Memo MAX 5.1 deel A+B - Hoofdstuk 3 - Politieke revoluties oefentoetsen & antwoorden

Voorrecht dat door de koning was verleend aan een geestelijke of edelman.Een land waarin overal dezelfde wetten en regels gelden en waarin het centrale bestuur het belangrijkste bestuur is. Het verbod door de regering op het openbaar maken van bijvoorbeeld teksten, toneel- en muziekstukken.Een basisrecht van elke burger, bijvoorbeeld vrijheid van godsdienst en vrijheid van meningsuiting.Het door Napoleon uitgevaardigde verbod om vanaf het Europese vasteland handel te drijven met Groot-Brittannië. Leertip!Achterin het hoofdstuk staan alle begrippen. Maak van de begrippen, bijvoorbeeld flitskaarten om ze te oefenen. Werkwijze:Als je het lastig vindt om een chronologische vraag te maken. Probeer dan de eerste en laatste gebeurtenis alvast te noteren. Zo heb je dan maar een drietal gebeurtenissen te verdelen tussen de eerste en laatste. Dit geeft wat meer overzicht.De juiste volgorde is: C - A - E - D - BToelichting:C. Begin van de Verlichting - ca. 1650A. De Franse Revolutie breekt uit - 1789E. Begin van de Bataafse Republiek - 1795D. In Frankrijk komt Napoleon aan de macht - 1799B. Napoleon wordt definitief verslagen bij Waterloo - 1815Leertip! Achterin het hoofdstuk staan veel belangrijke gebeurtenissen op volgorde van tijd. Neem dit goed door! Samenleving die verdeeld is in drie groepen (standen) met elk zijn eigen plaats en taken: geestelijkheid (eerste stand), adel (tweede stand), en burgers en boeren (derde stand). De eerste en tweede stand hadden allerlei privileges (voorrechten).De derde stand. Het bestond uit ongeveer 98% van de bevolking.Iedereen die niet hoorde bij de eerste of tweede stand werd automatisch ingedeeld bij de derde stand. Bij de derde stand hoorden arme boeren maar ook rijke burgers (de bourgeoisie). De verschillen in rijkdom waren enorm.Het grote kritiekpunt van de derde stand was dat zij weinig rechten hadden en toch als enige stand belasting moesten betalen. De boeren waren al erg arm en de rijke stedelingen kregen geen inspraak in het bestuur. Dit vonden zij niet eerlijk. Eerste stand: B - DTweede stand: E - GDerde stand: A - C - F Voor de Verlichting: A - B - ETijdens de Verlichting: C - D - F Charles de Montesquieu.De wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht.Het doel van de Trias Politica was dat de drie machten nooit in handen mogen komen van één persoon. De drie machten moeten worden verdeeld om machtsmisbruik door het bestuur te voorkomen.De Verenigde Staten (VS). Dit werd in 1787 vastgelegd in de grondwet van dit nieuwe land. Het bijeenroepen van de Staten-Generaal was bijzonder, omdat de drie standen al 174 jaar niet bijeen waren gekomen.De derde stand richtte de Nationale Vergadering op omdat zij vonden dat het stemmen niet eerlijk gebeurde en ze bang waren dat hun mening onvoldoende zou meetellen. De reactie van Lodewijk XVI was dat hij de nationale vergadering erkende. Toelichting:Het stemmen ging per stand. Iedere stand had dus maar één stem. Het grootste gedeelte van de bevolking viel onder de derde stand en zij hadden dus maar één stem. De adel en geestelijkheid hadden beide ook een enkele stem maar hadden soms gemeenschappelijke belangen. Zoals het stemmen over belastingverhoging, waar alleen de derde stand voor betaalde. Gematigden: B - FRadicalen: A - C - D - E Een patriot was een ontevreden burger die zich in de tweede helft van de 18e eeuw verzette tegen het bestuur van stadhouder en regenten. Een patriot wilde dat het volk meer inspraak in het bestuur kreeg en dat alle burgers grondrechten zouden krijgen.Kritiekpunten van de patriotten waren:De economie ging minder goed. De handel groeide lange tijd niet meer en armoede en werkloosheid namen toe. Dit was volgens de patriotten de schuld van de regenten die de bestuursfuncties onderling verdeelden.De patriotten hadden ook kritiek op stadhouder Willem V. Volgens de patriotten gedroeg Willem V zich als een soort koning.  