7.4 Drie revoluties: Frankrijk, Amerika, Nederland,
7.5 Slavernij in (multi)perspectief: een bewogen verleden.
Toets Geschiedenis
Tijd voor Geschiedenis
Online maken
Toets afdrukken
Verklaring uit 1789 waarin grondrechten inzake vrijheid en gelijkheid werden vastgelegd.Beweging voor afschaffing slavenhandel en slavernijDenkstroming met als hoogtepunt de 18e eeuw, waarin het gebruik van het verstand centraal staat.Opvatting dat God wel de schepper van het universum is, maar daarin niet ingrijpt.De hoogste macht ligt bij het volk.Inrichting van de maatschappij in Europa voor ca. 1800 met als kenmerken standenmaatschappij en absolutisme.Aanhangers van de stadhouder in de 18e eeuw in Nederland.Vervoer van tot slaafgemaakte Afrikanen over de Atlantische Oceaan naar Amerika. Werkwijze:Bij een chronologie-vraag is het handig om eerst alle jaartallen te noteren die je al weet. Dit zorgt voor orde in je hoofd en misschien kun je een moeilijke gebeurtenis vervolgens tussen twee al bekende jaartallen plaatsen.Merk je dat je moeite hebt met het beantwoorden van chronologie-vragen op je toetsen? Maak nadat je de stof hebt geleerd een tijdbalk en noteer daarop de belangrijkste gebeurtenissen die je hebt geleerd.Antwoord: De juiste chronologische volgorde is: C - E - A - D - F - BC. De Encyclopédie van Diderot en d'Alembert wordt gepubliceerd (1751-1772).E. De Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring wordt ondertekend (1776).A. De oprichting van Felix Libertate, een genootschap van Patriotten (1784).D. De Franse Revolutie breekt uit (1789).F. De Staten van Holland zetten stadhouder Willem V af (1795).B. De Acte van Verlatinghe wordt vervangen door de Staatsregeling van 1798 (1798). Werkwijze:Deze vraag vraagt je om de politieke situatie in Frankrijk in de 18e eeuw te vergelijken met die in de Republiek en Engeland. Je moet laten zien dat Voltaire kritiek levert op het Franse politieke systeem.Begrijp de context:Voltaire leefde in de 18e eeuw en was een belangrijk figuur binnen de Verlichting.In Frankrijk was er een standenmaatschappij waarin de adel en de geestelijkheid veel macht hadden, terwijl de burgers weinig invloed hadden op het bestuur.In Engeland en de Republiek was er al een politiek systeem waarin burgers (gedeeltelijk) inspraak hadden.Analyseer de uitspraak van Voltaire: Hij stelt dat als Engeland en de Republiek alleen door adel en geestelijkheid werden bestuurd, ze niet zo machtig waren geweest.Kern van een juist antwoord is: In Frankrijk hadden burgers geen inspraak in het bestuur / heerste Lodewijk XIV als absoluut vorst, terwijl volgens Voltaire een land sterker werd als burgers inspraak hadden in het bestuur (zoals in Engeland en de Republiek het geval was). Werkwijze:Begrijp de historische contextIn 1792-1793 is Frankrijk een radicale republiek geworden. De koning is onthoofd en revolutionairen willen afrekenen met het oude systeem (ancien régime), inclusief religie en monarchie.In 1804 wordt Napoleon keizer en in 1806 voert hij de christelijke jaartelling weer in. Hij wil stabiliteit en brede steun.Denk na over de symbolische betekenis van een jaartellingEen kalender is meer dan alleen tijd meten – het laat ook zien wat een samenleving belangrijk vindt (religie, revolutie, leiderschap).Door een nieuwe jaartelling in te voeren, laat een regering zien dat ... ?Door de oude jaartelling terug te brengen, zegt de leidende macht juist….. ?Voorbeeld van een juist antwoord is: In 1792 werd de republiek ingevoerd, wat door de radicalen gezien werd als het begin van een nieuw tijdperk. Daarom werd het jaar 1792 gekozen als jaar 1 van de nieuwe kalender. Napoleon keerde in 1806 terug naar de christelijke jaartelling om daarmee duidelijk te maken dat - er een breuk had plaatsgevonden met het