Seneca Maatschappijleer 5e ed
- Hoofdstuk 7 - Europese Unie
oefentoetsen & antwoorden
5e editie
Bovenbouw|Havo/vwo
Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, het Europees Parlement, de Europese Commissie, de Raad van de Europese Unie, supranationale organisatie, intergouvernementele organisatie, vrij verkeer van personen en goederen, soevereiniteitsdilemma, wetgevende macht, uitvoerende macht, rechtsprekende macht, Europees Hof van Justitie.
Toets Maatschappijleer
Seneca Maatschappijleer 5e ed
Online maken
Toets afdrukken
1992 (het Verdrag van Maastricht)1951 (het Verdrag van Parijs) Een aantal Europese landen wilden na de Tweede Wereldoorlog voorkomen dat er nog een keer oorlog zou komen in Europa. Ze dachten daarom dat het verstandig zou zijn om meer samen te werken en om meer afhankelijk te worden van elkaar. Daarom hebben deze landen besloten om hun staalindustrie samen te voegen, de nieuwe organisatie (EGKS) werd verantwoordelijk voor de staalproductie. Geen enkel land kon dus meer individueel staal produceren en zonder medeweten van de andere landen bijvoorbeeld wapens maken en een oorlog plannen. Nederland, België, Duitsland, Frankrijk, Italië en Luxemburg. Voorbeelden van een land dat voorstander is:- Oekraïne wil lid worden van de Europese Unie om zo samen te kunnen werken met andere EU-landen- In Kroatië betaal je sinds 1 januari 2023 met de euro, dit land is recentelijk toegetreden tot de Eurozone. Dit is een voorbeeld van méér samenwerking binnen de EU. Voorbeelden van een land dat een tegenstander is:- Rusland wilde niet dat Oekraïne lid zou worden van de Europese Unie, Rusland wil namelijk dat Oekraïne voornamelijk samenwerkt met Rusland.- Een meerderheid van de kiezers in het Verenigd Koninkrijk (VK) heeft voor het verlaten van het VK van de Europese Unie gestemd, dit heet de Brexit. Het Europees Parlement. Reden: stemgerechtigde inwoners van de Europese Unie mogen één keer in de vijf jaar stemmen voor de partijen en leden van het Europees Parlement. - De landen van de EGKS spraken af dat de grenzen tussen die landen permanent waren geopend voor producten vanuit andere landen. Als Nederland dus bloemen wilde exporteren naar Italië of Duitsland, dan hoefde de Nederlandse bloementelers geen importheffing (belasting) te betalen bij de Duitse grens, en ook waren er geen grenscontroles voor goederen meer. - Deze afspraak zorgde ervoor dat bedrijven uit de EGKS-landen direct met elkaar gingen concurreren. De landen wilden wel dat deze concurrentie eerlijk zou verlopen. Daarom spraken ze regels af waaraan alle producten uit alle landen moesten voldoen. Die regels gingen o.a. over milieubescherming, goede arbeidsomstandigheden creëren, en minimum kwaliteitseisen voor producten. Toelichting:Een voorbeeld: alle auto’s die geproduceerd worden binnen de EU moeten aan dezelfde minimum veiligheidseisen voldoen. Het is daarom bijvoorbeeld voor producenten uit Duitsland niet mogelijk om auto’s veel goedkoper aan te bieden dan auto’s van producenten uit Italië door te bezuinigen op bepaalde veiligheidsmaatregelen. Binnen een intergouvernementele organisatie maken landen onderling afspraken met elkaar, maar ze hoeven niet in te stemmen met bepaalde afspraken/wetten als ze dat niet willen. Bij een supranationale organisatie is dat anders, er zijn bevoegdheden overgedragen aan de supranationale organisatie, de lidstaten mogen daar niet meer individueel over beslissen. Dit is het geval bij de Europese Unie. Het kan namelijk zo zijn dat een lidstaat zich aan een nieuwe wet moet houden, zelfs als die lidstaat het niet met die wet eens is, maar de meerderheid van de andere lidstaten wél voorstander is van de wet. Tip! Leg eerst beide begrippen uit en leg daarna uit waarom de EU een supranationale organisatie is. Personen kunnen vrij reizen (zonder hun paspoort te laten zien) binnen de Europese Unie (dit is afgesproken in de Verdragen van Schengen). Er zijn (meestal) geen grenscontroles tussen EU-lidstaten. Dit betekent dat als mensen over land (te voet, met de auto of bus) of over zee (met een boot) naar de EU willen vluchten, dat ze de toestemming om binnen te komen moeten aanvragen bij het land waar ze als eerste aankomen. Dat is altijd een land aan de buitengrens van de Europese Unie (bijvoorbeeld Griekenland, Italië of Spanje). Als er geen gezamenlijk vluchtelingenbeleid zou zijn, dan zou het betekenen dat die landen alle kosten moeten dragen voor