Op Niveau 2e ed - Hoofdstuk 2 - oefentoetsen & antwoorden

Juist. Voorbeeld: De burgemeester / wijt / de dijkdoorbraak (lv) / aan slecht onderhoud (vv)Wijten aan is altijd gekoppeld aan elkaar en is daarmee dus een vv. De dijkdoorbraak is hier een lv. a) Gisteren hebben wij Peter beschuldigd van plagiaat.Ow = wij (Stel de vraag wie+wg. Wie hebben? Antwoord = wij)Wg = hebben beschuldigd (Alle werkwoorden in de zin)Lv = Peter (Stel de vraag wie/wat + wg + ow. Wie hebben wij beschuldigd? Antwoord = Peter.Vv = van plagiaat (beschuldigen van = vaste combinatie van voorzetsel en werkwoord)Bwb = Gisteren (bepaling van tijd is altijd bwb) 1. Heeft = hww, gevoerd = zww2. heeft= hww, willen = hww, worden = kww3. Stallen = zww, hebben= hww, verrast =zww4. Is = hww, geworden = kww5. Lijkt = kww, voorkomen = zww, had =hww, kunnen = hww, worden = hww.Tip: heeft = altijd een hww. Om de volgorde van belangrijkheid te bepalen kun je de VIP-methode gebruiken. Staat er een voltooid deelwoord in de zin, dan is dit altijd een zww. Staat er geen voltooid deelwoord in de zin, dan is het infinitief (hele werkwoord) het zww. Staat er alleen een persoonsvorm in de zin, dan is dit het zww. 1.  vtt (heb staat in de tegenwoordige tijd en er komt een voltooid deelwoord achteraan -> voltooid tegenwoordige tijd)2. ott (ik ben er op dit moment nog mee bezig en er staat geen voltooid deelwoord in de zin -> onvoltooid tegenwoordige tijd.3. vvt (had is verleden tijd en bekeken is een voltooid deelwoord -> voltooid verleden tijd.4. ovt (verleden tijd zonder voltooid deelwoord -> onvoltooid verleden tijd. We geven hieronder een voorbeeld van een mogelijk antwoord. Er zijn verschillende zinnen mogelijk. Controleer of je werkwoordstijd goed begrepen hebt.Ik wandel veel. (nu nog steeds en zonder voltooid deelwoord -> ott) 1. Je kunt informatie inwinnen op het ANWB-kantoor.(Aan het begin van de zin schrijf je een hoofdletter. ANWB is een naam.)2. ‘s Morgens brengt hij een laagje Clearasil aan op een puistje.(Aan het begin van de zin schrijf je een hoofdletter.Als de zin met een apostrof begint, schrijf je het tweede woord met een hoofdletter.)3. Er staat een artikel over in De Telegraaf.(Aan het begin van de zin schrijf je een hoofdletter. De Telegraaf is de naam van een krant en schrijf je dus met een hoofdletter.4. Manilla is de hoofdstad van de Filippijnen.(Aan het begin van de zin schrijf je een hoofdletter. Manilla en Filippijnen zijn namen en schrijf je dus met een hoofdletter.)5. Maak dat flesje Heineken eens open.(Aan het begin van de zin schrijf je een hoofdletter. Heineken is een merknaam en schrijf je met een hoofdletter.)6. In de tijd van Karel de Grote bestonden er geen kranten.(Aan het begin van de zin schrijf je een hoofdletter. Karel is een voornaam, Grote een achternaam. Beide met hoofdletter.Tussenvoegsels van namen schrijf je met een kleine letter als er een ander deel van de naam voor staat.)7. Op Prinsjesdag spreekt koningin Beatrix de troonrede uit.(Aan het begin van de zin schrijf je een hoofdletter. (Feestdagen schrijf je met een hoofdletter. Beatrix is een naam en schrijf je dus met een hoofdletter.8. In de showroom staat ook een tweedehands Mercedes. (Aan het begin van de zin schrijf je een hoofdletter.Mercedes is een merknaam en schrijf je met een hoofdletter.)9. Heb jij een verzekering lopen bij Nationale Nederlanden? (Aan het begin van de zin schrijf je een hoofdletter.Nationale Nederlanden is een bedrijfsnaam. Beide delen schrijf je met een hoofdletter.)10. De dagtocht gaat naar het Noord-Limburgse plaatsje Thorn. (Aan het begin van de zin schrijf je een hoofdletter.Samengestelde aardrijkskundige namen (zoals Noord-Holland) krijgen altijd een hoofdletter bij het eerste woord, dan een koppelteken (streepje) en dan weer een hoofdletter bij de naam: Noord-Limburgse) 1. (verzetten) De verzette afspraak ging niet door.2. (vergroten) De fotograaf keek naar de vergrote foto.3. (zilver) De zilveren ketting moest gepoetst worden.4. (zuchten) Hij liep naar zijn zuchtende baas.5. (draven) Het dravende paard, bokte hoog.6. (bereiden) De bereide taart, smaakte goed. Let op: Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord eindigt meestal op -en. Als een bijvoeglijk naamwoord is afgeleid van een voltooid deelwoord, dan schrijf je -en als het voltooid deelwoord ook op -en eindigt. Als het voltooid deelwoord op een d of t eindigt, dan krijgt het bijvoeglijk naamwoord meestal -e als uitgang. Schrijf deze woorden zo kort mogelijk. Je schrijft alleen dd of tt als dat nodig is voor de goede uitspraak. 