revolutionaire verleden OF- het keizerrijk teruggreep op de prerevolutionaire situatie. Werkwijze:Deze vraag vraagt je om een besluit van het Nederlandse bewind in 1796 te koppelen aan ideeën uit de Verlichting én aan de idealen van revolutionairen in de 18e eeuw.Begrijp de historische context:In 1795 kwam in Nederland een nieuwe politieke beweging aan de macht: de patriotten riepen met steun van Frankrijk de Bataafse Republiek uit.Zij wilden het oude systeem (de invloed van adel, kerk en stadhouder) vervangen door een samenleving gebaseerd op vrijheid, gelijkheid en burgers als basis van het bestuur.Denk na over de ideeën van de Verlichting:Wat was ook alweer de visie op geloof/de rol van de kerk van verlichte denkers?Vraag jezelf af: waarom past het besluit om géén heersende kerk meer toe te staan bij die ideeën?Koppel dit aan de revolutionaire idealen: Wat werd er tijdens de Franse en Bataafse revoluties ook alweer veranderd aan de positie van de kerk. Hoe past de bovengenoemde beslissing binnen hun ideeën over de rol van de kerk?Een goed antwoord bevat de essentie van de volgende antwoorden:Kenmerkend voor de Verlichting, omdat: De Verlichting draaide om rede, vrijheid en gelijkheid. Veel denkers vonden dat de mens zelf moest kunnen denken en geloven, zonder opgelegde autoriteit van kerk of staat.Het besluit uit 1796 maakt een einde aan de dominante positie van één kerk (voorheen de Nederduitse Gereformeerde Kerk). Het erkent dat alle geloven gelijkwaardig zijn en dat er vrijheid van religie moet zijn.Dit sluit aan bij het verlichtingsidee van vrijheid van denken en godsdienstvrijheid, zoals bepleit door denkers als Voltaire.Kenmerkend voor de revolutionaire idealen uit de 18e eeuw, omdat: De Franse Revolutie (en de Bataafse Revolutie in Nederland) bracht idealen van vrijheid, gelijkheid en broederschap met zich mee. Het ancien régime, waarin kerk en staat nauw verbonden waren, werd verworpen.Door in 1796 te besluiten dat er geen heersende kerk meer is, verbreekt Nederland de band tussen kerk en staat.Dit past bij het revolutionaire streven naar gelijke rechten voor alle burgers, ongeacht hun geloof. Het afschaffen van religieuze voorrechten hoort bij het breken met het oude systeem van ongelijkheid. Werkwijze:Deze vraag vraagt je om een verandering in houding van Catharina de Grote tegenover Voltaire te verklaren, op basis van gebeurtenissen in 1781 en 1792.Je moet de historische context begrijpen én nadenken over hoe ideeën van de Verlichting in de praktijk soms op weerstand stuiten.Begrijp de historische context:Catharina de Grote regeerde Rusland als een absolute vorstin, maar stond in de 18e eeuw bekend als een 'verlichte vorst'.In 1781 liet ze een beeld van Voltaire plaatsen: ze zag zichzelf toen als iemand die openstond voor verlichte ideeën.In 1792 verwijderde ze dat beeld: haar houding tegenover Voltaire en zijn denkbeelden was dus veranderd.Vraag jezelf af: wat is er tussen die tijd gebeurd, waardoor haar kijk veranderd kan zijn?Antwoord: De bewondering van Catharina de Grote voor (het gedachtegoed van) Voltaire sloeg om in afwijzing omdat in 1792 de Franse Revolutie plaatsvond/de Franse monarchie gewelddadig werd afgeschaft (waaruit zij de conclusie trok dat de opvattingen van Voltaire gevaarlijk konden worden). Werkwijze:Deze vraag vraagt je om een vergelijking te maken tussen twee denkers uit de Verlichting: Montesquieu en Rousseau. Je moet uitleggen hoe Rousseau aansluit bij de Verlichting, maar ook hoe hij zich daarin onderscheidt.Begrijp eerst de rol van Montesquieu binnen de Verlichting:Montesquieu is vooral bekend van het idee van trias politica: de scheiding der machten in een staat (wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht).Hij vond dat macht gescheiden moest