Biologie voor Jou 7e ed deel A - Thema 2 - Ecologie oefentoetsen & antwoorden

a) Alle voedselrelaties in een bepaald gebied noem je een voedselweb of voedselnet. b) Reducenten bestaan uit schimmels en bacteriën. c) Alle organische stoffen samen noem je de biomassa. d) Planten kunnen eiwitten maken uit glucose en nitraat. e) Rottingsbacteriën maken ammoniakgas. f) Alle populaties in een ecosysteem noem je een levensgemeenschap. g) Als een populatie min of meer even groot blijft noem je dat een biologisch evenwicht. h) De schubben van een vis zijn bedekt met slijm. i) Stengels van waterplanten zijn meestal slap en ze hebben luchtkanaaltjes.     De consumenten van de eerste orde zijn:  Vlinder Sprinkhaan Veldmuis   De energie die in de sprinkhanen zat, kan hier terecht komen: in het lichaam van de kikker, gebruikt als bouwstof gebruikt bij de verbranding in de uitwerpselen van de kikker in de dode resten van de kikker in de volgende schakel (een slang bijvoorbeeld) als de kikker opgegeten wordt   De wortels van klaver bevatten veel wortelknolletjes Hierin zitten stikstofbindende bacteriën. Deze bacteriën maken nitraat. Door dit nitraat wordt de bodem weer geschikt om planten te laten groeien.   Deze ziekte wordt veroorzaakt door bacteriën, dus door een biotische factor.    Een lepelaar heeft een zeefsnavel.   a) Deze plant zal waarschijnlijk in een droog klimaat groeien. b) Dat kun je zien aan de dikke bladeren waarin water is opgeslagen. c) De plant zal waarschijnlijk veel lange wortels hebben.   a) Deze voedselketen heeft 3 schakels. b) De langste voedselketen heeft 6 schakels. c) De meeuw is een consument van de derde orde. d) Consumenten van de eerste orde zijn:  zooplankton krill krab   Alleen de piramide van de aantallen heeft geen piramidevorm: onderaan staat maar 1 producent, namelijk de boom.   De denitrificerende bacteriën doen precies het omgekeerde, ze maken stikstof in de lucht van nitraat uit de bodem.   a) Op de X-as zet hij de temperatuur uit. b) Op de Y-as zet hij het aantal watervlooien in de populatie uit. c) Dit is een optimumkromme   Zoolgangers lopen op hun hele voetzool. Daardoor zakken ze niet zo snel weg in moerassig landschap en kunnen ze daar dus goed lopen.   De varens groeien onder de bomen. Het zijn dus schaduwplanten.   BRONNEN Afb. 1 https://docplayer.nl/149638156-1-biotische-factoren-zijn-afkomstig-van-andere-organismen-voedsel-soortgenoten-ziekteverwekkers-vijanden.html Afb. 2 https://pixabay.com/nl/photos/kat-afdwalen-ziekte-zieke-dakloze-4664519/ Afb. 3 https://www.vogelvisie.nl/soort/lepelaar.php Afb. 4 https://www.flickr.com/photos/95459528@N00/2621347921/ Afb. 5 http://www.aljanh.net/a-stream-in-the-jungle-wallpapers/3393484350.html Afb. 6 https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Bestand:Nitrogen_Cycle_Dutch_text.jpg Afb. 7 https://www.pexels.com/nl-nl/foto/adelaarsvaren-bladeren-bloemen-bomen-2743908/