1. (formatteren) Formatteert je broer nu de harde schijf?2. (downloaden) Fitz downloadt straks de films.3. (skaten) Wij skateten gisteren op een wedstrijdbaan.4. (barbecueën) Eva barbecuede gisteren samen met Loes.5. (deleten) De computerdeskundige deletete vanochtend alle informatie.6. (interviewen) Ik werd door de krant geïnterviewd. 7. (updaten) Het geüpdatete programma werkte een stuk beter.8. (saven) Het gesavede bestand was toch kwijtgeraakt.  9. (racen) Nadat er een snelle bandenwissel plaatsvond, racete de coureur de pitstraat uit.10. (cancelen) Sander hoorde één dag van te voren dat zijn vlucht gecanceld was.Tip: Engelse werkwoorden vervoeg je op dezelfde manier als Nederlandse werkwoorden. 1. Geven2. Te veel, overbodig3. Precies hetzelfde4. Voorteken 5. Over een grote oppervlakte Meerdere antwoorden zijn goed. We geven hieronder voorbeelden van goede antwoorden.Voorbeeldzin 1: Een wagen uit de formule 1 genereert enorm veel vermogen.Betekenis: voortbrengenVoorbeeldzin 2: De auto is zodanig beschadigd dat hij niet meer gemaakt kan worden.Betekenis: op zo’n manierVoorbeeldzin 3: Citroen is een essentieel ingrediënt van een frisse kwarktaart.Betekenis: heel belangrijk, onmisbaar. Kernzin a) Taal op Facebook voorspelt persoonlijkheidb) Iets wat lijkt op deze zin: Onderzoekers hebben tientallen jaren theoretisch onderzoek gedaan naar de belangrijkste persoonlijkheidskenmerken en het bijbehorende woordgebruik en door de sociale media worden ze nu ook echt zichtbaar.Tip: de hoofdgedachte geef altijd extra informatie over het onderwerp.c) Hieronder zie je per alinea de kernzin.Alinea 1. Onderzoekers van de Universiteit van Pennsylvania hebben het taalgebruik van 750.000 gebruikers van Facebook geanalyseerd om inzicht te krijgen in het gedrag van verschillende persoonlijkheidstypen, zoals introverte en extraverte mensen.Alinea 2. Deelnemers vulden een persoonlijkheidsvragenlijst in en stelden hun statusupdates (berichten op Facebook) beschikbaar.Alinea 3. Het succes van deze benadering biedt nieuwe mogelijkheden om de relatie tussen persoonlijkheidskenmerken en gedrag te onderzoeken. Alinea 4. Door het woordgebruik van de deelnemers te koppelen aan persoonlijkheidskenmerken, konden de onderzoekers een voorspellend computermodel ontwikkelen.Alinea 5. In het verleden werd altijd een gesloten woordenschat-benadering gebruikt, waarin psychologen van tevoren een woordenlijst samenstelden.Alinea 6. De reden dat psychologen toch lange tijd gebruikmaakten van deze methode was dat ze slechts kleine hoeveelheden proefpersonen konden behappen.Alinea 7. Schwartz en zijn collega’s maakten gebruik van Differential Language Analysis (DLA) om woorden en zinnen te clusteren rondom leeftijdsgroepen, mannen, vrouwen en vijf belangrijke persoonlijkheidsdimensies: extraversie, mildheid, ordelijkheid, emotionele stabiliteit en intellectuele autonomie.Alinea 8. De onderzoekers maakten zogenaamde word clouds die het taalgebruik van een bepaald persoonlijkheidstype in beeld brengen.Alinea 9. En hoewel een aantal woorden vanzelfsprekend zijn, zijn er ook veel woorden waar de onderzoekers in eerste instantie niet aan hadden gedacht.Alinea 10. Aan de hand van het voorspellende model dat de onderzoekers maakten, ontstaan dus nieuwe inzichten. d) Snowboarden en basketball.e) Door computerdeskundige H. Andrew Schwartz en het Positive Psychology Center.