a) onderhoud
b) gereedschap, instrument
c) brandbaar, ontvlambaar
d) bedenken, geloven
e) draagbaar
f) vijand
g) legitiem, geldig
h) bron
i) veilen
j) te laten zien
k) volharding
l) eeuw
m) middeleeuws
n) afhankelijk van
o) aanpassing
p) uitbreiden
q) onderzoeken
a) to manufacture
b) orbit
c) promising
d) to be compatible with
e) sophisticated
f) doctored
g) facial expression
h) tear up
i) magnitude
j) reluctantly
k) subject to
l) disrupt
m) to take advantage of
n) intention
o) process
p) repetitive
q) versatile
a) What do you think the world will look like in 2050?
b) I’m certain that there will be an apocalypse in a few years.
c) I’m convinced that in the future, forests will have disappeared completely.
d) They have been researching sustainable solar-energy for years.
e) Could you tell me how this fancy appliance works?
f) As they said, distillation was designed to separate chemicals.
g) Reusable bottles are similar to regular ones but they’re better for the planet.
h) The app uses facial recognition for verification.
a) Je gebruikt de future continuous als je praat over dingen die bezig zijn op een (on)specifiek moment in de toekomst.
b) Je gebruikt de future perfect als je praat over acties die bezig zijn tussen nu een een specifieke tijd in de toekomst.
c) Direct speech is spraak dat op het moment gebeurt. Dus als iemand iets tegen jou zegt. Reported speech is spraak dat je later verteld aan iemand.
a) will have baked
We hebben het hier over een actie dat afloopt op/voor een specifiek moment. In dit geval is de taart gebakken wanneer je thuis komt, daarom gebruik je de future perfect. Je maakt het zo: will + have + past participle
b) will be watching
We hebben het hier over een actie dat nog bezig is op een bepaald moment. Hij is TV aan het kijken, ook wanneer je thuis komt. Daarom gebruik je de future continuous. Je maakt het zo: will + be + ww+ing
c) will have finished
We hebben het hier over een actie dat afloopt op/voor een specifiek moment. Je maakt het zo: will + have + past participle
d) will be having
We hebben het hier over een actie dat nog bezig is op een bepaald moment. Je maakt het zo: will + be + ww+ing
e) will be working
We hebben het hier over een actie dat nog bezig is op een bepaald moment. Je maakt het zo: will + be + ww+ing
f) will be staying
We hebben het hier over een actie dat nog bezig is op een bepaald moment. Je maakt het zo: will + be + ww+ing
g) will have studied
We hebben het hier over een actie dat afloopt op/voor een specifiek moment. Je maakt het zo: will + have + past participle
a) She said that he worked at a cinema.
Dit is een bevestigende zin in direct speech. Zoek het werkwoord in de zin: works. Dit werkwoord staat in de present simple. Wanneer je de zin naar reported speech gaat zetten vervoeg je het werkwoord naar de past simple (worked). Je begint de zin met he/she said that ….. Daarna voeg je de vervoegde direct speech toe: he worked at a cinema. Als je die twee delen achter elkaar plakt krijg je de volledige zin.
b) He said that he was coming.
Dit is een bevestigende zin in direct speech. Zoek het werkwoord in de zin: am coming. Dit werkwoord staat in de present continuous. Wanneer je de zin naar reported speech gaat zetten vervoeg je het werkwoord naar de past continuous (was coming). Je begint de zin met he/she said that….. Daarna voeg je de rest van de zin toe, let wel op dat je het onderwerp van de direct speech zin veranderd naar he/she, want het perspectief veranderd.
c) She said that they hadn’t eaten dinner.
Dit is een negatieve zin in direct speech. Zoek het werkwoord in de zin: haven’t eaten. Dit werkwoord staat in de present perfect. Wanneer je de zin naar reported speech gaat zetten vervoeg je het werkwoord naar de past perfect (vergeet hierbij niet dat de zin negatief is) (hadn’t eaten). Je begint de zin met he/she said that….. Daarna voeg je de rest van de zin toe.
d) He said that he didn’t like chocolate.
Dit is een negatieve zin in direct speech. Zoek het werkwoord in de zin: don’t like. Dit werkwoord staat in de present simple. Wanneer je de zin naar reported speech gaat zetten vervoeg je het werkwoord naar de past simple (didn’t like). Je begint de zin met he/she said that….. daarna voeg je de rest van de zin toe. Vergeet niet ‘I’ om te zetten naar he/she, want het perspectief veranderd.
e) She asked me how my grandmother was.
Dit is een vragende zin in direct speech. Zoek het werkwoord in de zin: is (present simple). Dit is een WH-question.
Stap 1: vervoeg het werkwoord, in dit geval naar de past simple (was). Stap 2: Zet vooraan in de zin he/she asked me….. Stap 3: voeg het vraagwoord toe. Stap 4: Voeg het onderwerp toe (my grandmother). Stap 5: voeg het vervoegde werkwoord toe.
f) She asked me if I lived in Amsterdam.
Dit is een vragende zin in direct speech. Zoek het werkwoord in de zin: live. Dit is een yes/no-question.
Stap 1: vervoeg het werkwoord, in dit geval naar de past simple (lived). Stap 2: Zet vooraan in de zin he/she asked me….. Stap 3: voeg if toe. Stap 4: Voeg het onderwerp toe (I). Stap 5: voeg het vervoegde werkwoord toe. Stap 6: Voeg de rest van de zin toe.
g) She asked me if I had done my homework.
