bespaard.Antwoord: De daling van vleesgebruik in Nederland komt door milieubewuste consumenten, die minder vlees eten omdat minder vlees eten een positief effect heeft op het milieu. Werkwijze:Als we willen weten waarom compensatiegedrag als een morele vrijbrief wordt omschreven, leggen we eerst beide begrippen uit.Met compensatiegedrag bedoelen we gedrag waarbij je slechte keuzes compenseert met goede keuzes. Met andere woorden: als je iets gedaan hebt wat niet goed is, dat je daarna iets doet wat wel goed is.Dus stel je voor je eet een zak chips op (niet goed voor je fitheid) en je gaat daarna een rondje hardlopen (wel goed voor je fitheid). Of je eet geen vlees (minder CO2-uitstoot) maar gaat wel 5x per jaar met het vliegtuig op vakantie (veel CO2-uitstoot).Dan komen we bij het begrip morele vrijbrief. Dat kun je het best uitleggen als een soort “goedkeuring” voor wat je gedaan hebt.Dus mensen voelen dat het kan om iets slechts te doen, omdat ze al iets goeds hebben gedaan.Antwoord: Compensatiegedrag wordt als een morele vrijbrief gezien omdat mensen denken dat goede daden (zoals recyclen) slecht gedrag (zoals vliegen) goedmaken. Werkwijze:De producent: dit is het bedrijf dat de producten maakt. De producent heeft invloed op de duurzaamheid van de producten omdat hij de producten maakt.De consument heeft invloed op de duurzaamheid omdat zij de producten kopen in de winkel. Als een consument alleen maar duurzame producten koopt, beïnvloedt hij hiermee dus wat er gemaakt wordt.Bedrijven zullen dan vooral duurzame producten gaan maken zodat ze daarmee kunnen verdienen.Dan het begrip verduurzaming.Duurzaamheid betekent dat je rekening houdt met het milieu en de toekomstige generaties. Bij wat je doet, kopen en consumeren of maken, moet het milieu dus niet te veel belast worden en de toekomstige generaties moeten er geen last van hebben.Antwoord:  Duurzaamheid ligt zowel bij producenten, die duurzame producten moeten maken en verkopen, als bij consumenten, die deze producten moeten kiezen en kopen. Beide hebben dus invloed op de duurzaamheid. Werkwijze:Als we willen weten hoeveel van de 24 euro naar het bedrijf in Bangladesh gaat moeten we eerst bepalen hoeveel procent daar naar toe gaat.We zien verschillende mensen die een deel van de 24 euro krijgen.Alle partijen bij elkaar vormen 100% van de 24 euro.Als we 100% - 40 – 15 – 25 – 12 doen, dan houden we nog 8% over.Dat betekent dus dat het bedrijf in Bangladesh maar 8% van de 24 euro krijgt.In dit geval moeten we dus uitrekenen hoeveel dit is.24 euro is gelijk aan 100%.Als we 24 euro delen door 100 dan hebben we 1 procent. 24 / 100 = 0,24 euro. Dus 1 procent is gelijk aan 0,24 euro.Nu moeten we 8% hebben dus kunnen we dit bedrag x 8 doen.0,24 x 8 = 1,92 euro.Antwoord: 40% + 15 % + 25% + 12 % = 92%. Het bedrijf in Bangladesh krijgt dus 8%. Dat is 24 euro / 100 x 8 = 1,92 euro. Werkwijze:Doordat medewerkers op de fiets naar het werk gaan zullen de werknemers gezonder worden omdat ze meer beweging hebben. Doordat ze gezonder worden is de kans op ziekteverzuim lager. De medewerkers worden dus minder snel ziek en kunnen daardoor meer werken.Daarnaast is de fiets een vervoermiddel dat zorgt voor minder CO2-uitstoot, en neemt door meer gebruik van de fiets de verkeersdrukte van auto’s af. Hierdoor is er dus minder file en daardoor minder luchtvervuiling.Nu hebben we het antwoord gewonden. Antwoord: Fietsen naar werk heeft positieve externe effecten. Bijvoorbeeld dat de medewerkers gezonder zijn, wat kan leiden tot minder ziekteverzuim en lagere zorgkosten. Een ander voorbeeld van een positief extern effect is dat het gebruik van de fiets de CO2-uitstoot vermindert en helpt het om verkeersdrukte te verlagen, wat gunstig is voor de hele maatschappij. Werkwijze:Als we willen weten wat een reden kan zijn waarom mensen niet overstappen op duurzame energie dan moeten we eerst uitleggen wat we hiermee bedoelenDuurzame energie is energie die is opgewekt waarbij minder milieuvervuiling plaatsvindt. Denk bijvoorbeeld aan het zelf opwekken van energie door middel van zonnepanelen.Deze zonnepanelen moet iemand echter wel eerst zelf aanschaffen.Soms hebben mensen hiervoor niet genoeg spaargeld of willen ze er niet voor lenen.Soms hebben mensen niet genoeg informatie of kennis over de mogelijkheden waardoor ze besluiten niet over te stappen.Of mensen hebben geen idee van de mogelijkheden met subsidies die ze kunnen krijgen zodat het financieel aantrekkelijker is.En het kan ook voorkomen dat mensen twijfelen aan de voordelen en of de investering wel genoeg besparing oplevert.Nu hebben we enkele voorbeelden bedacht die een reden kunnen zijn.(Soms krijg je op toetsen ook vragen waarbij je zelf creatief moet zijn. Betrek de vraag dan altijd op jezelf en vraag je af waarom je zoiets wel of niet zou doen. Neem in je overweging dan altijd de financiële gevolgen en de informatie mee. )Antwoord:  Een reden waarom mensen niet overstappen op duurzame energie, ondanks de voordelen, is dat de kosten van de overstap vaak hoog zijn. Dit kan afschrikken, vooral voor mensen met een laag inkomen of weinig spaargeld. Andere mogelijke redenen zijn: onzekerheid over besparingen, of een gebrek aan informatie. Werkwijze:Als we willen berekenen dat de procentuele stijging groter is dan de stijging in procentpunten, moeten we eerst beide manieren van berekenen duidelijk hebben.Als je wilt weten wat een stijging of daling in procentpunten is, dan mag je de percentages gewoon van elkaar af halen.Dus in dit geval is dit 34% - 29% = 5%. De procentuele stijging is iets lastiger.Stap 1: Dan gaan we eerst kijken wat de verandering is.Stap 2: Daarna gaan we  deze verandering delen door de oude situatieStap 3: deze uitkomst vermenigvuldigen we met 100  zodat we er een percentage van maken.In dit geval is dit dus;Stap 1: 34 – 29 = 5% stijgingStap 2: 5 / 29 =  0,172413793Stap 3: 0,172413793 x 100 = 17,24%En dan hebben we het antwoord. Antwoord: De procentuele stijging is (34-29)/29 x 100 = 17,25%. De stijging in procentpunten is 34 – 29 = 5%. Hier zie je dat de stijging in procenten dus hoger is dan de stijging in procentpunten.