Tijd voor Geschiedenis
- Hoofdstuk 10 - Tijd van televisie en computer
oefentoetsen & antwoorden
1e editie
Klas 4-5-6|Vwo
Examenonderwerp: Tijd van televisie en computers 1950-nu
Omschrijving:
Deze oefentoets behandelt onder andere de volgende onderwerpen:
10.1 Overzicht: de tijd van televisie en computer
10.2 Dekolonisatie en een nieuwe staat: Indonesië
10.3 Koude Oorlog en een nieuwe tijd, 1945-1991
10.4 Europa: eenheid en verscheidenheid
10.5 Nederland: welvaart, welzijn en wrevel
10.6 Multicultureel Nederland, ontwikkelingen en visies
Toets Geschiedenis
Tijd voor Geschiedenis
Online maken
Toets afdrukken
Beroepsleger bestaand uit Nederlandse en Indische soldaten dat in de koloniale tijd de militaire taken in Indonesië vervulde; afkorting van Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger.Bestuursvorm waarbij de volksvertegenwoordiging de wetgevende macht heeft.Maatschappij met veel vrijheid voor de pers, media, kunsten, onderwijs en politiek.Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, een samenwerking tussen zes West-Europese landen op het gebied van de industrie, opgericht in 1951.Ontstaan van nieuwe maatschappelijke groepen met eigen waarden en normen.Regering die steunt op de samenwerking van katholieke (rooms) en sociaaldemocratische partijen (rood). Maatschappij met meerdere en verschillende (bevolkings)groepen. Met een pluriforme samenleving wordt vaak een multiculturele samenleving aangeduid. Verovering van de door een Nederlandse legereenheid beschermde enclave Srebrenica door (Bosnisch-)Servische troepen waarbij ruim achtduizend Bosnische moslims werden omgebracht, 1995.Toelichting:Het KNIL werd ingezet om verzet en opstanden te onderdrukken. Veel Indische soldaten kwamen van de (Zuid-)Molukken. Na de onafhankelijkheid van Indonesië werden zij en hun gezinnen naar Nederland overgebracht.Nederland is een parlementaire democratie: de gekozen volksvertegenwoordiging (Eerste en Tweede Kamer) heeft de wetgevende macht en controleert de regering.Nederland is een open samenleving met een rechtsstaat, vrijheid van meningsuiting en bescherming voor de individuele burgers.De landen van die samenwerking, die de voorloper zal blijken te zijn van de Europese Unie, zijn: België, Nederland, Luxemburg, Frankrijk, Duitsland en Italië.In de jaren zestig ontstonden nieuwe groepen die voor zichzelf opkwamen (jongerencultuur, vrouwenemancipatie). Daarnaast vonden binnen bestaande groepen veranderingen plaats, want arbeiders en middenstanders veranderden door de stijgende welvaart, de ontkerkelijking en de toegang tot het hoger onderwijs. Werkwijze:Bij een chronologie-vraag is het handig om eerst alle jaartallen te noteren die je al weet. Dit zorgt voor orde in je hoofd en misschien kun je een moeilijke gebeurtenis vervolgens tussen twee al bekende jaartallen plaatsen.Merk je dat je moeite hebt met het beantwoorden van chronologie-vragen op je toetsen? Maak nadat je de stof hebt geleerd een tijdbalk en noteer daarop de belangrijkste gebeurtenissen die je hebt geleerd.Antwoord:De juiste chronologische volgorde is: G – A – D – B – E – F – H – CToelichting: G. De Indonesische nationalistische leider Soekarno roept de onafhankelijkheid uit, gevolgd door de Bersiap (1945)A. Nederland voert de politionele acties uit in Indonesië om het gezag te herstellen. (1947–1949)D. De Europese Economische Gemeenschap (EEG) wordt opgericht als begin van Europese samenwerking. (1957)B. De opbouw van de verzorgingsstaat komt in een stroomversnelling. (1950s–1960s)E. De oliecrisis zorgt voor een economische omslag in Nederland en de rest van Europa. (1973)F. In Nederland breekt discussie uit over de plaatsing van Amerikaanse kernwapens. (1981)H. Gorbatsjov voert glasnost en perestrojka in. (1985)De Berlijnse Muur valt; het