Zugspitze 2 LRN-line - Hoofdstuk Schritt 6-10 - Partnachklamm oefentoetsen & antwoorden

vertrekkengeliefd, populairhet vaderlandde buurvrouwbij het meerde uitnodigingde kroegde Zwitsersde krantwandelen die Bäumedie Feriendie Leutedie Sehenswürdigkeittolldie Deutscheins Kino gehender Regenschrecklichsich treffenTip: Denk eraan dat je de zelfstandige naamwoorden met een hoofdletter schrijft. Maak de umlaut op een letter duidelijk, die 2 kleine puntjes maken een woord juist goed of fout. Vergeet het meervoud niet mee te leren! (FE)esttentenDan zet je bij du geen -st, maar alleen een -t achter de stam.Dan komt er eerst een -e na de d of de t (als die er nog niet is) en dan krijg je dus -est en -et als uitgang.Dan komt er eerst een -e na de n (als die er nog niet is) en dan krijg je dus -est en -et als uitgang.Je haalt -en van het werkwoord af Gefällt Ihnen Maastricht?Lakritze schmecken besonders gut.Die Niederländer mag ich sehr.Das hat (wirklich) Spaß gemacht.Fahren wir in den Wald.Hast du den Nebel nicht gesehen?Fahren wie in die Berge?Es ist noch ziemlich bewölkt.Tip: Denk eraan dat je de zelfstandige naamwoorden met een hoofdletter schrijft. Maak de umlaut op een letter duidelijk, die 2 kleine puntjes maken een woord juist goed of fout. die Hauptstadt (Amsterdam is de ... van Nederland)Stadtplan (op een ... kun je zien waar je heen moet)Westen (als je in Nederland bent, ligt Duitsland in het ...)früh (niet laat, maar...)neblig (als de wolken laag hangen, is het ...)die Sonne (als het lekker warm is, dan schijnt meestal ...)Tip: Denk eraan dat je de zelfstandige naamwoorden met een hoofdletter schrijft. Maak de umlaut op een letter duidelijk, die 2 kleine puntjes maken een woord juist goed of fout. stet (de stam eindigt op een t, dus eerst een e)enet (de stam eindigt op een s klank, dus alleen een t)et (de stam eindigt op een d, dus eerst een e)enet (de stam eindigt op een n, dus eerst een e) spielesitztredetredenmachtdenkstmöchtetanzt (niet tanzen, het gaat over Jonah)findetfindeöffnetreisenbleibentanztLeertip: Zorg dat je het ezelsbruggetje van esttenten perfect kan toepassen. Je hebt dit altijd nodig! Let op de persoonlijke voornaamwoorden in een zin. Staat dit er niet, kijk dan of het enkelvoud of meervoud is. Hiervoor kijk je dan bij de juiste sie-vorm.  Haben Sie die Nordseeküste schon besucht?Die Natur ist überall wunderschön.Was mögen Sie am meisten an Amsterdam? Die Sonne scheint, kommst du mit?Es schneit, ich freue mich auf eine Wanderung.Es regnet, wir bleiben zu Hause,Leertip: Maak het jezelf niet te moeilijk bij zulke opdrachten. Maak eenvoudige zinnen met woorden die je kent, als je iets niet weet, probeer het dan anders te zeggen. Vergeet de hoofdletters niet bij zelfstandige naamwoorden. Als je iets moet kiezen, kies dan iets dat je zeker weet en goed kan schrijven.