Toets Economie

Economie Integraal 2e ed deel 1+2 - Hoofdstuk 15 - Werk en werkloosheid oefentoetsen & antwoorden

2e editie

Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: 

  • Beroepsbevolking

  • Werkgelegenheid

  • Deeltijd en flexwerk

  • Werkloze beroepsbevolking

  • Nadelen en economische gevolgen van werkloosheid

  • Structurele en conjuncturele werkloosheid 

  • Overheidsingrijpen bij werkloosheid

  • Invloed van rentetarieven op werkloosheid

  • Krappe en ruime arbeidsmarkt

  • Overheidsingrijpen op een gespannen arbeidsmarkt


Examendomein H + I 

Economie Integraal 2e ed deel 1+2
Toets Economie
Economie Integraal 2e ed deel 1+2
Online maken
Toets afdrukken
De beroepsbevolking bestaat uit alle werknemers en zelfstandigen tussen de 15 en 75 jaar oud die minimaal één uur per week kunnen en willen werken. De werkgelegenheid bestaat uit de werkzame beroepsbevolking, oftewel het deel van de beroepsbevolking dat ook daadwerkelijk betaald werk heeft voor minimaal één uur per week.  Inactieven zijn mensen tussen de 15 en 75 jaar oud, die niet actief op zoek zijn naar werk. Een deel van de inactieven ontvangt een uitkering, maar dat hoeft niet per se. Zo vallen studenten (zonder bijbaan) en thuisblijvende ouders ook onder inactieven, terwijl die geen uitkering ontvangen. Het niet-werkzame deel van de beroepsbevolking noemen we de werklozen. Dit zijn mensen tussen de 15 en 75 jaar oud, die wel actief op zoek zijn naar werk.  D C F E  B G A  Niet alle werknemers in Nederland werken fulltime, maar werken in deeltijd. Werken in deeltijd betekent dat je minder dan 38-40 uur per week werkt.Zo kan één fulltime baan van 40 uur worden ingevuld door twee deeltijdwerkers, die beiden 20 uur per week werken. Daarnaast kan het ook zijn dat een werknemer meerdere banen heeft en misschien zelfs meer dan fulltime werkt.  Flexwerk betekent dat je als werknemer niet een vast aantal uren per week werkt. Voordeel voor de werkgever is dat hij de flexwerker alleen hoeft te betalen, wanneer deze wordt ingezet. Zo kan de werkgever gebruik maken van flexwerkers op piekmomenten, zoals op koopavonden, weekenden of in vakantieperioden. Voordeel voor flexwerkers is dat zij afwisselend kunnen werken op diverse werkplekken. Ook hebben zij zo sneller toegang tot bepaalde bedrijven, die anders geen vaste medewerkers zouden willen aannemen. Verlaging van de rente als oplossing voor structurele werkloosheid:Doordat de rente wordt verlaagd wordt het voor bedrijven goedkoper om geld te lenen. Bedrijven gaan met dit geleende geld meer investeren. Hierdoor stijgt de productie(capaciteit) en de werkgelegenheid.De (structurele) werkloosheid daalt. Verlaging van de rente als oplossing voor conjuncturele werkloosheid:Door een verlaging van de rente gaan consumenten meer lenen en minder sparen. De bestedingen stijgen / de effectieve vraag stijgt. Productie bij bedrijven gaat stijgen.De (conjuncturele) werkloosheid daalt. Eindantwoord a)Overheidsbestedingen stijgen 🡪 effectieve vraag stijgt 🡪 productie stijgt 🡪 werkloosheid daaltBenoem altijd productie in je antwoord!Eindantwoord b)Loonbelasting verlagen 🡪 netto-inkomens stijgen 🡪 bestedingen stijgen 🡪 productie stijgt 🡪 conjuncturele werkloosheid daalt. Winstbelasting verlagen 🡪 bedrijven maken meer winst 🡪 investeringen stijgen 🡪 productiecapaciteit stijgt 🡪 kwantitatieve structurele werkloosheid daalt. btw verlagen 🡪 producten worden goedkoper 🡪 bestedingen stijgen 🡪 productie stijgt 🡪 conjuncturele werkloosheid daalt.Uitkeringen verhogen 🡪 bestedingen stijgen 🡪 productie stijgt 🡪 conjuncturele werkloosheid daalt. Loonkostensubsidies verstrekken 🡪 loonkosten voor bedrijven dalen 🡪 bedrijven maken meer winst 🡪 investeringen stijgen 🡪 productiecapaciteit stijgt 🡪 kwantitatieve structurele werkloosheid daalt. Importheffingen verhogen 🡪 buitenlandse producten worden duurder in Nederland 🡪 effectieve vraag naar Nederlandse producten stijgt 🡪 productie in Nederland stijgt 🡪 conjuncturele werkloosheid daalt. Subsidies voor opleidingen en cursussen verstrekken 🡪 meer mensen gaan studeren / omscholen 🡪 betere match tussen eisen werkgevers en vaardigheden werknemers 🡪 kwalitatieve werkloosheid daalt.Maak waar mogelijk de koppeling met productie of productiecapaciteit! Eindantwoord a)We spreken van een krappe of gespannen arbeidsmarkt wanneer de vraag van werkgevers naar arbeid groter is dan het aanbod van arbeidskrachten. Er is dan een tekort aan arbeidskrachten. Werkgevers kunnen moeilijk werknemers vinden. Eindantwoord b)Een krappe arbeidsmarkt biedt op korte termijn vooral voordelen voor werknemers. Zij hebben door het tekort een sterkere onderhandelingspositie ten opzichte van