einde van de Koude Oorlog is in zicht. (1989) Werkwijze:Begrijp de context:Deze vraag gaat over een situatie in Nederland in 1973. Het bericht over het rijgedrag is bedoeld om iets duidelijk te maken over de economische of maatschappelijke situatie in die tijd. Je moet nadenken waarom dit soort oproepen toen nodig waren en welk groter probleem daarachter zat.Wat moet je doen?Bij het eerste deel van de vraag is het belangrijk dat je je afvraagt waarom zuinig rijden ineens belangrijk werd gevonden. Wat was er in 1973 aan de hand waardoor de overheid zich met dit soort adviezen bezighield? Probeer je kennis van de jaren zeventig in Nederland erbij te halen.Bij het tweede deel van de vraag moet je de oorzaak benoemen van deze situatie. Die oorzaak is besproken in je lesboek, in paragraaf 10.5. Lees die paragraaf goed door: waar kwam die plotselinge zuinigheid vandaan?Antwoord: Uit het antwoord moet blijken dat met dit bericht een tekort aan brandstof moest worden voorkomen dat dreigde omdat in 1973 de oliecrisis plaatsvond / in 1973 de import van olie naar Nederland onder druk stond.De oorzaak hiervoor was een boycot aan Landen zoals Nederland, die Israël steunden in een in dat jaar uitgebroken oorlog tussen dat land en de Arabische buurlanden (Egypte, Syrië) Werkwijze:Begrijp de context: In deze vraag kijk je naar een voorstel van Kamerleden om iets in de grondwet op te nemen. De grondwet verandert men niet zomaar: er moet meestal een duidelijke aanleiding of reden zijn om een nieuwe bepaling toe te voegen. In dit geval gaat het over de Nederlandse taal en de rol van de overheid.Wat moet je doen?Denk na over wat het toevoegen van een bepaling over de Nederlandse taal in de grondwet zou kunnen betekenen: waarom zou dat belangrijk gevonden worden?Bedenk in welke bredere ontwikkelingen dit voorstel gedaan kan zijn. Wat speelde er rond 1995 in de Nederlandse samenleving of politiek?Probeer te redeneren vanuit het perspectief van de indieners: waarom zouden zij dit een noodzakelijke toevoeging vinden?Voorbeeld van een juist antwoord is: De Kamerleden vonden dit artikel noodzakelijk om het gebruik van de Nederlandse taal in de samenleving zeker te stellen, omdat: door 'de ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen' Nederlands voor steeds meer inwoners niet de eerste taal was / naast Nederlands andere talen moesten worden ingezet om te communiceren met Nederlandse burgers.door groei van 'de eenwording van Europa' het gebruik van de Nederlandse taal onder druk kwam te staan (in de Europese samenwerking). Werkwijze:Begrijp de context:In deze vraag kijk je naar een toespraak van de Franse president Mitterrand, waarin hij zijn persoonlijke oorlogservaringen noemt. Zulke ervaringen worden niet zomaar gedeeld in een politieke context: ze dienen vaak om een groter punt te onderbouwen.Wat moet je doen?Denk na over wat het betekent dat Mitterrand krijgsgevangene was in de Tweede Wereldoorlog. Wat maakte hij mee? Hoe zou dat zijn visie op oorlog en vrede hebben beïnvloed?Bedenk wat het doel is van Europese eenwording. Welke problemen of conflicten uit het verleden probeert men hiermee te voorkomen?Probeer te redeneren vanuit het perspectief van Mitterrand: waarom zou iemand die een oorlog van zo dichtbij heeft meegemaakt voorstander zijn van Europese samenwerking?Gebruik je kennis uit §10.4 over de motieven achter Europese eenwording na de Tweede Wereldoorlog om het verband te leggen.Voorbeeld van een juist antwoord is: Oorlogservaringen (zoals Mitterands krijgsgevangenschap) waren een belangrijke drijfveer om te streven naar Europese eenwording, omdat hiermee oorlog kon worden voorkomen. Werkwijze:Werkwijze: Deze vraag vraagt je om een verschil in optreden van de VS bij twee gebeurtenissen in Berlijn te koppelen aan een