worden om misbruik te voorkomen.Lees de bron van Rousseau goed: Zoek zinnen waarin Rousseau iets zegt over het verdelen van de macht in de staat.Antwoord: Rousseau is beïnvloed door Montesquieu omdat hij ook pleit voor een scheiding tussen wetgevende en uitvoerende macht, zoals in de bron te lezen is. Net als Montesquieu vindt hij dat die machten gescheiden moeten blijven om machtsmisbruik te voorkomen.Toch verschilt Rousseau van andere verlichte denkers. Hij vindt dat alle burgers gelijk zijn en dat het volk zelf wetten moet kunnen maken. Waar Montesquieu vooral dacht aan macht voor koningen en parlementen, wil Rousseau meer invloed voor het volk zelf. Dat maakt hem bijzonder binnen de Verlichting. WerkwijzeBegrijp de historische context:In de 18e eeuw ontstond onder invloed van de Verlichting steeds meer kritiek op de slavernij.Abolitionisten gebruikten morele en filosofische argumenten om slavernij af te wijzen.Lees de bron aandachtig: Let op wat de bron laat zien over hoe slaven gevangen worden genomen.Denk terug aan de Verlichting:Welke idealen stonden bij de Verlichting centraal? Vraag jezelf af: Welk ideaal wordt hier duidelijk geschonden in de manier waarop deze man wordt behandeld?Antwoord:Het verlichte ideaal waar slavenhandel mee in strijd is, is vrijheid of gelijkheid van alle mensen. In de bron wordt beschreven hoe een Afrikaanse man met geweld en bedrog tot slaaf wordt gemaakt. Dit laat zien dat zijn vrijheid totaal wordt genegeerd, terwijl volgens verlichte denkers ieder mens vrij zou moeten zijn. Werkwijze:Begrijp de historische context:Deze vraag vraagt je om te kijken naar bedoelde en onbedoelde gevolgen van het verzamelen van de Cahiers des Doléances in 1789.Allereerst moet je je feitenkennis paraat hebben over wat de Cahiers inhouden, dit staat in de leerstof van paragraaf 4.Begrijp de bedoeling van het ancien régime: Waarom liet koning Lodewijk XVI de Franse bevolking deze cahiers opstellen, wat was zijn bedoeling.Lees de bron aandachtig: Let op de toon en inhoud van de bron. Wat zeggen de gewone mensen over de adel, het hof en de belastingen? Wat zegt dat over hun gevoelens en frustraties?Denk na over het onbedoelde gevolg: Wat zou er kunnen gebeuren als miljoenen Fransen op deze manier hun onvrede uiten? Voorbeeld van een juist antwoord is:Het door het ancien regime beoogde doel van de klaagbrieven is het kanaliseren van de onvrede / het melden van misstanden die besproken kunnen worden op een vergadering van de Staten-Generaal.Er ontstaat echter een revolutionaire situatie doordat het uitloopt op een felle aanklacht tegen de adel. Dit was een onbedoeld gevolg van het laten opstellen van de Cahiers des Doléances Werkwijze:Begrijp de historische context: De Grondwet van 1791 is een belangrijk product van de Franse Revolutie. Denk na over wat deze grondwet veranderde aan de macht van de koning, de positie van de adel en het bestuur van Frankrijk.Lees de bron aandachtig: Let goed op de klachten van de opstellers van het Cahier. Tegen wie zijn zij boos? Waar lijden ze onder? Wat willen ze duidelijk maken aan de koning?Koppel bron aan de Grondwet:Bedenk welke maatregelen in de Grondwet van 1791 deze klachten zouden kunnen wegnemen. Welke elementen uit die grondwet zouden de opstellers als positief kunnen ervaren?Voorbeeld van een juist antwoord is:Uit de bron blijkt dat de schrijvers veel kritiek hebben op de spilzucht van de adel / op de (meedogenloze) belastinginning voor de adel. Met de Grondwet van 1791 wordt een einde gemaakt aan deze adellijke voorrechten.OFUit de bron blijkt dat de opstellers de koning respecteren. Met de Grondwet van 1791 wordt Frankrijk een constitutionele monarchie / wordt de koning (nog) niet afgezet.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.