grenscontroles en voor de (eerste) opvang van de vluchtelingen die in de EU binnenkomen. Dat zou een oneerlijk bijeffect zijn van het vrij verkeer van personen en de gemeenschappelijke buitengrenzen van de EU. Daarom zijn er regels afgesproken om vluchtelingen gespreid over de EU op te nemen, zodat alle EU-landen delen in die verantwoordelijkheid (de verplichting om vluchtelingen die gevaar lopen te helpen staat in de internationale Vluchtelingenverdragen van Genève). Ook dragen andere EU-landen bij aan de extra kosten voor grensbewaking en opvang van vluchtelingen die de landen aan de buitengrenzen maken. (De regels rondom migratie en toegang in de EU zijn overigens erg streng, het is heel moeilijk en gevaarlijk om binnen te komen, daarom wordt de EU ook wel ‘fort Europa’ genoemd) Soevereiniteit betekent dat (de regering van) een land helemaal zelf mag beslissen welke wetten er gelden binnen dat land: de regering is de hoogste autoriteit. Maar… Als er vanuit de Europese Unie nieuwe wetten over afval worden vastgesteld, dan kunnen EU-lidstaten zoals Nederland niet meer zelf beslissen over dit onderwerp: ze moeten zich vanaf dan namelijk houden aan de gezamenlijke regels die binnen de EU (voor alle lidstaten) gelden. Over het onderwerp afvalverwerking hebben Nederland en andere EU-lidstaten dan niet meer de volledige soevereiniteit. - Voordeel: Een voordeel voor het in EU-verband stellen van wetten over afvalverwerking is dat alle producenten en consumenten zich in de hele EU aan dezelfde regels moeten houden. Het is dus niet mogelijk dat één producent in één land bezuinigt door afval niet te recyclen, en dat een andere producent uit een ander land hoge kosten maakt voor recycling: iedereen is namelijk verbonden aan dezelfde Europese regels. Dit zal je dan ook terugzien in de prijzen van die producten: die zullen minder erg van elkaar verschillen dan als de regels er niet zouden zijn.- Nadeel: Ondanks dat het voordelen heeft om samen met alle EU-landen afspraken/wetten te maken over een bepaald onderwerp, heeft het ook nadelen: individuele landen kunnen niet meer zelfstandig beslissen over het afvalbeleid. Het maken van een keuze tussen wel/niet samenwerken (en dus minder/meer soevereiniteit voor een individueel land) noemen we ook wel het soevereiniteitsdilemma. De Raad van de Europese Unie (“de Raad”, daarin zitten de ministers van de verschillende EU-landen) en het Europees Parlement moeten gezamenlijk een wetsvoorstel aannemen. Zij vormen dus samen de wetgevende macht van de Europese Unie. Extra informatie:Soms wordt gezegd dat ook de Europese Raad (de regeringsleiders van de EU-landen) onderdeel zijn van de wetgevende macht, dit is niet waar: zij zijn een politiek orgaan dat wél de wetgevingsagenda van de EU vaststelt, maar zij nemen niet het uiteindelijke besluit, dat doet de Raad van de Europese Unie (de ministers van alle EU-landen die over het specifieke onderwerp van de wetgeving in kwestie gaan). Overigens moet je deze termen weer niet verwarren met een derde term: de Raad van Europa. Dat is een mensenrechtenorganisatie die niet bij de EU hoort.De Europese Commissie is de uitvoerende macht: zij moeten de wetten van de Europese Unie implementeren en handhaven. Overigens zijn ook de lidstaten (zoals Nederland) de uitvoerende macht: zij moeten er ook voor zorgen dat de EU-wetten binnen hun grondgebied worden geïmplementeerd en gehandhaafd. Daarnaast heeft Europese Commissie óók de taak om het initiatief te nemen voor het maken van wetgeving. Het is het enige orgaan dat dat mag doen. Nee, Polen moet zich aan de uitspraak van het Europees Hof van Justitie houden. De Europese Unie is een supranationale organisatie, dat betekent dat de lidstaten (waaronder Polen) sommige bevoegdheden aan de Europese Unie hebben overgedragen. Natuurbescherming/milieu is één van die bevoegdheden. Polen moet zich dus houden aan de Europese natuurbeschermingsregels en de Europese rechterlijke uitspraken op basis van die regels, en kan geen eigen/nationale Poolse wetgeving maken die die regels overrulen. Polen heeft immers geen soevereiniteit meer op het gebied van natuurbescherming. Toelichting: Het Europees Hof van Justitie is de hoogste rechtsprekende macht van de Europese Unie, maar de nationale rechtbanken van de lidstaten, zoals Nederland, mogen ook uitspraken doen over Europees recht: zij vormen de lagere rechtsprekende macht.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.