continuïteit in de Amerikaanse buitenlandse politiek. Het gaat dus niet alleen om wat er gebeurde, maar om wat hetzelfde bleef in het Amerikaanse beleid.Begrijp de historische context:De Blokkade van Berlijn (1948-1949) en de bouw van de Berlijnse Muur (1961) zijn twee sleutelmomenten in de Koude Oorlog. In beide gevallen liep de spanning op tussen het communistische Oosten en het kapitalistische Westen. In §10.3 lees je hoe de VS reageerden op dreigingen van de Sovjet-Unie, en hoe ze hun invloed probeerden te behouden in Europa.Wat moet je doen?Noem het verschil in de manier waarop de VS reageerden op beide gebeurtenissen. Waarom grepen ze in het ene geval wel actief in, en in het andere niet?Bedenk vervolgens wat dit verschil zegt over wat juist gelijk bleef in het Amerikaanse beleid: wat was steeds het uitgangspunt of doel van de VS? En wat is het verschil in de bedoeling van de Sovjet-Unie?Antwoord: Uit het antwoord moet blijken dat de continuïteit is dat de Amerikaanse buitenlandse politiek bepaald werd door de containmentpolitiek (of een juiste omschrijving hiervan): de Amerikanen grepen in bij de Blokkade van Berlijn omdat de Sovjet-Unie haar macht probeerde uit te breiden en de VS wilde het westen beschermen tegen het communisme. de Amerikanen grepen niet in bij de bouw van de Muur omdat de bestaande situatie (het beschermen van het westen tegen communisme) werd vastgehouden. Werkwijze:Bij vraag 7 is het van belang om je in te leven in het motief dat twee landen hebben om een andere naam te geven aan hetzelfde conflict. Je moet dus historisch redeneren door je in beide partijen te verplaatsen. Wat betekent het als het conflict officieel een oorlog wordt genoemd of dit woord juist wordt vermeden.Verder is in dezelfde geest het jaar dat Indonesië onafhankelijk is geworden, relevant voor beide landen.Tip: (politioneel= politiezaak handhaven/de orde bewaken)Antwoord: Voorbeelden van juiste antwoorden zijn (één van de volgende): - Nederland probeerde Indonesië als kolonie te behouden door middel van een oorlog/inzet van soldaten. Door het koloniale oorlogen te noemen Indonesië steun kon krijgen van de Verenigde Staten/van de Verenigde Naties- De Nederlandse regering noemde het politionele acties omdat ze beweren dat het ging om het herstellen van orde en veiligheid in een gebied dat formeel nog tot Nederland behoorde. Hiermee hoopte zij dus ook internationale sancties te vermijden, omdat dit een tijd was waarin een oorlog internationaal erg veel verontwaardiging zou opleveren.Indonesië, na het uitroepen van de onafhankelijkheid, zag zichzelf als een onafhankelijk land (waardoor er geen sprake meer was van een binnenlands conflict, maar van een oorlog tussen twee onafhankelijke landen). Dit bevestigde hun claim van 1945.Als het officiële jaartal voor de onafhankelijkheid 1949 was, hoefde Nederland het niet te verantwoorden als een oorlog, maar simpelweg als orde op zaken stellen op eigen grondgebied. WerkwijzeBegrijp de context: In deze vraag denk je na over een historische vergelijking tussen een periode in de twintigste eeuw en een situatie van nu. Je onderzoekt of een term die in het verleden is ontstaan, ook van toepassing kan zijn op het heden.Wat moet je doen?Begin met het uitleggen van het centrale begrip in de vraag. Formuleer helder waar het voor staat en hoe het in de geschiedenis is gebruikt.Lees de bron zorgvuldig. Let op welke ontwikkelingen en verhoudingen er worden beschreven.Bepaal vervolgens of de situatie in de bron overeenkomt met de periode waar het begrip oorspronkelijk bij hoorde.Sluit af met je eigen standpunt: ben je het eens met de stelling? Licht je antwoord toe op basis van je kennis en eigen afwegingen.Antwoord:Voorbeeld van een juist antwoord is: De Koude Oorlog is een periode van