De verkiezingen voor de Nationale Vergadering waren geen eerlijk democratisch proces omdat een gedeelte geen stem mocht uitbrengen. Alleen volwassen rijke mannen mochten stemmen. De armen hadden geen stem. De Bataafse Revolutie mislukte om meerdere redenen:Van de ideeën uit de Bataafse grondwet kwam weinig terecht.Er was veel onenigheid onder de Nederlandse bestuurders. Dit leidde tot meerdere staatsgrepen waarbij de volksvertegenwoordiging werd afgeschaft.De Fransen namen steeds meer macht over in de Bataafse Republiek.  In het jaartal 1799 kwam er een einde aan de Franse Revolutie toen Napoleon Bonaparte een staatsgreep pleegde en een dictatuur vestigde. Er zijn verschillende zaken die Napoleon heeft doorgevoerd nadat hij van Nederland een koninkrijk en later een provincie van het Franse keizerrijk had gemaakt:Fransen wetten werden ingevoerd in Nederland.Alle burgers krijgen een achternaamEr kwam een burgerlijke stand.Het vak Frans wordt op scholen verplicht.Nederlanders moesten dienen in het Franse leger. Werkwijze:Als je het lastig vindt om een chronologische vraag te maken. Probeer dan de eerste en laatste gebeurtenis alvast te noteren. Zo heb je dan maar een drietal gebeurtenissen te verdelen tussen de eerste en laatste. Dit geeft wat meer overzicht.De juiste volgorde is: C - A - B - G - D - F - EToelichting:C. Napoleon pleegt een staatsgreep. -1799A. Napoleon kroont zichzelf tot keizer. - 1804B. Napoleon maakt van de Bataafse Republiek een koninkrijk. - 1806G. Lodewijk Napoleon moet afstand doen van de troon van het Koninkrijk Holland. - 1810D. Napoleon begint met de invasie van Rusland. - 1812F. Napoleon wordt verslagen tijdens een grote veldslag in Duitsland. - 1813E. Napoleon wordt verslagen bij Waterloo. - 1815 De verlichting is een manier van denken waarin geloof en traditie plaatsmaken voor logisch en verstandelijk redeneren. Verlichte burgers waren kritisch over de kerk, het bestuur en de samenleving en wilden deze verbeteren. Verlichte denkers hadden bijvoorbeeld kritiek op de standenmaatschappij. Mensen hebben volgens verlichte denkers van nature bepaalde rechten. In bron 1 lees je dat alle mensen gelijk zijn en er geen onderscheid gemaakt wordt tussen standen.  De gebeurtenis die je op bron 2 ziet, is belangrijk voor de Franse Revolutie omdat je hier de bestorming van de Bastille ziet. De bestorming van de Bastille wordt gezien als het begin van de Franse Revolutie. Toelichting:14 juli is nog steeds een nationale feestdag in Frankrijk. De patriotten kunnen aan de tabel het argument ontlenen dat de cijfers het economisch verval bevestigen, want uit de bron blijkt dat het percentage van schepen uit de Republiek terugloopt, met name in het laatste kwart van de 18e eeuw De prinsgezinden kunnen daar met de tabel tegenin brengen dat het aantal schepen van de Republiek in de zeventiende eeuw gemiddeld lager is dan in de achttiende omdat het aantal buitenlandse schepen meer is toegenomen. De maker van de prent schetst Napoleon negatief af. Napoleon zit namelijk op een troon zit die op doodshoofden/mensen drukt.De prent past niet bij het beeld dat Napoleon naar buiten wil uitdragen, omdat Napoleon zichzelf het liefst afgebeeld zag als bevrijder van alle volken van hun onderdrukkers en niet zoals op deze prent zelf als onderdrukker.