werkgevers. Werknemers kunnen hogere salarissen uitonderhandelen. Werknemers kunnen sneller een vast contract krijgen. Door de hogere loonkosten gaan bedrijven meer investeren in automatisering en robotisering, waardoor effectievere productieprocessen kunnen ontstaan. Hierdoor kan de werkgelegenheid dalen.Eindantwoord c)Een krappe arbeidsmarkt biedt op korte termijn vooral nadelen voor werkgevers:Door hogere looneisen dalen de winsten. Het wordt moeilijker om goed personeel te vinden. Door de hogere looneisen van nieuw personeel, ontstaan er verschillen tussen nieuwe en bestaande werknemers, wat tot ontevredenheid leidt. Hierdoor kunnen goede, bestaande werknemers het bedrijf verlaten, op zoek naar een beter betaalde baan ergens anders. Doordat de stijgende loonkosten stijgen ook de verkoopprijzen van producten (inflatie). Door de stijgende verkoopprijzen van Nederlandse producten, daalt de internationale concurrentiepositie van bedrijven 🡪 export daalt 🡪 productie daalt 🡪 werkloosheid stijgt. Eindantwoord d)Overheidsmaatregelen bij een krappe arbeidsmarkt zullen er altijd op gericht zijn om de beroepsbevolking te laten stijgen, dus mensen tussen de 15 en 75 stimuleren om te gaan werken. Echter zijn maatregelen die voordelig zijn voor werknemers (zoals een hoger minimumloon) nadelig voor werkgevers. Op lange termijn kan dit weer tot problemen op de arbeidsmarkt leiden.Daarnaast hebben maatregelen vanuit de overheid vaak een blijvend karakter. Wetten en regels kunnen niet zomaar teruggedraaid worden wanneer de krapte op de arbeidsmarkt voorbij is. Een mogelijkheid zou zijn om de uitkeringen te verlagen. Maar dit zal politiek gezien geen populaire maatregel zijn. Bovendien leidt dit tot denivellering.    Eindantwoord a)bij (1) aanbodzijde bij (2) verborgen werkloosheid bij (3) beroepsbevolkingEindantwoord b)Het deelnamepercentage van vrouwen is toegenomen. Van 52% naar 54%De omvang van de vrouwelijke beroepsgeschikte bevolking is toegenomen.Van 5,26 miljoen naar 5,33 miljoen De vrouwelijke beroepsbevolking is dus groter geworden.Van 52% van 5,26 miljoen = 2.735.200Naar 54% van 5,33 miljoen = 2.878.200Eindantwoord c)Werkloosheidspercentage mannen in 200177.000 / 77% van 5,47 miljoen x 100 = 1,83%Werkloosheidspercentage vrouwen in 200169.000 / 54% van 5,33 miljoen x 100 = 2,40%  Eindantwoord a)bij een belastbaar inkomen van € 40.000 hoort een belastingtarief van 36,93%. Dus de berekende belasting: = 0,3693 x € 40.000 = € 14.772 Te betalen belasting = berekende belasting - heffingskortingen =  € 14.772 – € 1.406 – € 2.857 = € 10.509 De gemiddelde belastingdruk = €10.509 / €40.000 x 100% = 26,3% Dit is lager dan 27,9%, dus de gemiddelde belastingdruk is gedaaldEindantwoord b)Mogelijk antwoord 1)Het gemiddelde besteedbaar inkomen neemt toe de vraag naar producten stijgt, de productie stijgt de vraag naar arbeid kan stijgen Mogelijk antwoord 2)Het gemiddelde besteedbaar inkomen neemt toe, waardoor er lagere looneisen gesteld worden (ten behoeve van koopkrachtstijging) waardoor de concurrentiepositie verbetert / (of)waardoor verkoopprijzen kunnen dalen de vraag stijgt productie stijgt daardoor kan de vraag naar arbeid kan stijgenEindantwoord c)Mogelijk antwoord 1)Meer mensen (die eerder niet op zoek waren, en nu aangetrokken worden door de hogere netto beloning) zullen zich aanbieden op de arbeidsmarkt.dit extra aanbod van arbeid vermindert het effect van de daling van het aantal werklozen. dit betekent dat de daling van de werkloosheid minder sterk is dan de stijging van de werkgelegenheid.Mogelijk antwoord 2)Werknemers die in deeltijd werken (die niet op zoek waren naar extra arbeidsuren, en nu aangetrokken worden door de hogere netto beloning) zullen zich voor extra arbeidsuren aanbieden op de arbeidsmarkt.Dit extra aanbod van arbeid vermindert het effect van de daling van het aantal werklozen. Dit betekent dat de daling van de werkloosheid minder sterk is dan de stijging van de werkgelegenheid. Mogelijk antwoord 3)Mensen die werkloos zijn kunnen een andere opleiding / andere kwaliteiten hebben dan de gevraagde arbeid (er is sprake van kwalitatieve werkloosheid) waardoor de toegenomen werkgelegenheid maar ten dele vervuld kan worden door mensen die werkloos zijn. en de daling van de werkloosheid dus minder sterk is dan de stijging van de werkgelegenheid.

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers
10

Zeer goed lesmateriaal en topservice

Het les materiaal is door de docenten van mijn zoon beoordeeld als zeer goed. Voorts heb ik een uitstekende service gehad naar aanleiding van een fout die ik zelf maakte bij het verlengen van een abonnement.

Robert

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in