vijandigheid tussen de VS en de Sovjet-Unie (1945–1991) zonder directe oorlog, gekenmerkt door dreiging, wapenwedloop en verdeeldheid in invloedssferen.De bron laat zien dat er langdurige spanningen zijn, dat grootmachten elkaar indirect bestrijden, dat er wordt gedreigd met kernwapens en dat landen zich opstellen in blokken. Dit lijkt op de situatie tijdens de Koude Oorlog.b. Bijvoorbeeld: Ja, ik ben het ermee eens, omdat er opnieuw sprake is van dreiging met kernwapens, wantrouwen en twee machtsblokken zoals toen. Nee, ik ben het er niet mee eens, omdat er nu geen wereldwijde ideologische strijd is zoals tussen kapitalisme en communisme. Werkwijze Deze vraag vraagt je om te onderzoeken hoe een historisch persoon, in dit geval Gromyko, een politieke gebeurtenis interpreteert op een manier die beïnvloed is door zijn achtergrond en positie.Begrijp de historische context: De Praagse Lente (1968) was een periode van politieke hervormingen in Tsjechoslowakije, die door de Sovjet-Unie als bedreigend werd gezien. Gromyko was destijds minister van Buitenlandse Zaken van de Sovjet-Unie, een invloedrijke positie binnen het communistische machtsapparaat.Wat moet je doen?Lees de bron met aandacht voor toon en woordkeuze: welke indruk van de Praagse Lente wordt hier gegeven?Onderzoek in hoeverre deze weergave beperkt of gekleurd is: welke elementen laat Gromyko weg of stelt hij op een bepaalde manier voor?Denk na over hoe zijn functie in 1968 invloed kan hebben gehad op deze interpretatie.Gebruik twee voorbeelden uit de bron om te onderbouwen dat zijn interpretatie eenzijdig is.Verbind deze eenzijdigheid met zijn positie in het bestuur van de Sovjet-Unie op dat moment.Voorbeeld van een juist antwoord is: Gromyko's weergave is eenzijdig, omdat hij (twee van de volgende): de Praagse Lente veroordeelt als een contrarevolutie;de noodzaak aangeeft dat in Tsjechoslowakije orde op zaken moet worden gesteld;Alexander Dubček beschrijft als iemand die niet weet waar hij mee bezig is; ingrijpen door het Warschaupact ziet als een daad van vriendschap / een waarborg voor de juiste socialistische koers.Dit kan worden verklaard omdat hij zich als minister van de Sovjet-Unie / als communistische functionaris bedreigd voelt door de veranderingen in de Tsjecho-Slowaakse Communistische Partij. Werkwijze:Deze vraag vraagt je om te onderzoeken of een fragment uit een bron past bij een politieke opvatting die bekendstaat als de Brezjnev-doctrine. Je moet daarvoor zowel het begrip uitleggen als analyseren of de bron daar een voorbeeld van is.Begrijp de historische context: In de Koude Oorlog ontwikkelden leiders van communistische staten politieke ideeën om hun optreden te verklaren of te rechtvaardigen. Sommige van deze ideeën werden later aangeduid met specifieke termen of ‘doctrines’.Wat moet je doen?Raadpleeg §10.3 van je lesboek om een duidelijke omschrijving te geven van wat de Brezjnev-doctrine inhoudt.Lees bron 2 zorgvuldig en let op hoe Gromyko spreekt over de situatie in Tsjechoslowakije en over de rol van de Sovjet-Unie.Vergelijk je omschrijving van de doctrine met wat Gromyko in de bron zegt.Onderzoek of zijn uitspraken overeenkomen met de inhoud van de doctrine.Kern van een juist antwoord is: De Brezjnev-doctrine houdt in dat er gewapend mag worden ingegrepen (door het Warschaupact) bij politieke veranderingen in Oost-Europa Gromyko zegt dat de Praagse Lente een gevaarlijke / negatieve / chaotische ontwikkeling is, die ingrijpen door de Sovjet-Unie / het Warschaupact noodzakelijk maakt. Dit blijkt uit de laatste zin: ‘Dit geschiedt in stevige vriendschap met de Sovjet-Unie en de overige socialistische landen, waarbij de strijd voor de vrede in zijn buitenlands beleid wordt voortgezet.’
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.