Dit is een vragende zin in direct speech. Zoek het werkwoord in de zin: have done. Dit is een yes/no-question.
Stap 1: vervoeg het werkwoord, in dit geval naar de past perfect (had done). Stap 2: Zet vooraan in de zin he/she asked me….. Stap 3: voeg if toe. Stap 4: Voeg het onderwerp toe (I). Stap 5: voeg het vervoegde werkwoord toe. Stap 6: Voeg de rest van de zin toe.
a) She told me not to smoke.
Je begint een reported speech zin die in de gebiedende wijs staat altijd met he/she told me……, daarna zet je het infinitief daar achter (to + hele werkwoord). In dit geval heb je nog het woordje ‘not’, deze zet je direct achter he/she told me….
b) He asked me to open the window.
Je begint de reported speech zin die in een request staat met he/she asked me….. Daarna zet je het infinitief erachter (to + hele werkwoord) en vul je de rest van de zin aan met eventueel een object (window)/plaats/tijd als dat nodig is.
c) She asked me to buy some vegetables.
Je begint de reported speech zin die in een request staat met he/she asked me….. Daarna zet je het infinitief erachter (to + hele werkwoord) en vul je de rest van de zin aan met eventueel een object (some vegetables)/plaats/tijd als dat nodig is.
d) He told me to wait here.
Je begint een reported speech zin die in de gebiedende wijs staat altijd met he/she told me……, daarna zet je het infinitief daar achter (to + hele werkwoord).
e) She told me not to do that.
Je begint een reported speech zin die in de gebiedende wijs staat altijd met he/she told me……, daarna zet je het infinitief daar achter (to + hele werkwoord).
a) She asked me to buy the groceries.
Je begint de reported speech zin die in een request staat met he/she asked me….. Daarna zet je het infinitief erachter (to + hele werkwoord) en vul je de rest van de zin aan met eventueel een object (some vegetables)/plaats/tijd als dat nodig is.
b) He told me to clean up.
Je begint een reported speech zin die in de gebiedende wijs staat altijd met he/she told me……, daarna zet je het infinitief daar achter (to + hele werkwoord).
c) She asked me where I was from.
Dit is een vragende zin in direct speech. Zoek het werkwoord in de zin: am (present simple). Dit is een WH-question.
Stap 1: vervoeg het werkwoord, in dit geval naar de past simple (was). Stap 2: Zet vooraan in de zin he/she asked me….. Stap 3: voeg het vraagwoord toe. Stap 4: Voeg het onderwerp toe (I). Stap 5: voeg het vervoegde werkwoord toe. Achteraan voeg je de plaats nog toe (from).
d) He said that she had read every Harry Potter book.
Dit is een bevestigende zin in direct speech. Zoek het werkwoord in de zin: has read. Dit werkwoord staat in de present perfect. Wanneer je de zin naar reported speech gaat zetten vervoeg je het werkwoord naar de past perfect (had read). Je begint de zin met he/she said that ….. Daarna voeg je de vervoegde direct speech toe: she had read every Harry Potter book. Als je die twee delen achter elkaar plakt krijg je de volledige zin.
e) She said that they drank wine.
Dit is een bevestigende zin in direct speech. Zoek het werkwoord in de zin: drink . Dit werkwoord staat in de present simple. Wanneer je de zin naar reported speech gaat zetten vervoeg je het werkwoord naar de past simple (drank). Je begint de zin met he/she said that ….. Daarna voeg je de vervoegde direct speech toe: they drank wine. Als je die twee delen achter elkaar plakt krijg je de volledige zin.
The reporter asked me if I was a prisoner.
Je begint de zin met een persoon (he/she/the reporter). Daarachter voeg je ‘asked me’ toe. Bij een yes/no-question gebruik je ‘if’ of ‘whether’. Na if komt het onderwerp, daarna het vervoegde werkwoord (present simple -> past simple), daarachter voeg je de rest van de zin toe.
I said yes.
Omdat dit een interview is mag je de zin met ‘I said’ beginnen. Dit is een hele korte, omdat er geen werkwoord in de zin staat, je mag na said dus gewoon de rest van de zin toevoegen.
She asked me how long I had to stay in prison.
Je begint de zin met een persoon (he/she/the reporter). Daarachter voeg je ‘asked me’ toe. Nu hebben we te maken met een WH-question. Dat bekent dat je na ‘asked me’ het vraagwoord neerzet. Daarna voeg je het onderwerp, het vervoegde werkwoord, en de overgebleven zinsdelen toe.
I said that I had to stay here for five years.
Ook hier begin je weer met I, want de vraag woord aan de ik-persoon gesteld. Je start de zin met I said that, daarna voeg je het vervoegde werkwoord toe (have -> had) en je voegt de overige zinsdelen toe (wel in de juiste volgorde, eerst plaats, dan tijd).
The reporter asked me what I had done to get here.
Je begint de zin met een persoon (he/she/the reporter). Daarachter voeg je ‘asked me’ toe. Nu hebben we te maken met een WH-question. Dat bekent dat je na ‘asked me’ het vraagwoord neerzet. Daarna voeg je het onderwerp, het vervoegde werkwoord (have done -> had done), en de overgebleven zinsdelen toe.
I said that I was a shoplifter.
Ook hier begin je weer met I, want de vraag woord aan de ik-persoon gesteld. Je start de zin met I said that, daarna voeg je het vervoegde werkwoord toe (am -> was) en je voegt de overige zinsdelen toe.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.